Test: Mash Dirt Track 6.5 en Dirt Track 250
Motorrijden puur
Tot zover de geschiedenis van Mash Motors in een notendop, terug naar de Dirt Track 250 en Dirt Track 6.5, waarvan die laatste voor Mash het meest belangrijke model is. Het is namelijk het eerste model in een rij nieuwe modellen die de komende tijd op de markt zal worden gezet op basis van het nieuwe zesenhalf eencilinder motorblok. “We doen niet aan ellelang technisch- en marketinggeleuter, daar zit Onderschriftniemand tegenwoordig nog op te wachten en daar willen we jullie niet meer vervelen,” begint Jan Ykema de presentatie van de Dirt Track 6.5 in het prachtige Vaals. “Bovendien draait het daar bij Mash niet om. De nieuwe eencilinder heeft geen baanbrekende technologie, maar de pret met rijden is daar niet minder om.” En met de ervaring van ons Dirt Track 50-125 avontuur nog vers in het geheugen weten we inmiddels dat dát een waarheid is als een koe. Alsof je in het Land of Joy bent beland, dat idee. De luchtgekoelde 644 cc eencilinder, die z’n inhoud uit een boring x slag van 100 x 82 mm heeft gehaald, levert 40 pk bij 6.000 toeren en een koppel van 45,2 Nm bij 4.500 toeren per minuut en dat is meer dan genoeg om ook op de snelweg ’s lands maximum snelheid ruimschoots te kunnen overschrijden.
Vooruit, nog even wat technische blabla, voor wie tóch wat wil vertellen aan de bar. De 644cc eencilinder heeft een enkele bovenliggende nokkenas die de twee in- en twee uitlaatkleppen bedient. Benzine-injectie wordt verzorgd door Delphi, het merk dat onder andere ook Harley-Davidson tot z’n klanten mag rekenen. Net als de 125, de 250 en de 400 heeft ook de 6.5 een vijfversnellingsbak, die door een oldskool koppeling zonder antihop of slip-assist wordt bediend. Dat is minder leuk voor iemand die er de hele dag kriskras mee door Amsterdam (of elke andere willekeurige stad) rijden moet, maar wie heeft ooit verzonnen dat motorrijden gemakkelijk moet zijn? De 41 mm upside down voorvork is niet instelbaar, in tegenstelling tot de dubbele achtershocks waarvan de veervoorspanning kan worden aangepast. In het gespaakte voorwiel is een Stiekem is die 250 minstens zo leuk. Helft aan vermogen, maar dubbel plezier omdat je 'm echt tot het naadje af kunt raggen, zonder bang voor je rijbewijs te hoeven zijnenkele 320 mm schijf met radiale (jawel!) 4-zuiger remklauw voorzien, het achterwiel wordt door middel van een 240 mm schijf met 2-zuiger remklauw afgeremd.
Wat design betreft is de Dirt Track 6.5 de evenknie van de Dirt 50, 125 en 250, die buiten de typeaanduiding amper uit elkaar te houden zijn. Vooruit, de 6.5 heeft een upside down voorvork waar bij de 250 een right side up voorvork met harmonicarubber is voorzien en de 250 heeft kleinere 17” wielen, maar buiten dat lijkt het alsof je naar een eeneiige tweeling kijkt. Pas als je van de ene op de andere overstapt merk je écht het verschil: de 250 is een heel stuk compacter en heeft daardoor ook een lagere zit. Ideaal voor de kleine motorrijders onder ons, hoewel ik met m’n 1.72 meter lengte ook op de 6.5 echt niet te klagen had. Sterker, de 6.5 lijkt me op het lijf geschreven te zijn, zo heerlijk ontspannen als de motor zit. Met een druk op de bekende startknop wordt de eencilinder tot leven gebracht en in z’n eentje is daar misschien weinig indrukwekkends aan te ontdekken, maar zet d’r – zoals in ons geval – een stuk of acht op een rij en het wordt al veel gezelliger. Dus of je je maten ook even over de streep wilt trekken.
