Test: Cagiva Raptor 650 IE
Pagina 3
Inhoudsopgave |
---|
Test: Cagiva Raptor 650 IE |
Pagina 2 |
Pagina 3 |
Pagina 4 |
Pagina 5 |
Pagina 6 |
Pagina 7 |
Geuren en smaken
Wie kan het eigenlijk schelen dat het dashboard, net als de rest van de fiets, een toonbeeld van eenvoud is: een centrale teller die de toeren aangeeft met daaronder de verklikkerlampjes en een klein digitaal display wat naast de snelheid alleen nog de totaalstand of de tripmeter laat zien. Niks tweede tripmeter, niks klokje (een lullig ding, maar o zo handig en je mist 'm ineens als je bijna niet anders gewend bent), niks niks. Maar je hebt ook niet meer nodig, dus 'tja' weer niks echt mis mee dus.
Wie kan dergelijke zaken nou schelen als het eigenlijk alleen maar gaat om het rijden; niks te maken met ingewikkelde verbruikscijfers, wat nou elektrisch bedienbaar kuipruitje, rot op met je racy zithouding...gooi je been over het zadel, druk op de knop en beuken maar. Dat duiveltje komt vanzelf, en je zal het weten ook.
Punt voor punt is alles dik voor mekaar, zonder uit te blinken - positief noch negatief. De remmerij mag weliswaar bij Brembo vandaan komen, ook deze zijn toegespitst op het juiste gebruik en je hoeft dus geen 999/RSV-achtige vertraging te verwachten. Ze remmen best door, maar je zal er voor moeten knijpen. Dat Cagiva gekozen heeft voor het Suzuki-blok is niet vreemd, de fabriek doet immers al langere tijd zaken met de Japanse tegenhanger, of het nu gaat om het TL-blok in de Raptor 1000 of Gran Canyon of nu de 650 cc uitvoering in de lichtere modellen. Het gelijk wordt echter pas goed duidelijk als je ermee op pad gaat; evenals zijn grotere broer is het blokje smeuig tot op de bodem.
Of eigenlijk; tot aan het plafond, want in tegenstelling tot de grote is het blok best toerenfanatiek en is meer ook echt beter. Een beetje als de kleine uitvoering van Ducati ook, maar dat is ook al zo'n verrassing. Schakelen kan haast niet fijner dan als bij dit machientje; met je teen naar de pook wijzen is al bijna genoeg om een hogere versnelling in te schakelen, en gezien de redelijk stadse gearing zit je binnen de kortste keren in zes. Ga er lekker voor zitten op het zachte zadel, geef het gas een hengst en tik-tik-tik win je de meeste sprintjes met gemak. Met de nieuwe injectie loopt het blokje trouwens als nooit tevoren; alles wordt netjes geregeld door de CPU, je hebt nergens omkijken meer naar, gewoon contact aan, starten en klaar. Even warm laten worden zoals elke andere en vervolgens is het gas dat het een lieve lust is; geen seconde heeft het blokje geprotesteerd, geen enkele keer verslikt, het blijft gewoon onwijs soepel zijn toeren maken.
Qua vermogensafgifte is het ook redelijk recht voor zijn raap; meer toeren is inderdaad meer vermogen, waarbij het bruikbare vermogen ligt rond het gebied waar de wijzer pal naar voren wijst. Ook daar is over nagedacht. Ondanks de gretigheid bouwt het blokje net voor de begrenzer iets af, dus zelfs al kijk je helemaal niet op je teller, dan nog zal je niet te vaak voor nare verrassingen als een toerenbegrenzer komen te staan - al is dat in het heetst van de strijd evengoed toch wel eens voorgekomen.