Zoeken

Test: Ducati Scrambler 1100 Sport PRO

Just PRO

26 augustus 2020

Twee jaar na de lancering van de Scrambler 1100 heeft Ducati voor 2020 die familie op de schop gegooid, waarbij de 1100 Special van de lijst is geschrapt en de gewone 1100 en 1100 Sport tot PRO versie zijn opgewaardeerd: Scrambler 1100 PRO en Scrambler 1100 Sport PRO. Meest in het oog springend verschil zit ‘m in de achterkant, die er in mijn ogen echt 1000% op vooruit is gegaan. Weg onder het kontje geplaatste dubbele forse einddempers die in mijn ogen veel te veel gelijkenis hadden met het Monster 1100 uitlaatsysteem (wat het in feite ook was), hallo nieuw uitlaatsysteem met rechts twee boven Sport PRO, dus dat moesten we dan maar eens doenelkaar geplaatste ‘shotgun’ einddempers. Veel, veel beter, als je het mij vraagt. Het tweede punt dat Ducati heeft aangepast is de kentekenplaathouder, die nu niet meer aan het kontje is bevestigd, maar aan de achterbrug. Inderdaad, net als Ducati bij de 800 versie vanaf het begin heeft gedaan. Waarom dat niet meteen bij de eerste 1100 is gedaan is ons een raadsel. 

Buiten dat de kleurstelling van beide PRO versies is opgefrist heeft Ducati verder geen noemenswaardige aanpassingen aan het design gedaan. De voorkant van de 1100 PRO’s wordt opgesierd door een klassiek ogende ronde koplamp die van DRL Daytime Running Lights, ofwel dagrijverlichting (LED, uiteraard) en een X-vormige grill is voorzien. Aan de achterkant vinden we een ander handelskenmerk van de Scrambler, het fraaie achterlicht met unieke U-vormige lichtbaan, waarvan het ‘Ambilight’ effect is gecreëerd door een afgestompte verdelerkap te combineren met en 12-LED strip (18-LED voor het achterlicht). 

Wat Ducati daarentegen wel heeft aangepast is het zadel, dat nu anders gepolsterd is, waardoor je nu volgens de Italianen het urenlang moet kunnen volhouden. Nu gebied de eerlijkheid mij te zeggen dat de kleine 125 kilometer lange rit in de prachtige, zonovergoten en snikhete Ardennen rond Dinant te kort is geweest om daar een serieus oordeel over te vellen, maar dat ‘ie prinsheerlijk zit staat als een paal boven het Nieuw Amsterdams Peil, dat trouwens aan de lage kant stond waardoor het programma van de dag moest worden aangepast. 

Om ons te laten ervaren dat de Scrambler 1100 Sport PRO net zo zeer de belichaming is van het “Land of Joy” als die eerste Scrambler in Palm Springs had de Benelux importeur een plan bedacht. Eerst kajakken op de Lesse (welke Nederlander heeft dat nog niet gedaan) en daarna een rondje toeren met de Scrambler. Zoals de doorsnee Scrambler rijder op een zomerdag ook zou kunnen doen, relaxt genieten van de zomer. Barbecue erbij en het plaatje zou helemaal compleet zijn geweest. Heerlijk genieten, en dat geldt zowel voor de Scrambler als voor de ArdennenAls gevolg van de lage waterstand moest de Lesse voor de Maas worden ingeruild, maar het idee was er niet minder om. Genieten van de geneugten van het leven, met in de hoofdrol de Scrambler 1100 Sport PRO, voorgereden door niemand minder dan 4-voudig wereldkampioen kajakken Maxime Richard, ambassadeur van de Ducati Scrambler. 

