Test: Honda DN-01
4: Buitenaards
Inhoudsopgave |
---|
Test: Honda DN-01 |
2: Dream New |
3: Opvallende verschijning |
4: Buitenaards |
5: Conclusie |
6: Technische gegevens |
Buitenaards
Amper Leiden gepasseerd lijkt de A4 uitgerekend deze dag aan een acute hartstilstand te zijn bezweken. Normaal gesproken een goede reden om direct de snelweg te verlaten, maar ditmaal besluiten we anders. Per slot van rekening rijden we op een van automatische transmissie voorziene motorfiets en deze congestie maakt dat we de motor goed op z´n file-capaciteiten kunnen beoordelen. HFT: Human Friendly Transmission
Voor de aandrijving van de DN-01 werd een nieuwe 'versnellingsbak' ontwikkeld, de HFT
In tegenstelling tot de bekendere CVT, die gebruik maakt van twee variabele poelies, wordt bij de HFT de overbrenging gerealiseerd door een hydro-mechanisch samenspel tussen een oliepomp en oliemotor.
Basis is een door het motorblok aangedreven oliepomp die het vermogen omzet in oliedruk. Deze oliedruk drijft vervolgens een - traploos instelbare - oliemotor aan die rechtstreeks op de cardan is aangesloten. Het systeem werd door Honda al eerder toegepast in de agricultuur en quads, en nu dus voor het eerst op een motorfiets.
De voordelen zijn volgens Honda legio; dankzij een uitgekiend blokkeringsmechanisme heeft de HFT minder transmissieverliezen en dus minder vermogensverliezen, wat de aandrijving efficienter maakt. Daarnaast is de unit compacter dan een CVT wat ontwerpers meer ruimte en vrijheid geeft bij de ontwikkeling van een nieuwe fiets. Ondanks zijn lage zit en eveneens lage zwaartepunt laat de motor zich niet zo gemakkelijk tussen de lange rij stilstaande auto´s laveren als we graag zouden willen. Met dank aan het toch wel forse gewicht van de DN-01 in combinatie met zijn lange wielbasis. Vliegensvlug tussen de auto´s doorschieten is er niet bij, maar daar staat wél tegenover dat het rijden op zich erg ontspannen gaat. Je hebt gewoon wat meer ruimte nodig dan bij een gemiddelde motorfiets, that´s all. Daarbij is het feit dat ons een dikke linkerpols wordt bespaard een aangename bijkomstigheid die dat wat trage sturen meer dan voldoende compenseert.
Zo uitzonderlijk en opvallend als het uiterlijk van de DN-01 is, zo is ook het rijden met de motorfiets. Waar het Aprilia met de 850 Mana niet is gelukt om een echt motorgevoel te creëren zijn de heren engineers bij Honda voor die opgave met vlag en wimpel geslaagd. hetgeen gedeeltelijk ook met het verwachtingspatroon te maken heeft; Van welke kant je 'm ook bekijkt... de Mana ziet er uit als een normale motor waardoor z'n CVT scootertransmissie 'm tegenstrijdig maakt. De DN-01 is echter uniek in zijn soort wat maakt dat de HFT aandrijving het beeld van de fiets niet verstoort. Sterker, rijden met de DN-01 is zondermeer fun met een hoofdletter F. De motor mag dankzij zijn lage uitvoering misschien amper over grondspeling beschikken (net als de lange wielbasis met meer onderuitgezakte voorvork niet bevorderlijk is voor flitsend stuurgedrag), het weerhield ons niet om met bovengemiddeld tempo (in ieder geval hard genoeg om ons rijbewijs voor in te moeten leveren) over de – inmiddels al weer officieel voor motorrijders opengestelde – Lekdijk West en Oost richting Utrecht te rijden. Insturen vraagt misschien enige precisie, maar gaat daarna als van een leien dakje.
Eenmaal aan dat plompe stuurgedrag gewend is het dan ook prima sturen met de DN-01. Enkel de erg stugge achterveer gooit bij de steeds vaker opduikende onzindrempels roet in het eten. Zo comfortabel als de fiets aan de voorkant is, zo hard is ie van achteren. Beetje te naar onze smaak. Hetzelfde kan trouwens worden gezegd van de remmen op de motor. Honda getrouw beschikt ook deze DN-01 over combined ABS, wat betekent dat met de achterrem ook één zuiger van de voorrem wordt bediend. De voorrem laat zich met veel gevoel bedienen, maar blinkt niet écht uit in remvertraging. De achterrem daarentegen weet wél een forse vertraging te realiseren, maar enig gevoel is het forse rempedaal vreemd.
Voor de aandrijving van de DN-01 haalde Honda een oude bekende uit de kast: de 680cc V-Twin die we kennen van de Deauville, het kleine broertje van de Pan European. Het motorblok is goed voor een vermogen van 61 Pk bij 7.500 omwentelingen per minuut en weet bij 6.000 omwentelingen zijn maximale koppel van 64 Nm af te geven. Ondanks dat het motorblok ten opzichte van die Deauville nagenoeg ongewijzigd is gebleven voelt het in de praktijk niet zo. Wat de motor aan zijn relatief zware gewicht van 270 kg (droog!) heeft te danken. Dat zijn maar liefst 31 kg meer dan een Deauville (voor de Wizzkids onder ons: 13% zwaarder), en dat merk je. het blijft zondermeer een bijzonder erm... buitenaardse verschijning Het wordt nog duidelijker als je vermogen afzet tegen gewicht: bij de Deauville (die op papier over 5 Pk meer beschikt) is de pk/gewichtsverhouding 0,28 Pk per kilo, bij de DN-01 is dat 0,23. En dan is het verschil ineens 22%! Desondanks is het vermogen ruim voldoende om 's lands snelheidslimieten zelfs op de snelweg serieus aan de laars te lappen. De motor pakt goed op en heeft een acceleratie-beleving die ongeveer gelijk staat aan een Burgman 650, ook al zo'n kollosaal slagschip.
Verbruik
Het benzineverbruik van de DN-01 viel ons niet tegen, maar ook niet mee. Gemiddeld wisten we 17 kilometer ver te komen met 1 liter Euro loodvrij. En dat bij over het algemeen gemiddeld tempo. Dat mag misschien nog best wel redelijk lijken, maar de eveneens bij de redactie aanwezige CB1000R wist precies hetzelfde verbruik te realiseren. En die fiets beschikt toch echt over een vrachtwagen meer aan peekaa's.
Dat Honda goed na heeft gedacht over die transmissie wordt ons al snel duidelijk. Als automaat is de fiets al behoorlijk vlot over de dijk te sturen, switchen naar de sportstand maakt dat de motor nét wat meer vermogen afgeeft en, zodra je van het gas gaat, over een sterkere motorrem beschikt. Ook als we overstappen op manuele bediening weet de DN-01 ons te overtuigen. Merkbaar soepeler dan de Aprilia Mana en daarbij zitten de schakelknoppen ergonomisch nu wel op de juiste plek. Opvallend daarbij is de veiligheid die Honda in het systeem heeft ingebouwd. Schakelen kan alleen binnen een bepaald toerengebied, waarmee voorkomen wordt dat je óf per ongeluk te ver terugschakelt óf de motor te weinig toeren laat maken. En mocht je vergeten terug te schakelen, geen nood, zodra de elektronica signaleert dat het toerental onder een bepaalde waarde komt wordt er automatisch teruggeschakeld. Toch zul je in de praktijk niet vaak gebruik maken van de manuele bediening, alleen al vanwege het feit dat de motor zich als automaat zo soepel laat rijden.
Is er een plaats tussen de sterren, waar ik heen kan gaan?