Mergellanden
De route die MotoMondo voor ons heeft uitgezet duikt via het leukste deel van de Mergellandroute België in waar we het kwalitatief hoogwaardige Nederlandse asfalt inruilen voor asfalt van… nou ja, een ieder die deze eeuw nog in België is geweest weet wat we bedoelen. En dat niet alleen, de paden zijn bij tijd en wijle behoorlijk smal met haarspelden van het niveau krukspeld in je haar, maar dat deert de Dirt Track 6.5 helemaal niets. Dankzij de hefboomwerking van het brede stuur kan de 6.5 met speels gemak van het ene op het andere oor worden gelegd, Mash bewijst maar weer eens dat motorrijden echt niet duur hoeft te zijnhoewel daar wel een kleine kanttekening moet worden geplaatst. Mash heeft voor de 6.5 gekozen voor Kenda (een Brabander zou zeggen: "kende da, da Kenda?") banden met Flat track profiel in 18” maat en dat ziet er weliswaar supercool uit, maar heeft wel met insturen in het begin een onwennig gevoel. Exact hetzelfde onwennige gevoel als wanneer je met offroad noppenbanden op straat aan het rijden bent, wat op zich niet vreemd is natuurlijk, ook deze Kenda banden hebben een noppenprofiel. Begrijp ons echter goed, we zeggen niet dat met de Kenda banden niet te sturen valt, maar in het begin is 't net als Rivella light: een beetje vreemd, maar wel lekker (de Dirt Track 6.5 dan). D’r is mee te leven en eenmaal gewend ehh... ben je d'r aan gewend en weet je niet anders meer, maar dat vreemde gevoel bij het insturen van de bocht is in het begin echt wel wennen. Het aparte is wel dat hoe agressiever je stuurt, hoe minder het wordt. Of zoals je in de achterhoek zeggen: "als ’t onwennig aanvoelt dan hedde nie hard genoeg ingestuurd.”
Maar toch, de banden op de Dirt Track 250 hebben een soortgelijk Flat track profiel, maar hebben minder ruimte tussen de blokken en zijn daarnaast in 17” formaat en hadden totaal geen last van dat vreemde gevoel met insturen. Dat maakt dat de 250 veel meer de gooi-en-smijt machine van de twee is (waarbij we moeten aantekenen dat buiten dat wennen aan de banden de 6.5 al een superlekkere gooi-en-smijt fiets is). Van de twee zou de 250 dan ook mijn voorkeur hebben wanneer er
Hadden we al gezegd dat het design helemaal kek is?
Geen super hi-tech, maar gewoon een 40 pk 650 eencilinder. Meer heb je niet nodig
13 liter tank is groot genoeg voor een lekker dagje uitwaaien. Cool is belangrijker dan sturen bij de Kenda banden
onverhard zou moeten worden gestuurd, wat het des te jammer maakt dat in tegenstelling tot de 6.5 bij de 250 het ABS niet uitschakelbaar is. Dat buiten het feit dat met 17” wielen je offroad en op een Flat track baan je met 17” wielen eigenlijk niks te zoeken hebt.
Eenmaal aan die emm… bijzondere stuureigenschappen van de Kenda banden gewend rijdt de Dirt Track 6.5 haast als vanzelf. De fiets gaat er nog best rap vandoor en wil je met een beetje koppeling nog op een aardige wheelie trakteren, maar verwacht van 40 pk geen wonderen. Ook hadden we geen last van overmatige trillingen, buiten dan de spiegels waar je amper iets in kunt zien, maar een kniesoor die daar over zeurt. Ook viel er niets af te dingen op de Delphi benzine-injectie, evenals de versnellingsbak die ook zonder koppeling en zonder Quickshift Assist Pro (of hoe ze het tegenwoordig allemaal noemen) probleemloos te schakelen is. Om het lijstje verder af te werken: de remmen doen gewoon wat je ervan verwachten mag, het enige echt jammere is dat het hendel niet instelbaar is, de voetrem levert ook nog best wat vertraging op, maar minstens zo leuk is dat er best wat gevoel in de rempedaal zit, waardoor je met ABS uit heerlijk kunt gaan spelen. Het zadel heeft op zich een prima zit, maar in hoeverre je hiermee naar St. Tropez zou kunnen rijden zijn we nog niet over uit. Los van de vraag of je datüberhauptwel zou moeten willen. Voor wie daarentegen op zondagochtend lekker een paar uurtjes sturen wil is er weinig reden tot klagen en zeg nou eerlijk, dat is toch precies waarvoor deze Dirt Track 6.5 is bedoeld?
Jongens, jullie zien mij vandaag niet meer, ik ga nog even door. Doei!