Dat Richard, die vanaf jongs af aan al helemaal gek van alles op twee wielen is, niet alleen in een kajak verdomd snel is, maar ook op twee wielen wordt me al snel duidelijk tijdens de fantastische route die hij voor ons heeft uitgezet. Geboren en getogen in Dinant kent hij hier de omgeving natuurlijk op z’n duimpje, maar rijden oogt zo vloeiend en soepel dat ik me afvraag waarom ‘ie nooit een andere carrière heeft overwogen. Dat vloeiend en soepel komt niet alleen voor rekening van de kunde van Richard, maar minstens zo zeer voor rekening van de Scrambler 1100 Sport PRO, die echt supergemakkelijk te rijden is en vanaf het moment dat je op het zadel hebt plaatsgenomen echt supercomfortabel en vertrouwenwekkend aanvoelt. 

Sterker, ik zou de zithouding zelfs als nagenoeg perfect willen omschrijven. Het brede en taps toelopende stuur is een stuk vlakker dan het stuur van de oude 1100 Sport en doet vermoeden dat het best wel eens een tikkie té sportief zou kunnen zijn, maar de hoogte blijkt tijdens het rijden perfect te zijn. Sportief, maar dan zonder dat het ook maar enig moment oncomfortabel is. Net als het zadel en de voetsteunen.
Koplamp is cool, display niet zo. Maar goed, smaken verschillen 

De Öhlins voelt goed, maar had iets minder stug afgesteld mogen zijn. Achter geen klachten trouwens

Waarom een 1100 als een 800 al prima is? Nou, omdat die vet meer punch heeft. Shotgun uitlaat is echt veel mooier
Ik moet toegeven dat ik deze zit echt veel fijner vindt dan die van een Scrambler 800, waarvan het zadel 20 mm lager zit (790 mm t.o.v. 810 mm) en het stuur omhoog is gebogen. En ondanks de hogere zit krijg ik nog steeds beide voeten aan de grond. 

Ook veel beter dan de eerste Scrambler zijn de armaturen met schakelaars en knopjes zoals we ze al kennen van de andere Ducati modellen en die het switchen van rijmodus of het oproepen van informatie in het display supergemakkelijk hebben gemaakt. Dat ze hetzelfde zijn als de vorige 1100 maakt me niks uit, het zijn gewoon superfijne knopjes en schakelaars en daarmee uit. Daar staat weer tegenover dat we niet echt onder de indruk zijn van het display dat Ducati voor deze 1100 heeft bedacht. Vonden we de ronde klok van de ‘800’ al veel te modern, heeft Ducati er bij de 1100 nog een designstreep bovenop gedaan door nog een horizontaal balkje als overrijpe puist toe te voegen. Het display mag dan overzichtelijk en goed afleesbaar zijn, maar is veel te modern voor het hele idee achter de Scrambler: pure eenvoud. Een simpele oldskool teller, met voor mijn part daar nog een klein digitaal display inD'r zijn slechtere manieren om je werkweek te beginnen voor de broodnodige informatie zou in onze ogen veel mooier zijn geweest. Of dubbele tellers, links toerental en rechts snelheid, had ook nog gekund. 

Het display is echter nagenoeg het enige smetje op het blazoen van deze Scrambler 1100 Sport EVO. Nagenoeg, want een ander puntje van kritiek zijn de bar-end spiegels. Volgens Ducati kun je ze zowel ‘onderhands’ als ‘bovenhands’ monteren en qua coolheidsfactor brengen ze minstens 10 op de schaal van 10, maar naar beneden gemonteerd zie je d’r echt geen ene moer in en daarnaast is de stelmogelijkheid redelijk beperkt. Voor we ’t in de gaten hadden was met stellen de spiegelbeugel dan ook losgeraakt, maar door ‘m tegen de richting in te draaien kregen we ‘m gelukkig wel weer vastgezet zonder op zoek naar een kruiskopschroevendraaier te hoeven gaan. Dat scheelde een slok op een borrel en bovendien, als ’t je eigen motor is het afstellen van de spiegels iets eenmaligs wat je thuis prima kunt doen.