Reizen: Sturen en culturen in de Franse Drome
Bergpassen en kloven
Inhoudsopgave |
---|
Reizen: Sturen en culturen in de Franse Drome |
Bergpassen en kloven |
Petit Nice |
Chateau de Grignan |
Combe Laval |
Hoewel het departement Drôme tot ver over de landsgrenzen bekend staat om haar prachtige lavendelvelden, olijfboomgaarden en wijnvelden, behoort de streek voor veel motorrijders tot de minder bekende gebieden. Het departement ligt precies tussen de
Op nog geen duizend kilometer vanaf Utrecht zit je in de Franse Drôme, waar bergpassen en kloven elkaar in raptempo opvolgen
Franse Alpen en het gebied aan de Middellandse zee, met de welbekende George du Verdon – de Franse Grand Canyon – in, waardoor het vaak tussen de wal en het schip in dreigt te vallen. Terwijl juist deze relatieve onbekendheid, in combinatie met de veelal ongerepte natuur, de Drôme tot fantastische uitvalsbasis voor heerlijke motortochten maakt. Het gebied ligt ten zuiden van Lyon, een kleine 1.000 km vanaf Utrecht, waar je binnendoor rijdend in twee dagen kunt zijn, maar met een zoals gebruikelijk te strakke planning op de redactie besluiten we dat ditmaal in een dag over de snelweg te doen.
De hiervoor door Honda beschikbaar gestelde VFR1200 DCT blijkt hiervoor uitstekend geschikt, waardoor de kleine duizend kilometer sneller dan verwacht worden afgelegd. En waar het weer in de Belgische Ardennen –zoals zo vaak- erg nat en met 5 graden vooral heel erg koud is wordt het beter zodra we de grens met Luxemburg zijn gepasseerd. Een kleine valpartij na het tanken langs de Franse tolweg is een kleine smet op het blazoen, maar ondanks dat weten we nog voor zessen 's avonds de motor bij het eerste hotel in Tain-l’Hermitage, een pittoreske plaats aan de rivier de Rhône op de grens met de Ardèche, te parkeren.
Sneeuw was het laatste wat we in deze streek in april hadden verwacht, als we nu boven de 2.000 meter hadden gezeten... het levert wel altijd fraaie beelden op
“Morgenvroeg rijden we eerst een stuk verbindingsweg, om het industriële gebied hier langs de snelweg te ontvluchten, maar dan zullen jullie gaan genieten van een van de hoogtepunten van deze tour, de Combe Laval,” aldus Drôme specialist Jochen Elders van Endurofun tours, die jaarlijks meerdere vakanties naar deze streek organiseert. De Combe Laval bergweg werd in 1897 door Italiaanse arbeiders gemaakt, oorspronkelijk voor het vervoer van
Spectaculair was het zeker, de rit over de Combe Laval, maar we hadden ons dat toch wat anders voorgesteld...
hout uit de bossen van Lente naar St-Jean-en-Royans. “Het is daarmee niet alleen een van Frankrijks oudste bergwegen, maar de weg die soms dwars door de bergwand is aangelegd kijkt bovendien uit op het fraaie dal en is alleen al daarom een genot om te rijden,” zo vervolgt Elders enthousiast zijn verhaal.
