Zoeken

Test: Hyosung Aquila GV300 S Bobber

Boulevard of dijkweg

29 april 2020

Hoewel strikt genomen de GV300 als opvolger van de in 2010 gelanceerde GV250 kan worden gezien, is het meer voordehand liggend om te stellen dat ‘ie de grotere broer van de 125 Bobber is, per slot van rekening heeft ‘ie daar veel meer mee gemeen. Wat nog eens blijkt tijdens de beknopte presentatie van het nieuwe model: met uitzondering van het blok en de vering is de Aquila GV300 S Bobber een blauwdruk van vorig jaar in de Benelux op de markt gezette 125. Vooruit, links en rechts zijn er wel enkele kleine verschillen te ontdekken, maar dat is meer om de een van de ander te kunnen onderscheiden dan dat er Wat een verschil met de 125 afgelopen jaar, en niet alleen vanwege het weertechnische verschillen zijn. Wat afmetingen betreft is het rijwielgedeelte dan ook een op een overgenomen van de Bobber 125: een wielbasis van 1.410 mm, iets onderuitgezakte balhoofdshoek van 29° en een naloop van 103,6 mm. Zelfs de buitenafmetingen (lengte, breedte, hoogte) zijn tot op de millimeter gelijk aan de 125. De aanpassingen die ten opzichte van de 125 zijn doorgevoerd zijn dan puur om ‘m aan te passen op het zwaardere blok: andere vering en andere remmen.

Wat gooi- en smijtfactor aangaat doet deze Bobber 300 dan ook niet onder voor z’n kleinere broertje, zo blijkt tijdens de korte kennismaking in het rivierenland. Denk nu niet ‘voor een chopper’, want sturen gaat ‘m echt veel beter af dan het segment waarin ‘ie is geplaatst vermoeden doet. Met dank ook aan het drooggewicht, dat met 169,5 kilo droog beduidend lichter is dan al het cruisergeweld uit de U.S.A. Tuurlijk, die dingen hebben zes keer zoveel cilinderinhoud, maar dan nog, iets zegt ons dat ook een 2-liter Cruiser niet zwaar zou hoeven te zijn. Ten opzichte van de 125 heeft de 300 dus 3,5 kilo meer aan gewicht, wat aan het grotere blok is toe te schrijven. Net als de 125 heeft ook deze 300 een 60° V-twin configuratie, maar waar de 125 een grotere slaglengte ten opzichte van de boring heeft is bij de 300 het omgekeerde het geval: een grotere boring ten opzichte van de slaglengte – 58 x 56 mm in plaats van 42 x 45 mm voor wie van de cijfertjes is. De SOHC 8-kleppen 60° V-twin (de 125 heeft trouwens een 3-kleps kop) wordt door Hyosung opgegeven voor een topvermogen van 30 pk bij 8.500 toeren en een maximum koppel van 25,6 Nm bij 6.500 toeren per minuut, wat ten opzichte van de 125 een wereld van verschil uitmaakt.Dat buiten Honda (en een beetje ook Kawa) nog niet meer merken op dit idee zijn gekomen  Weg Bobber die boven de 110 per uur niet echt meer vooruit te branden is, hallo Bobber die met gemak 150 per uur aantikt. 

Hoewel nog steeds ‘slechts’ 296cc voelt de Bobber 300 veel meer als een 500 aan, maar om dat verschil te merken zou ‘ie naast een Honda Rebel moeten staan, het enige alternatief dat zonder aanpassingen geschikt is voor het A2 rijbewijs en waar deze Bobber 300 best veel overeenkomsten mee heeft. De motor pakt van onderuit mooi op en bouwt lineair z’n vermogen op, waarbij ‘een versnelling te hoog’ niet meteen keihard wordt afgestraft. Sterker, het blok voelt ontzettend soepel aan en ook de bak schakelt licht en direct. Wel valt op dat de koppeling niet supervederlicht is, maar ook zonder koppeling is het prima schakelen. In tegenstelling tot de 125 is deze 300 trouwens van een zesbak voorzien, wat meteen een deel van de gewichtstoename van 3,5 kilo verklaart.