Zoeken

Test: Aprilia RSV4 Factory

4: Hoezo zomer?

16 juli 2009
Inhoudsopgave
Test: Aprilia RSV4 Factory
2: Tyrannosaurus
3: Next generation now
4: Hoezo zomer?
5: Conclusie
6: Technische gegevens

Hoezo zomer?

VB0477.jpg

Genoeg over techniek, tijd om in het bochtenparadijs dat Duitse Eifel heet de RSV4 eens stevig de sporen te geven, maar een donkere wolkenhemel voorspelt niet veel goeds als we voor aanvang van de rit de innerlijke mens nog even verstevigen met een Typical English breakfast. VB0260.jpgDe Engelse uitbater van het pension waar we verblijven maakt het er met de woorden ‘It’s supposed to rain all weekend’ ook al niet vrolijker op, maar eigenwijs als we zijn gaan we goedgemutst op weg. Per slot van rekening is het bijna zomer, dus hoe slecht kan het dan zijn?


Nou, slecht.
Met temperaturen die amper de tien graden overschrijden banen we ons een weg door het Duitse Eifelland wat langzaam maar zeker geheel in de greep komt van Pluvius. Hebben wij weer; rijden in een van Duitsland’s mooiste streken op een pornofiets als deze Aprilia RSV4 Factory en dan gezegend zijn met het slechtste en koudste weer dat doet denken aan ons uitstapje begin dit jaar.

Hoewel zeker niet de (weers-)omstandigheden die we graag hadden willen hebben, en misschien wel dankzij, komen we meer over de Aprilia te weten dan we eigenlijk hadden verwacht. Ride-by-wire techniek, exupklep in uitlaat, variabele inlaatkelken, dubbele (apart aangestuurde) injectoren en separaat geregelde cilinderbanken moesten ervoor zorgen dat de motor zijn vermogen zo VB0436.jpgvriendelijk mogelijk af zou geven, en daarin zijn de Italianen absoluut geslaagd. Ondanks het koude weer, ondanks de Supercorsa’s die totaal niet op temperatuur komen, ondanks de steeds erger wordende regenval en ondanks het – zeker gezien de weersomstandigheden – stevige tempo komt het geen enkel moment in ons op de instelbare mapping van de RSV4 Factory op standje R (van Road), voor een maximale vermogensafgifte van 140 Pk, te zetten. De S (van Sport) setting, waarbij het vermogen in de eerste 3 versnellingen wat vriendelijker wordt afgegeven, blijkt ook onder deze omstandigheden afdoende om veilig het Duitse landschap te doorkruisen.

We zeiden het al: de RSV4 is compact, en dat blijkt ook nu weer overduidelijk. Het laat zich nog het best als volgt omschrijven: neem in gedachten een gemiddelde 600cc supersport, zet die vervolgens van voren en langszij in de pers en prop het geheel flink in elkaar en voila, je hebt een RSV4. Het meest deed het ons denken aan de RS250 tweetakt, maar dan met een vermogen van 180 Pk. De afstand van zadel naar stuur is uitzonderlijk kort en maakt dat je bijna op het voorwiel denkt te zitten. Ideaal voor de kleinere medemens - zoals ondergetekende - onder ons, die nu eens niet helemaal naar voren moeten reiken om het stuur beet te pakken. Ander bijkomend voordeel is dat je minder hangt aan het stuur en daardoor beter overzicht hebt wat er allemaal om je heen gebeurt.

Zo soepel als de vermogensafgifte van de RSV4 Factory blijkt te zijn, zo zenuwachtig ervaren we het rijwielgedeelte onder deze weersomstandigheden. De motor stuurt zo ontzettend licht, precies en direct, en doet ons daarbij nog het meest aan, jawel, alweer die RS250 denken, dat hij iets te gemakkelijk van richting wil veranderen. Even met je ogen knipperen is voldoende, en dat is precies wat je onder dit soort omstandigheden niet wilt. Hetzelfde kan worden gezegd over de Brembo Monoblocks, die bij een temperatuur van 7(!) graden boven nul (damn, VB0233.jpghet was toch bijna zomer?) aan het tipje van je vinger al voldoende hebben om het voorwiel te laten blokkeren. Nog een minpunt? De stroomlijn is zo compact dat er bijna geen sprake meer is van windbescherming en zeven graden boven nul in de regen aanvoelt als zeven graden onder nul. Helm in de kuipruit en benen strak tegen de tank is het devies, hetgeen subliem is op het circuit maar op straat nou niet bepaald de meest ideale zithouding is.

Dat we ondanks het slechte weer toch langer op de motor blijven zitten dan goed voor ons is, en daarbij de gepoetste zijde probleemloos boven weten te houden, zegt eigenlijk alles over de RSV4 Factory. De motor is zo begeerlijk dat je, eenmaal plaatsgenomen, niet meer wilt afstappen en beschikt daarbij over een dusdanig indrukwekkende en tevens zijdezachte vermogenafgifte dat het nog veilig is ook. En je blijft rijden, in afwachting van betere tijden.

VB0250.jpg