Test: Yamaha YZR250 OWL5 2000 Olivier Jacque
OK voor OJ
Naast het constructeurskampioenschap in de 500cc Grand Prix won Yamaha zowel de rijders- als de constructeurstitel in het WK Supersport, maar het was in de 250cc waar Yamaha het seizoen domineerde met twee rijders: de Japanner Shinya Nakano en de Fransman Olivier Jacque op een machine die duidelijk de snelste in het veld was – de Chesterfield gesponsorde YZR250 V-twin.
De strijd om de wereldtitel tussen de twee teamgenoten zou echter pas in de laatste tien meter van de laatste ronde van de afsluitende race van het seizoen in Australië worden beslecht. De winnaar van de race zou ook met de wereldtitel naar huis gaan. Nakano nam kopstart in de race en werd 25 ronden lang op de hielen gezeten door zijn Franse teamgenoot, het duo daarbij gaandeweg afstand nemend van Honda’s eerste rijder Daijiro Katoh.
Het was een riskante onderneming – had het Yamaha duo in het gevecht om de wereldtitel elkaar van de baan gereden, dan zou de wereldtitel alsnog naar Katoh – en dus ook Honda en niet Yamaha – zijn gegaan. Nakano leidde het zenuwslopende pokerspel tot het tweetal voor de laatste keer de Gardner Straight opreed richting de zwartwit geblokte vlag. Dat was het moment dat Jacque in een briljanteNiet eerder was het verschil tussen wereldkampioen en niet-wereldkampioen zó klein als in 2000: 14 duizendste seconde om precies te zijn slipstreammanoeuvre met een miniem verschil van 0,014 seconde de wereldtitel voor de neus van Nakano wegkaapte. Yamaha eindigde het seizoen met 8 overwinningen uit 16 races (5 voor Nakano, 3 voor Jacque), 8 pole posities, 23 podium finishes en eerste en tweede in het wereldkampioenschap. Meer zou je je niet wensen, toch?
Inderdaad, maar weinig wereldtitels waren destijds gewonnen met zoveel finesse als Olivier Jacque op de Tech 3 Yamaha YZR250 OWL5 – het fabrieksteam voor deze unieke machine. Niet vreemd dat Tech 3 baas Hervé Poncharal na afloop van de race in het perscentrum emotioneel werd, toen ik hem feliciteerde de missie te hebben volbracht. “Ik wil zoiets nooit meer meemaken”, zei hij jammerlijk. “De titel winnen is geweldig, maar de wetenschap dat met het kleinste slippertje alles verloren kon zijn betekende dat we aan de rand van afgrond leefden. Ik ben net zo opgelucht als dat ik euforisch ben dat alles goed is gekomen.” Dat wil zeggen, OK voor OJ en natuurlijk ook voor Yamaha.
Tekst: Alan Cathcart
Fotografie: Gold & Goose