Zoeken

Test: Ducati Monster 1200 S Black on Black vs. Zero SR/F

Niet saai maar fraai

25 juni 2020

Het oog wil ook wat. Het goede nieuws is dat de kijkers bij de Zero SR/F ook wat krijgen. De motor heeft een modern uiterlijk met een massief ogende voorkant en een iel ogende, lichte achterkant, omdat deze voornamelijk bestaat uit een zitting met een achterlicht. Modern en reuze onpraktisch, want ruimte voor een bagagedrager of een topkoffer is er dus niet. Daar staat tegenover dat hij wel een aardige bagageruimte in de “tank” heeft. De Zero is verder voorzien van moderne zaken als radiale stoppers, een volledig instelbare upside-down voorvork en een dito monoschokdemper, LED-verlichting en een mooi kleuren TFT-dashboard. Alleen een handrem ontbreekt en aangezien je hem niet in de versnelling Het klinkt misschien als een Nilfisk, maar man-o-man wat rijdt dit lekkerkunt zetten, is dat best wel een minpunt. De afwerking is prima. Leuk is dat veel van de zeskantboutkoppen ook nog een inwendige torx-aansluiting hebben. Handvatverwarming is standaard. Dat de Zero ride-by-wire heeft is een inkoppertje. Alles is natuurlijk elektronisch- en computergestuurd aan dit beest. Logischerwijs kun je dus tevens diverse rijmodi instellen: Street, Sport, Eco, Rain, en… Beast. En dan zijn er nog tien programmeerbare modi. De Zero is ook nog voorzien van Bosch MSC stabiliteitscontrole dat bestaat uit ABS en tractiecontrole. Verder is de Zero continue verbonden met GSM-netwerken. Je kunt real time informatie op een gsm-app raadplegen, zoals locatie, ritinfo en de motorfietsstatus, terwijl ook systeemupgrades via de telefoon uitgevoerd kunnen worden. Via de app zijn ook laadstations te vinden. Het zou leuk zijn als het dashboard ook nog een navigatie-functie had, zodat je er naartoe wordt geleid.

Frivool

Zie je de Ducati naast de Zero staan, dan is de Ducati toch wat frivoler vormgegeven. Al valt dat in de black on black uitvoering niet direct op, de definitie valt daarbij een beetje in een “zwart gat”. Kijk je goed, dan zie je wel dat er zich meer afspeelt bij de Ducati. De kont is ronder, het frame bestaat uit twee wat meer ruimtelijk vormgegeven delen, het motorblok heeft natuurlijk meer tierelantijntjes – distributiedeksels, koppelingsdeksels, een radiateur, een oliekoeler – en de Duc heeft natuurlijk een uitlaat, die fraai van het blok wegkrult en eindigt in een prachtig mooi gemaakte dubbele shotgun-demper. De enkelzijdige achterbrug is een plaatje om te zien en Meer dan een halve eeuw ervaring heb je niet zomaar ingehaald en dat merk je. Bij Ducati weten ze wel hoe je emotie, schoonheid en sturen moet combinerende afwerking is subliem. Kijk alleen maar eens hoe de duovoetsteunbeugel uit spuitgietaluminium is gemaakt. Mooi hoor! Verder lijkt de vormgeving wel op die van de Zero, met veel massa aan de voorkant en een plat kontje, waar je geen tas op kunt knopen. Maar niemand beweerde dat het toer- of reismotoren zijn. 

Rijk uitgerust

De 1200S is zeer luxueus uitgerust, met onder meer Öhlins vering, een in twee richtingen werkende quickshifter, velgen met drie Y-vormige spaken, een carbonfiber voorspatbord en radiale Brembo M50 remklauwen. Dat alles bovenal de al niet karige basisuitrusting, die bijvoorbeeld een TFT-scherm kent, waarop je de instellingen van het Ducati Traction Control , Cornering ABS en Wheelie Control (uiteraard in EVO uitvoering) kunt zien. De koplamp heeft conventioneel groot- en dimlicht, maar wel LED-dagrijverlichting. Verder heeft de Monster diverse rijmodi (Sport, Touring en Urban), die gelukkig zijn gekoppeld aan de best daarbij passende modi van de hulpsystemen, anders zou je door de bomen het bos niet meer zien. Ik moet zeggen dat ik persoonlijk al die instelbare niveaus voor ABS en Tractiecontrole op een straatmotor nogal overdreven vindt. Dat je op een circuit de grenzen opzoekt en – als je tot de top 10 van ’s werelds meest getalenteerde rijders behoort– het verschil tussen die standen kunt voelen en benutten, kan ik me nog voorstellen. Een gewone motorrijder hoort op straat echter niet bewust in die grensgebieden te komen. En wie beweert dat hij die verschillen op straat kan voelen is de blufkoning van het asfalt.