Ducati dubbeltest: 1198 en 1198S
2: Kleur bekennen
Inhoudsopgave |
---|
Ducati dubbeltest: 1198 en 1198S |
2: Kleur bekennen |
3: Same same... |
4:...but different |
5: Conclusie |
6: Technische Gegevens |
De innerlijke strijd begint al spoedig, zodra we de twee motoren ophalen bij Ducati North Europe. In dit gezelschap, geflankeerd door een Aprilia RSV4, is het de witte 1198 die de dubieuze rol van ‘minst begeerlijk’ mag vervullen. Ook wij zijn slechts mensen, dus ook wij zijn vatbaar voor zaken als aanschafprijs en durespulletjesgehalte. En de RSV voor de rest van dit verhaal terzijde gelaten, scoort de dieprode 1198S al gelijk beter dan de standaardversie. Alleen op het uiterlijk al komen zaken als Marchesini en Öhlins goed uit de verf. Tel daarbij op dat Ducati wat het design van de velgen betreft beter had kunnen kiezen voor hetzij een iets opvallender tint, hetzij een eh…leuker design (geloof het of niet) van de spaken kunnen kiezen. Volslagen triviaal eigenlijk, maar toch..de S ziet er gewoon leuker uit. Aan de andere kant maken de vijfspaaksvelgen van een 998 of zelfs voorganger 1098 toch nog net wat meer los. Deze keer doet het toch iets….Japans aan. En als we dan toch op een zijspoor zitten, waarom moet iets als een achtervelg bij elk ander model óók gelijk een nieuw design krijgen? Het lijkt zelfs of dit ten koste van álles moet gebeuren; kijk maar eens naar wat voor vreemds Triumph op haar nieuwe Speed Triple heeft gehangen; de combinatie van uitlopende spaken en een ‘speelse’ draai in het geheel resulteert in….eigenlijk net helemaal niks. Linksom niet, rechtsom niet. Dat lot is de 1198 gelukkig gespaard gebleven, maar het zet je te denken.
Sticker
En dan is er nog dat ene kleine, maar o zo irritant doordringende stickertje op de zijkuip. Dat vermaledije S-je. Verdomme, sta je dan als vowassen kerel. Totaal van de wijs gebracht door een stickertje. Een letter! Bijna niks. Maar net genoeg om bij elke wissel, elke tankbeurt en noem ze maar op, de berijder op net iets te luide toon te laten zeggen ‘Zo, en nu mag iemand anders op de witte rijden’. En dat terwijl er niets mankeert aan het ding! Niets! Of tenminste… dat valt nog te bezien, maar dat is iets voor straks. En bovendien; had er een ander gezelschap omheen verzameld en de lofuitingen waren niet van de lucht geweest en iedereen had wel een rondje gewild. Het is ook nóóit goed. Nog iets geks? Ik zei het al: de witte is het minst populair. De witte. Nog geen jaar geleden had je met deze kleurstelling een volledig bataljon aan beveiliging nodig gehad om er mee over straat te kunnen, zo cool was wit toen. Nu? Nou, zet er maar eens een rode naast. Wat oogt chiquer? Op de een of andere manier zijn het toch de reflecties in het scharlakenrode kunststof die meer uitstralen dan de glitters van het paarlemoer bij de tweelingbroeder. Eenmaal per jaar estethisch verantwoord naar Dance Valley is schijnbaar toch genoeg, daarna willen we snel weer terug naar onze Louis Vuittons, Prada’s en Versaces. Gewoon, omdat iederéén ziet hoeveel geld dat kost. Een Des Bouvrie is toch net iets te…onaf.
Puur op emotie –en we hebben het over Italiaanse motoren dus dat telt- gaan de punten dus naar het rode team. Maar zoals zo vaak bij dit soort spelshows is er nog meer. Veel meer. Want los van de verschillen, en zoveel zijn dat er niet, zijn de motoren identiek. Dus dan hebben we het over blok en rijwielgedeelte, eventjes niet over de vering en electronica. Bekijk je het zo, dan heb je met ‘blok en rijwielgedeelte’ zo ongeveer de hele motorfiets genoemd en dat klopt dan ook wel redelijk. Het lange verhaal hebben we al eerder gepubliceerd en is hier te vinden, in het kort gaat het om een nieuw blok met zowel grotere boring als slag in een nieuw ontworpen carter wat zowel lichter als sterker is. Dit is gehangen in een frame van bekende samenstelling, een handvol 34 mm buisjes op een slimme manier aaneen gelast. Aan de voorzijde voorzien van een 43 mm upside down die iets langere veerweg kreeg, en aan de achterzijde de altijd indrukwekkende klont achterbrug. Deze wordt afgeveerd door een nette monoshock en uiteindelijk is het geheel omhuld door een op het oog onwijzigde kuip. Ziet er hetzelfde uit dus, is daaronder weldegelijk anders. Met de 1198 kan Ducati zich op de borst kloppen met en pk/gewichtsverhouding die akelig dicht de zo gekoesterde 1:1 verhouding benadert. Dat is bijzonder veel. 170 paarden bij 171 kilo….bijzonder netjes en dat had je enkele jaren geleden nog niet voor mogelijk gehouden. En ach, wie maalt er nou om het feit dat dit bijzonder subjectief is en afhankelijk van meerdere factoren zoals het meten aan de krukas danwel het achterwiel, het wegen met of zonder vloeistoffen en accu en het feit of er een welvarende Europeaan meegetorst dient te worden of niet. Geeft allemaal niks, hebben we allemaal wel eens. Feit blijft dat er bijzonder veel vermogen beschikbaar is voor een bijzonder beperkte massa.