Test Yamaha V-Max
2: De jeugd van tegenwoordig
Inhoudsopgave |
---|
Test Yamaha V-Max |
2: De jeugd van tegenwoordig |
3: Cruiser |
4: Conclusie |
5: Technische gegevens |
Droog asfalt en 200 pk. Dat vraagt er gewoon om
De nieuwe bouwt dan ook netjes voort op wat de oude ten grondslag heeft gelegd. En wellicht is het design voor de verandering nog het minst interessant. Het valt te verwachten dat het sterk gebaseerd is op het origineel, maar dan gefacelift naar de 21ste eeuw. Waarvan akte. Alles is dikker, dus ook de motor zelf is dikker. De gebruikte materialen en technieken zijn allemaal hedendaags maar vooral ook berekend op wat de V4 uitbraakt en dus is het simpelweg vanzelfsprekend dat alles dikker, steviger en degelijker wordt. Vervolgens maken de designers de klus af door de kapjes en dekseltjes de juiste hoeveelheid ‘look’ te geven en tadaa... daar hebben we de nieuwe 1700. Vele malen interessanter is het onderhuidse. Zoals gezegd, en ook terug te lezen in alle overige artikelen, braakt het beest er zomaar even 200 pk en 167 Nm uit. We zijn al eerder ingegaan op de details, dus verwacht hier geen herhaling van alle feitjes en weetjes, maar evengoed is even kort herhalen gerechtvardigd. De motor zit – ook in de lijn der verwachting- om dergelijke prestaties te behalen bom- en bomvol met electronica, waaronder uiteraard zaken als drive-by wire, ingewikkelde variabele mappings, noem maar op. Enerzijds voor maximaal functioneren, anderzijds voor maximale controle. Even tweehonderd paarden loslaten zonder digitaal engeltje op je schouder is kennelijk ook Yamaha net iets teveel van het goede. Zit wat in, het wel of niet wat betreft het ‘echte mannen’-gehalte is er weer een voor de winteravonden. Kun je meteen het standaard aanwezige ABS aankaarten. Maarja…ook dát heeft twee zijden uiteraard. 26 mille wil je nou eenmaal niet in de achterkant van een oplegger zien verdwijnen.
Genoeg geluld
Genoeg theorie nu. De praktijk willen we weten. En daarvalt dan ook meer dan voldoende over te melden. Te beginnen met de uitrusting; het gebeurt niet vaak dat een importeur (er van uit gaand dat we qua rijervaring het meeste wel weten) nos op het hart drukt toch liefst maar de gebruikershandleiding mee te nemen en te bestuderen. De laatste keer dat dat gebeurde was met een GoldWing en gezien de hoeveelheid knopjes en accessoires die daar op zitten is dát niet zo vreemd. De V-Max heeft welgeteld twéé knopjes, dus hoe moeilijk kan
het zijn? Moeilijk genoeg kennelijk als we er onder het genot van een drankje thuis op de bank eens voor gaan zitten. Niet alleen beschikt de motor over het standaard arsenaal aan functies als tripmeters, tijd en helderheid van het display, maar daarnaast is naar wens de schakellamp aan en uit te zetten (met de optie om bij bereiken van het ingestelde toerental hetzij te knipperen, hetzij continu te branden), is hiervan de helderheid óók instelbaar en uiteraard is het toerental waarop dit gebeuren mag naar keuze….per versnelling. Goedemorgen! En waar hebben we die schakellamp nou meer voor nodig dan in de enige echte kwartmijl sprint? Even dieper in het menu vinden we niet alleen een ‘normale’ stopwatch; als je het écht af wil maken dan kies je voor de countdownmodus. Op het display verschijnt dan een zeer aanlokkelijk cijfer 5, die zodra je de eerste versnelling inschakelt begint terug te tellen naar nul. Tegelijkertijd flitst het schakellampje mee; vijfmaal, viermaal, driemaal… dit is overigens de enige keer (en enige manier)
dat de door de fabriek zelf opgelegde snelheidsbegrenzing uitgeschakeld wordt…..voor niet langer dan een kwart mijl. Wil je dus ooit weten hoe hard de motor nou écht kan, dan zul je dat binnen 400 meter moeten zien te klaren. En niet zómaar; het werkt ook nog eens alleen als je in de eerste versnellingen continu het gas vól openhoudt, anders valt de motor vanzelf weer terug in ‘veilige’ begrensde modus. Hoezo ingewikkeld? Veelbelovend ook trouwens, en tegelijkertijd nog eens zeer verleidelijk ook. Ter informatie; het is ons niet gelukt om boven de 237 uit te komen. Resultaten van meer succesvolle ondernemingen zien we graag tegemoet; zij het volledig op eigen risico. Onder overige omstandigheden is de grens bepaald op een kleine 220 kilometers. Niet slecht voor een cruiser, nogal betuttelend voor een V-Max. Of nouja, misschien ook wel zo veilig; misschien mag je ‘m dan van de sterke arm nog net houden.
Hoeveel beperkt die opgelegde maximunsnelheid is blijkt wel uit het feit dat de motor een handigheidje heeft om aan te tonen hoeveel vermogen er nou écht in zit: aan de rechter stuurhelft zit een draaigreep waarmee je moeiteloos in de eerste versnellingen je stempel op het asfalt zet. Geen rem nodig (lukt dankzij het ABS sowieso niet trouwens), geen regenachtige omstandigheden, gewoon schoon, droog asfalt. Gas erop en de 200 mm radiaal geeft de strijd, hoe moedig gestreden ook, eenvoudig op. Dát zijn acties!
The American way
Dit voorbeeld legt overigens direct de vinger op de juiste plek; in tegenstelling tot grote concurrent B-King is de V-Max eerder geneigd het rubber te laten spinnen dan dat er iets het luchtuim zou kiezen. Is ook niet echt verwonderlijk, gezien de geometrie en het feit dat alle 310 kilo’s ver vóór het achterwiel liggen. Dat schept tevens enige geruststelling mocht je een op groen springend stoplicht treffen. Om nog eens de concurrent er bij te halen; niet alleen de geometrie verschil duidelijk; ook de zithouding is dusdanig anders dat de hele krachtsensatie anders is. Dankzij de uitstekend goede zit en het steuntje in je onderrug waar je je tegen af kun zetten hangt niet alle gewicht aan je armen. Daarbovenop komt nog eens dat de aan weerszijden geplaatste luchtinlaten (ditmaal overigens wél echt) zich prima lenen om je dijbenen tegen schrap te zetten. Alles bij elkaar ben je helemaal klaar voor nieuwe recordtijden zonder fysiotherapie.