Zoeken

Test: Royal Enfield Classic 350

Comfortabel en vertrouwd

4 maart 2022

Vanaf het eerste moment dat het been over het zadel wordt gegooid voelt de Classic 350 alsof je een oude (vertrouwde) schoen aantrekt, zó comfortabel en vertrouwd. Het zadel voelt lekker aan en eenmaal op pad blijkt de vulling goed gekozen te zijn: zacht genoeg om een dempende werking te creëren die oneffenheden in het wegdek absorbeert, en tegelijkertijd niet té zacht om al Schijnt de warmste februari-dag ooit gemeten te zijn vandaag. Lekker...na korte tijd een houten reet van het zitten te krijgen – wat vaak bij zachte zadels het geval is. De verhouding tussen het zadel en het stuur en de voetsteunen is zo goed gekozen dat je intuïtief meteen je voeten en handen op de juiste plek zet, de zit laat zich nog het best omschrijven als retro-relaxt.

Vanuit het zadel heb je zicht op een minimalistisch display dat uit een klassieke snelheidsmeter met daaronder een klein digitaal display bestaat. Rechts naast het display is een rond Royal Enfield logo voorzien, dat optioneel kan worden ingeruild voor de turn-by-turn Tripper navigatie die vorig jaar bij Enfield z’n debuut heeft gemaakt op de Meteor 350 en Himalayan en waarvan we weten dat die best handig is om van A naar B te navigeren. Hoewel, met een beetje handigheid kun je d’r nog best mooie routes mee uitzetten. Helemaal wanneer je net als wij vandaag in de Franse Rhône rijdt waar elke weg wel een feestje is. Links op het stuur is trouwens heel subtiel onder de greep van het koppelingshendel een USB-aansluiting voorzien, Twintig graden, heerlijke lentezon, prachtige bergwegen en een Royal Enfield Classic 350. Het leven is goedwaarmee je bijvoorbeeld tijdens het rijden je telefoon zou kunnen laden. En dat Enfield goed naar de wensen van de Europese klant heeft geluisterd blijkt uit de rechtse stuurarmatuur, waar een schakelaar voor alarmlichten is voorzien – op speciaal verzoek dus van Europa, in India is daar absoluut geen vraag naar.

Het eerste wat me opvalt wanneer we door de prachtige bergachtige omgeving aan het kronkelen zijn is hoe ontzettend gemakkelijk en lichtvoetig de Classic 350 van richting te veranderen is. De combinatie van een korte wielbasis en smalle banden (de achterband is 2 cm smaller dan die van de Meteor 350) is hier ongetwijfeld debet aan. Het blok pruttelt (ploft is voor een 349cc een net iets te groot woord) lekker tussen je benen en doet dat nagenoeg trillingsvrij dankzij de enkele balansas. Ondanks ‘slechts’ 20,2 pk voelt het blok niet echt timide aan, maar dat komt grotendeels ook doordat ‘ie van voor tot achter ‘onthaasten’ uitstraalt. Gewoon lekker ontspannen van je rit genieten, in plaats van voor de snelste ‘rondetijd’ te gaan. Nog maar even van genieten, schijnt dat thuis Eunice behoorlijk aan het huishouden isDat snelheid totaal geen prioriteit heeft gehad wordt nog eens bevestigd als tijdens het rijden de snelheidsmeter telkens een lagere snelheid aangeeft dan ik op gevoel zou hebben gedacht. Zeventig kilometer per uur voelt als negentig aan en dat is als je het goed bekijkt beter dan andersom: niets erger dan voor je gevoel stil te staan, maar in werkelijkheid al als een malle met hoogst illegale snelheden aan het knallen te zijn. 

De vijfversnellingsbak laat zich ook zonder koppeling probleemloos bedienen, zowel met opschakelen en terugschakelen, ondanks dat je wel een duidelijke overgang voelt. Ondanks dat het ‘maar’ een drieënhalf eencilinder is met ‘slechts’ 20,2 pk aan de tap hoef je die versnellingsbak trouwens geeneens echt intensief te gebruiken; wanneer je het zou willen zou je de hele dag alles in derde versnelling af kunnen doen. Zelfs in vijfde versnelling laat het blok zich tot iets boven het stationaire toerental afknijpen, om daarna zonder flink tegen te sputteren de draad weer op te pakken.
Heeft ook wel wat, de matte versies. Zadel zit trouwens echt superlekker

Schakelt goed, maar je kunt 'm ook best schakellui rijden. Blok loopt trouwens mooi trillingsvrij

Bybre remmelarij, waarvan die in het achterwiel voor ons gevoel harder remde dan die in het voorwiel

Genoeg accessoires om 'm mee aan te dikken. Schijnt dat in India aluminium gietwielen helemaal je van het zijn, maar daar doen we hier in Europa niet aan. Bar-end spiegels daarentegen wel, evenals valbeugels
Daarmee is trouwens niet gezegd dat wanneer je wél de versnellingsbak optimaal gebruikt, je daarvoor niet wordt beloond. De Classic bouwt z’n vermogen mooi lineair op en valt bovenin pas dood op het moment dat de toerenbegrenzer zegt dat ’t mooi genoeg is geweest. Dát is misschien wel een van de leukste aspecten van de Classic 350: een relaxte rit uitstralen en daar verdomd goed in zijn, maar tegelijkertijd niet door de mand vallen wanneer ‘ie oneigenlijk wordt gebruikt.

Of er dan helemaal niets op de motor is af te dingen? Zeker wel, maar tegelijkertijd heeft ‘ie een aaibaarheidsfactor die alle minpunten meteen relativeert. Laat ik beginnen met de vering, waar ik persoonlijk een andere afstelling zou hebben geprefereerd. De voorkant voelt behoorlijk stug, waardoor oneffenheden in het wegdek direct worden doorgegeven, maar je zou ook kunnen stellen dat het een teken aan de wand is dat het asfalt écht aan vervanging toe is. De achterkant had daarentegen als je ’t mij vraagt iets straffer mogen zijn, wanneer je besluit om in van-dik-hout stijl die fraaie bergweg af te raggen, dan voel je wel beweging in de achterkant, maar ergens past ‘m dat wel. Enerzijds omdat het de Classic lekker levendig maakt en anderzijds omdat ‘ie wél z’n mannetje staat en het geen enkel moment in een ‘holy shit’ moment resulteert. Wat de remmen betreft sluit het gevoel van de voorrem naadloos aan bij wat je van een retro-classic verwachten mag, een beetje vaag maar wel met voldoende remkracht wanneer je doorknijpt. De achterrem daarentegen voelt juist behoorlijk fel, waardoor het net lijkt alsof ‘ie achter harder remt dan voor. Dat voelt in eerste instantie ietwat vreemd aan, maar tegelijkertijd rijd je dus wel in de wetenschap dat de achterrem écht wat doet en dat is toch echt heel wat beter dan dat rempedaal intrappen en constateren dat er amper iets gebeurt.