De weergoden blijken ons echter minder gezind. Waar het voorjaar in ons eigen Nederland zich eind maart vooral tot erg koud en nat heeft ontpopt wordt de Drôme juist geplaagd door extreme droogte, hetgeen de mat ogende lavendelvelden duidelijk is af te lezen. Nu is warm en droog niet iets waar je als motorrijder snel over zult klagen, maar juist de timing van onze trip moet volgens de deskundigen een ommekeer in het weer gaan plaatsvinden. Hetgeen ons vroeg in de ochtend al snel duidelijk wordt, als we vanuit Tain-l’Hermitage over nog natte wegen zetten koers richting Romans-sur-Isère. We rijden met een boog om de kleine stad, die in 2008 nog wereldnieuws werd vanwege een -mogelijk al jarenlang- lek in haar kerncentrale, en gaan richting Barbières waar het betere stuurwerk ons al ligt op te wachten. De wegen zijn inmiddels grotendeels opgedroogd, maar het is nog wel fris en eenmaal de boven de 1.000 meter uitkomende Col de Tourniol ingezet zien we nevel zich boven de bergen uitstrekken. De Col de Tourniol en daarop volgende slingerweg richting St-Jean-en-Royans worden in ontspannen tempo afgelegd, waarna de spectaculaire Combe Laval met Col Gaudissart en Col de la Machine volgen. De dikke nevel, die eerder nog boven de bergen leek uit te strekken, heeft de Combe Laval echter compleet in zijn greep waardoor de normaal gesproken zo ontzettend fraaie bergweg met soms minimaal zicht wordt afgelegd.
In het oude hotel de la Machine vindt koffie en warme chocolademelk gretig aftrek, waarna onder niet veel betere omstandigheden de afdaling wordt ingezet. Niet veel beter, omdat de aan de zon onttrokken noordelijke delen van de pas deels nog zijn besneeuwd. Niet iets dat je in april hier nog zou verwachten,maar zolang de ijsheiligen nog niet zijn geweest moet alles mogelijk zijn. Nu is sneeuw altijd wel goed voor fraaie kiekjes en sterke verhalen achteraf, maar aangenamere temperaturen was anders ook niet verkeerd geweest. De normaal gesproken prachtige bergpassen, die elkaar in rap tempo opvolgen, zijn toch anders met sneeuw in de berm.
Als vanuit Vassieux weg wordt gezet richting de Col de Rousset is de hemel inmiddels helemaal opgeklaard en begint het zowaar warm te worden. Iets waar op de bijna 1.400 meter hoge col nog niet zoveel van is merken, maar eenmaal in het lager gelegen Chamaloc begint de warme zon behoorlijk op ons in te branden.Het geplande bezoek aan de wijnkelders van de Jaillance coöperatie in het plaatje Die komt dan ook erg gelegen. In het kleine museum wordt de geschiedenis van de coöperatie, die in 1950 werd opgericht en voornamelijk witte wijn produceert, verteld, waarna de goed sprekende gids ons door de koele wijnkelders leidt. Indrukwekkend en ook nog eens erg leerzaam. Als na afloop van de rondleiding de verschillende wijnen kunnen worden geproefd bedanken we vriendelijk voor het aanbod. Het is buiten inmiddels erg warm en we hebben nog de nodige kilometers op de motor af te leggen, en dus lijkt alcohol – hoe weinig het met een proeverij ook zij – geen goed idee.
Waanzinnig mooie vergezichten op de Col de Rousset
Dat het in de Drôme lange tijd niet heeft geregend is de vele zijrivieren van de Rhône, waaronder de Drôme (weten we meteen waar deze streek zijn naam aan te danken heeft), duidelijk af te lezen. Waar rond deze tijd van het jaar normaal gesproken genoeg water door de rivieren zou moeten stromen is er nu amper water te ontdekken en staan veel beekjes zelfs helemaal droog. Vanuit Saillans, waar we zicht hebben op een de oude brug, wordt koers gezet richting het eindstation van de eerste dag. Eenmaal de provinciale weg verlaten is het opmerkelijk hoe weinig verkeer hier op zondag rijdt, alsof het hele gebied totaal is verlaten. En dat terwijl we hemelsbreed misschien maar vijftien kilometer van de drukke snelweg richting het zuiden verwijderd zijn. Het uitgestrekte en uitgestorven gebied heeft echter ook een nadeel, benzinestations zijn erg schaars en bovendien op zondag gesloten. Met de benzine-indicator al een tijdje op ‘lege tank’ besluiten we in Marsanne wijselijk een beroep op de lokale Franse bevolking te doen, voordat de laatste Col de la Grande Limite richting Mirmande wordt ingezet.