Test: Ducati Streetfighter V4 S
Conclusie
Als er één motor is waar we reikhalzend naar uit hebben gekeken, dan is dat absoluut de 2020 Streetfighter V4, de reïncarnatie van de oorspronkelijke Streetfighter die in 2009 op de markt werd gezet en voor z’n tijd qua specs minstens zo indrukwekkend was geweest, Adrenalinerush in het kwadraat, maar waarschijnlijk ook je abonnement op het CJIBmaar nooit het verkoopsucces werd waarop Ducati had gehoopt omdat ‘ie voor velen een beetje té veel van het goede was, alsof je in een constant gevecht met de straat was. Een gevecht waarvan je wist dat je het zou gaan verliezen, het was alleen de vraag wanneer.
Ducati heeft echter van haar fouten geleerd en het met de Streetfighter 2.0 heel anders aangepakt. Hetzelfde uitgangspunt, maar dan anders uitgevoerd. Was de Streetfighter 1.0 een 1098 Superbike in Naked trim, is deze 2.0 versie van de Panigale V4 Superbike afgeleid, met prestaties die zelfs menig Superbike doen verbleken. We zegen het maar eens: 208 pk bij 178 kilo.
Het grote verschil tussen 1.0 en 2.0 is echter dat Ducati ditmaal ontzettend goed over het concept heeft nagedacht en van de Streetfighter V4 geen ontembaar en daarmee onrijdbaar beest heeft gemaakt, maar een fiets die een onuitwisbare indruk bij je achterlaat en tegelijkertijd super gebruiksvriendelijk is, maar om exact diezelfde reden er ook voor zorgt dat je altijd en overal te hard rijdt. De volgende dus graag met cruise control, om het tempo te kunnen controleren op een doorgaande weg. En nu maar hopen dat er de komende week geen post uit Leeuwarden in m’n brievenbus zit.
Kanonne, wat een kanon; water loopt je in de mond; Panigale voor de straat; ergonomie; dat geluid
Quickshifter was nukkig bij tijd en wijle; geen cruise control; probeer eens de maximum snelheid in ere te houden; dat geluid