Zoeken

Test: Ducati Scrambler Nightshift

Spookstad

10 mei 2021

Het rijden door een totaal verlaten spookstad is een unieke ervaring op zich, helemaal op de Nightshift die terdege op het nachtelijke werk blijkt te zijn voorbereid. Met dank aan de 800 cc (vooruit, 803 cc) luchtgekoelde 90° V-twin die nu aan de geluids- en emissie-eisen van Euro5 voldoet en daardoor niet overdreven veel geluid maakt. Een nachtbraker weet als geen ander dat de sleutel tot succes om tot diep in de nacht Als een dief in de nachtdoor te kunnen gaan is zo min mogelijk overlast te veroorzaken. Want hoe meer overlast, hoe eerder er mensen zullen gaan klagen dat je hun nachtrust aan het verstoren bent. 

Daarmee is trouwens niet gezegd dat de Nightshift de mond is gesnoerd, uit het dubbelloops uitlaatsysteem klinkt nog steeds een fraaie klank, maar het geluidsvolume daarentegen is netjes beschaafd. Echter niet té beschaafd om er zelf niet meer van de kunnen genieten en dat is in onze ogen eigenlijk toch wel veel beter dan vroegâh, toen de hele buurt mee kon genieten als je de motor had gestart. Hoewel, denk dat in die tijd de hele buurt dat ook wel geweldig vond, maar dát is tegenwoordig wel anders. Beetje net als roken, vroeger kon dat ook altijd en overal en nu word je al aangesproken als je in de winkelstraat een peuk opsteekt. 

Dat de strengere eisen van Euro 5 ook hun impact op de prestaties van de 2 kleps V-twin hebben gehad valt niet te ontkennen, de Scrambler levert nu 73 pk bij 8.250 tpm en dat zijn twee paarden minder dan de eerste Scrambler tot z’n beschikking had. Ook het maximum koppel is een fractie kleiner: 66,2 Nm bij 5.750 tpm ten opzichte van 68 Nm bij de eerste Scrambler. Niet dat daar ook maar één Scrambler liefhebber wakker van zal liggen, laat staan dat hij (of zij) er iets van zal merken, want als het bij de Scrambler ergens vooral niet om gaat, dan zijn het wel de prestaties die echt van ondergeschikt belang zijn. Of het nu 75 paarden zijn die staan te trappelen, of 73, het zijn er meer dan genoeg om binnen no-time hoogst illegale snelheden te kunnen rijden, maar zoals gezegd… daar gaat niet om.

Hoewel… veel meer dan welke Scrambler dan ook, welke Scrambler we in het verleden mee op pad zijn geweest, probeert deze Nightshift het kleine duiveltje dat op je schouder meerijdt een por te geven. “Doe maar, laat je maar gaan, van mij mag je.” Dat heeft de Nightshift te danken aan het brede en vooral vlakke stuur, dat de motor een sportieve zithouding geeft, echter zonder dat dit ten koste van het comfort is gegaan. Waardoor het met hetzelfde gemak over de boulevard van Scheveningen cruisen is als ‘s nachts Denk niet dat we dat ooit nog eens mee gaan maken. Ergens wel vet, zo'n stad helemaal voor je alleenongegeneerd door de Haagse binnenstad vegen. Wat ‘ie trouwens heerlijk met speels gemak lekker licht en direct doet, mede ook dankzij de vering die de oneffenheden van de Haagse straten vol tramrails en al dat soort zaken die het leven er minder vrolijk op kunnen maken als een TT-circuit gladstrijkt. 

Het vlakke zadel heeft weliswaar geen houvast voor een eventuele duopassagier en lijkt ontzettend kort, maar biedt genoeg ruimte voor een eventuele duopassagier, die zich oldskool aan jou vast zal moeten houden. Het zadel is trouwens niet in hoogte in te stellen, maar de hoogte van ‘slechts’ 798 mm zal voor de meesten laag genoeg zijn om beide voeten stevig aan de grond te kunnen zetten. De ronde enkele teller met digitaal display is ’s nachts goed afleesbaar en gemakkelijk te bedienen vanaf het stuur en ook de bar-end spiegels bieden goed zicht naar achteren (en zien er zeker naar beneden geplaatst echt supercool uit), maar hebben
Hadden we al gezegd dat dit minimalisme ten voeten uit is? 

Wat te denken van die mooie gefreesde details

En dan hebben we 't nog geeneens over de fraaie spaakwielen gehad
wel een beperkt instelbereik. Verstellen onder het rijden is geen goed idee, je loopt de kans om net als ik nét iets te veel kracht te zetten met verstellen en de bout waarmee de beugel aan het stuur is geschroefd losschiet en de spiegel gaat bungelen.

Door tegen de schroefrichting in te draaien zit het spiegel weer vast, maar ben ik het zicht naar achteren weer kwijt. Niet dat dát vannacht een probleem is, op echt een enkeling na zijn de straten van onze regeringsstad echt helemaal leeg. Bovendien heeft elke motor er twee en de andere spiegel biedt voldoende zicht naar achteren. Het beperkte instelbereik is zo’n beetje het enige waar iets op aan te merken is. Vooruit, handvatverwarming zou bij een buitentemperatuur als nu van net iets boven het vriespunt wel lekker zijn geweest, maar gelukkig bestaat er ook nog iets als verwarmde handschoenen.

Buiten de spiegel en koude handen is er niets dat ons in het holst van de nacht ervan weerhoudt om nog een extra rondje door de spookstad te doen. De straten liggen er stil en verlaten bij, maar dat heeft de wethouder van verkeer niet op het idee gebracht de verkeerslichten buiten werking te stellen. Waardoor we dus meer dan eens voor Jan Doedel voor rood staan te wachten, hoewel dat ergens geeneens een nadeel is, het leert me in ieder geval hoe ontzettend stadsvriendelijk de Nightshift is. De bak schakelt super gemakkelijk en direct en de slip-assist koppeling is echt vederlicht, waardoor je niet bang hoeft te zijn om aan het eind van de nachtdienst een zware linkerpols te hebben van het (ont)koppelen.