Test Europese Superbikes
Conclusie
"wacht maar tot je die MV probeert," waarschuwt de chef voor aanvang van de test per telefoon, "in niets meer te vergelijken met vroeger. Ik kan er zelfs mee toeren!" trok ondergetekende daar toen al zeer verbaasde gezichten bij, nog leuker wordt het als we voor vertrek eerst met drie personen op twee motoren richting Vianen moeten om motor nummer drie op te pikken. Leg me nou nog eens uit waarom dat niet ging op de BMW? Geeft wel de unieke kans iets te zeggen over het rijgedrag van een MV Agusta F4 1000 met 1 meter 90 aan passagier achterop. Laten we het er op houden dat de spiegels onverwacht veel laten zien wat er achter je gebeurt, ook zonder eerst de ellebogen uit de kom te moeten draaien. Dat de F4 tot op het laatste boutje is herontworpen is duidelijk. het blok loopt vriendelijker, de gasrespons is beter, het geluid is niet minder bloestollend en naar alle randjes, richeltjes en sleufjes in de kuip kun je nóg langer kijken dan bij het oude exemplaar. De zit is beter en je houdt het langer uit en om het af te maken is de motor ook nog eens goedkoper. Dan zijn voorganger dan, en daar knelt nog steeds de schoen. De MV is indrukwekkend, maar hou 'm toch maar een beetje uit de buurt van de andere twee.
Wat Varese niet lukt, begrijpt Noale namelijk wel. Met de RSV4 zet Aprilia een volledig nieuwe machine neer, naar maatstaven van 2010. Wil je winnen, dan zul je je motor ook moeten ontwerpen als winnaar en dat is wat Aprilia heeft gepoogd (en getuige Biaggi's succes ook in is geslaagd). Dus krijgen we een machine met een even uniek als bijzonder potent blok, gelepeld in een frame met afmetingen die volgens gezond verstand bijna niet kunnen. Dat hierbij winst op het circuit bovenaan het lijstje stond is te merken aan de bizar minimalistische afmetingen en als gevolg daarvan het scherper dan scherpe weggedrag. Het is ons dan ook vaker wel dan niet overkomen dat er halverwege de bocht gecorrigeerd diende te worden om maar niet aan de binnenzijde in de berm uit te komen. Dat het vermogen wat achter lijkt te blijven bij de andere twee is waarschijnlijk met een net iets andere tandwielverhouding wel op te lossen, al merk je er behalve in een rechte lijn maar weinig van. Bovendien is de RSV nu al dorstig genoeg.
Absolute nummer één, je zag het al aankomen, is echter ook bij ons de S1000RR. Hoe BMW het gedaan heeft is niet bekend, maar feit is dat de fabriek met de nieuwe superbike in één klap iedere concurrent in zijn ondergoed heeft laten staan. Niks jarenlang finetunen en proberen, gewoon in een keer een motor neerzetten die én goed zit, én goed stuurt, én fabuleus remt én niet in de laatste plaats belachelijk sterk is. Zelfs 'koning kogelvrij' GSX-R lijkt hiernaast een koorknaap en wat 'opstappen en wegrijden'-gehalte betreft kan ook Honda zich zorgen gaan maken over haar monopolie. Stap van één van de andere twee over op de BMW en je hebt het idee dat je thuiskomt. Met ABS en 205 pk. Een nieuwe standaard absoluut en een ongelooflijk harde noot voor de concurrentie.