Zoeken

Test: Yamaha FZ1 N

Pagina 3

12 april 2006
Inhoudsopgave
Test: Yamaha FZ1 N
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7
Pagina 8

Een nieuw idee

Stap op en plof neer... plof? Niet bepaald, het zadel is hard. Erg hard zelfs, bijna onaangenaam, maar daardoor juist precies goed. Eindelijk weer eens een gezonde afwisseling van die 'oh wat moet ik voorzichtig zijn met mijn tere billetjes'-zadels want op de lange termijn weet je van ellende niet meer hoe je dan moet zitten. De FZ1 heeft dat in het geheel niet, het is net zacht genoeg om niet irritant te zijn maar verder gewoon comfortabel hard. Inderdaad lekker kort op het balhoofd, met het stuur in een assertieve, sportieve positie. We beginnen al wat te grommen… De voetsteunen staan ook op een leuke positie, de tank is weliswaar breed maar – buiten dat dat weer toevoegt aan het beestachtige gevoel – biedt voldoende grip voor de knieën. De schouders gaan automatisch wat omhoog, de ellebogen naar buiten, de eerste versnelling wordt ingeschakeld en we gaan op jacht naar stoplichten. Grom! Wachtend bij het rode licht valt op dat snel wegrijden best nog noodzakelijk is; het kost nogal wat moeite de spiegels zo te verstellen dat je er ook echt mee naar achteren kan kijken. Je kan dat ook als voordeel zien; de alom gebezigde klacht enkel de eigen ellebogen te zien gaat ditmaal niet op. Maar de term ‘bermtoerisme' krijgt tegelijk wel een nieuwe betekenis… Als we dan toch naar beneden aan het kijken zijn gaan Experimenteren met muziek Het blok maakt overigens ook best nog een aardig geluid, al is het wel akelig geciviliseerd. Aan de andere kant, het is bijna niet meer voor te stellen dat hierbinnen nog daadwerkelijk vier stukken metaal op en neer knallen op het ritme van zoveel explosies per minuut. God wat klinkt het soepel en loopt het trillingsvrij. En dat terwijl het blok toch echt als dragend deel, dus vast, in het frame hangt. De hoeveelheid lucht die nog steeds door het nette dempertje naar buiten geperst wordt heeft nog wel een leuke brom: je weet gewoon dat je met een dikke fiets op weg bent. Maar dat staat in geen enkele verhouding tot het inlaatgeluid. Je merkt het steeds meer dat de nadruk in geluidsbeleving langzaam maar zeker naar voren verschuift - hoe toepasselijk trouwens op deze motor, zo'n beetje álles is naar voren geplaatst -, mede dankzij de steeds ernstiger wordende geluidseisen moeten de heren ontwerpers zich inmiddels dus richten op zaken anders dan het uitlaatgeluid. Iets dat de toekomstig eigenaar nog net het gevoel geeft met meer dan slechts een verkapt brommobiel onderweg te zijn. Ondanks dat de FZ1 overduidelijk zijn meerdere moet erkennen in willekeurig welke andere motor met vervangingsuitlaat - geef toe, het is min of meer gemeengoed er iets aan te doen - is het eenmaal onderweg allemaal zo erg niet. De airbox maakt meer dan voldoende goed en, ik heb het al eens eerder gezegd, is stomtoevallig ook nog eens zodanig geplaatst dat deze ook op snelheid nog in des rijders oren zingt, dit in tegenstelling tot een uitlaat. Mis je dus iets? Niet bepaald. Als die pijp nou nog lelijk zou zijn dan had je een reden gehad, maar zelfs dat zit er niet in dit keer.

Boijmans is ook in deze stad

we gelijk verder met de tellerpartij. Daar valt eigenlijk weinig exorbitants over te melden, bij een dergelijke motor verwacht je niet al te veel poespas, dus word je niet teleur- gesteld als het keuzemenu beperkt blijft tot twee tripmeters en een totaalteller. Er zit wel een derde tripmeter in, maar die schakelt pas (wel automatisch, dat wel) in als het laatste blokje benzine- voorraad aangesproken wordt. Netjes en doeltreffend. Verder vinden we een klokje, temperatuurmeter, een flinke kilometerteller en een analoge toerenteller met verklikkerlampjes.