Test Yamaha V-Max
3: Cruiser
Inhoudsopgave |
---|
Test Yamaha V-Max |
2: De jeugd van tegenwoordig |
3: Cruiser |
4: Conclusie |
5: Technische gegevens |
Deze halve ‘cruiser-style’ zitpositie heeft uiteraard ook zo zijn invloed op het rijden. Ondanks alle potentie in het blok heeft de motor een apart soort gemoedelijkheid over zich die je als berijder voornamelijk berustend toespreekt. Niks voorover geleund racerachtig zenuwpezen, gewoon rustig zitten en je mee laten voeren. Nog niet achterover leunen, zo ver gaat het dan ook weer niet, maar je zit wel redelijk neutraal en berustend. Komt goed uit, want je wil er natuurlijk wel meer mee kunnen dan enkel de straat volkrassen met zwarte strepen. Toeren dus. En dat gaat nog bijzonder goed ook. Keerzijde van de belachelijke kracht van de V4 is namelijk dat er te allen tijde ruimschoots voldoende aanwezig is om je in elke denkbare situatie bij te staan. Dus schop je de bak in 5 en denkt er de rest van de dag niet meer aan. Met een beetje geluk krik je de actieradius zo nog tot acceptabele waarden; gezien de tankinhoud van niet meer dan 15 liter en de redelijk dragrace-waardige dorst van de vier cilinders is 150 kilometer tussen tankstops een regelmatig terugkerende waarde. Niet verkeerd voor de posers uiteraard, maar de fiets verdient beter. Zéker als je je aan de aangegeven maxima houdt is het zeer lang vol te houden in het zadel van de Yamaha.
Dit milde karakter zet ook door op de overige onderdelen. De vering en wegligging blinken vooral uit in onopvallendheid, en dat is helemaal ok. De vering is zoals te verwachten volledig instelbaar, maar dat is geen moment bij ons opgekomen. Wat dat betreft heeft de massa van het gevaarte een redelijk positieve uitwerking; een hobbeltje meer of minder zal de motor bijzonder weinig doen. Geheel in stijl zijn de vorkpoten dikker dan enig andere motor, kijk je nog eens beter dan zie je dat wat je in eerste instantie als een ‘gewoon’ paar poten in de bovenste kroonplaat dacht te zien steken in feite slechts de binnenpoten van een niet-upside down vork zijn. Over dik gesproken… de zwarte coating maakt het plaatje optisch af. Ter aanvulling van het hele ‘dik, massief en krachtig’ gevoel hangt in het vooronder een set remklauwen die we herkennen als zijnde afkomstig van een R1. Niet kinderachtig dus, ware het niet dat ze vervolgens in de praktijk nog enigszins tegenvallen. Nou is een R1 uiteraard niet even zwaar als een V-Max en dit zal dubbel doorwerken in de remvertraging, maar evengoed hadden we het net iets beter verwacht. Ook qua feedback zijn ze toch wat flauwtjes. Dat wordt overigens wel in de hand gespeeld door het uitstekend werkende ABS; je durft tenminste een volle hand rem te grijpen. Maar dan nog verdient het de aanbeveling om ook maar de enorme achterremschijf in werking te stellen.
V4...of 8
Mocht je nog denken dat Yamaha ook maar iets aan het toeval over heeft gelaten; denk nog maar eens. Dus ook het geluid is driftig ‘sound engineered’ en met resultaat. Het wordt pas grappig als je bij een verkeerslicht verbaasd opkijkt als de dikke Amerikaan voor je gewoon wegrijdt…..maar het geluid niet. Zelfs het stationair is niet aan de aandacht van de enigneers ontschoten; eenmaal op toeren klinkt de V4 zoveel anders dat het keer op keer weer verrast. En dan nog klinkt de motor eigenlijk het best als je zelf aan de zijlijn staat. Het aanzwellende gebrul van een V4 bij volle acceleratie doet in weinig meer denken aan de cruiser die op de foto’s vooral mooi staat te zijn. enige voorzichitge analogie met (nog heel even dan) de enige andere V4 thans op straat kan niet ontkend worden en de manier waarop de motor in toeren klimt mag gerust ontzagwekkend genoemd worden. Hoeveel vermogen heeft ie? Denk je dat het nog uit maakt of er nou net wél of net geén 200 pk uit komen? Inderdaad, lekker belangrijk.
Oja, we moeten de bocht nog om. We hadden al ontdekt dat dat nog aardig lukt, maar het mag wel iets toegelicht worden. Eigenlijk is het eenvoudig terug te leiden tot de technische gegevens. Kijk daar bij wielbasis, rijklaargewicht en bandenmaat en je kunt je wellicht een indruk vormen van wat er allemaal nodig is om dit de hoek om te sturen. Het zal dus nooit een supersport worden, maar evengoed is het rijgedrag voorbeeldig. Het kost misschien enige overtuigingskracht om van koers te laten veranderen, eenmaal in de bocht wijkt de V-Max voor nieets of niemand. Zelfs verzitten midden in de bocht deert ‘m niets. Niet vreemd; de verhouding mens-machine is nou eenmaal iets anders dan bij een vlieggewicht 600je of Supermoto. En al hebben we niet geprobeerd de strepen van de straat te rijden, de V-Max geeft genoeg vertrouwen mocht je daar toch toevallig eens zin in hebben. Dus, vakantie naar Zuid-Frankrijk: ja of nee? Wat ons betreft zeker wel. Laat je vooral niet tegenhouden. En dan ben je misschien wat drukker met sturen; wie zegt je dat je als eerste aan moet komen? Het was vakantie toch? Lekker chillen dus. Komt je verbruik ook nog eens ten goede. En alhoewel de benzinevoorraad netjes in het secundaire display getoond wordt is het nog best aardig dat in de snelheidsmeter ook nog een lampje verstopt zit wat aangaat als de laatste liters aangesproken worden. Het digitale display is namelijk niet altijd even goed afleesbaar, met name met de zon in de verkeerde stand is het nog een kunst om er iets van informatie uit te vissen zonder je hand er boven te houden. Mja.. gezeik houd je toch.