Zoeken

Test: Yamaha NIKEN

Omdat het kan

4 juni 2018

Nou, wat is nu dan het idee? Waarom in hemelsnaam zou je zoiets maken? Nou ja, om door te ontwikkelen natuurlijk. Om dingen te proberen. Om je een keus te geven. Om verder te gaan dan we zijn. Omdat het kán. Neem een GTS, neem een NR, neem een Tesi, neem een K1600, neem zelfs een DN-01 of Vultus. Geen van allen zijn ze echt succesvol geworden, maar je kunt niet ontkennen dat de personen Waar je nog het meest aan moet wennen, is hoe het er uit ziet... vanaf de zijlijnachter de projecten mensen met ballen waren. En stuk voor stuk zijn ze technisch raak. Meer raak dan je lief is misschien zelfs, want stuk voor stuk zijn ze (oké, misschien de Vultus niet) direct doorgestoten naar legendarische status. En vergeleken met veel van deze voorbeelden is de NIKEN nog niet eens zó gek. Of onbetaalbaar, want dat kwam er vaak ook nog eens bij. Natuurlijk, hij is stevig aan de prijs, maar onbetaalbaar is ’t nog lang niet. Ver voordat de telecomproviders met de term wegliepen was het een prima argument om ergens mee door te zetten: niet omdat het moet, maar omdat het kán.

Maar wat kan er dan precies? Volgens Yamaha zijn ze begonnen met de basis van motorrijden: bochten. Het gaat ons allemaal om de bocht en wat we daar mee aan kunnen. Nou is het van oorsprong zo, dat een bocht een ‘noodzakelijk kwaad’ is. Er wordt veel aandacht aan besteed, maar het liefst rijdt een motor nog steeds rechtdoor en wordt de bocht zo kort mogelijk gehouden. Uitgerekend in de race wordt er ook altijd van recht stuk naar recht stuk gereden; de kunst van een goede bocht is om ‘m zo kort mogelijk te maken en het rechte stuk zo lang mogelijk, zo kom je zo snel mogelijk een circuit rond. De waarheid van zo’n statement laten we nu even achterwege, daar is makkelijk een boek over vol te schrijven. Voor nu was het idee van Yamaha om dat nu eens om te draaien: de motor die zich het best voelt in de bocht, met het rechte stuk als noodzakelijk kwaad. En als dat bekend voor komt: dat willen wij motorrijders allemaal. Bochten zijn het belangrijkst, rechte stukken nemen we op de koop toe. Sta je dan, met je goede bedoelingen, in mei, op een gletsjerEnfin, volgende stap was dus een motor te maken die de koning van de bocht was en uiteindelijk is dat volgens Yamaha de NIKEN. 

Dan komt ook de link met skiën om de hoek kijken. Als je je nu afvraagt ‘waar komt dat ineens vandaan?’ vreest niet, het duurt maar even. Maar goed, in de promotiefilms was duidelijk een skiër te zien, daarna de NIKEN, met een verbindende factor. Nou, dat is dus zo: in de skiwereld is er een boel veranderd sinds de carveski’s zijn uitgevonden. Dat was ooit bedoeld om het meer mensen makkelijker en leuker te maken vooral bochten te nemen. En uiteindelijk werkte het zo goed dat ook sporters het overnamen, waardoor we nu zo’n beetje alleen maar carveski’s tegenkomen op de piste. Nou, zo’n zelfde idee had Yamaha voor de NIKEN: het toegankelijker maken van ‘bochten maken’ door toepassing
Speciaal voor ons had Yamaha ook een motor zonder plastic neergezet, om te laten zien wat er

onder schuilgaat. Een boel dus. de poten staan op 20 graden, zijn 41 en 43 mm dik en worden door

enkele parallellogrammen perfect eh.. parallel gehouden. Het draaipunt van het stuur is naar achter verplaatst, omdat de bestuurder ook verder naar achter zit voor de optimale balans
van de techniek, door de haalbare hellingshoek te vergroten, de haalbare snelheid te verhogen, de controle, het gevoel, de kick en de fun allemaal naar een hoger plan te tillen. Klinkt een beetje als spaghetti, maar vooruit, dat was het idee. Genoeg daar weer over.

Het idee is dus simpel: Méér bochten. En hoe krijg je meer bochten-of meer waar voor je bocht? Je gaat naar Oostenrijk. Maar om de motor meer into bochten te krijgen, met meer vertrouwen, verdubbel je gewoon de hele voorkant. Twee wielen hebben dubbel grip, toch? En daarmee kun je weer harder pushen, langer door, sneller rijden en ook nog eens onder meer omstandigheden, want kom je toevallig eens iets tegen als een witte streep, putdeksel, boomwortel, grind, nattigheid of desnoods een bergmarmot, dan heeft daar meestal maar één wiel een probleem mee. Prima geregeld.

Maar je kunt toch ook gewoon een sportmotor nemen met een beetje plakkende raceband? Natuurlijk wel. Maar daar kun je weer niet zo superlang mee toeren. Of slechts binnen een heel smal werkgebied, dan moet het droog zijn, je banden op temperatuur komen en zo nog een paar dingen. Kan wel, maar is niet heel praktisch. Als je dan bedenkt dat de NIKEN niet eens op toerbanden, maar de nieuwe Bridgestone A41 - jawel, Adventurebanden - staat, kun je begrijpen dat dat heel erg lang goed moet gaan. Onder heel uiteenlopende omstandigheden. De truc is om anders te kijken. Of natuurlijk gewoon vanuit het  zadel te kijken...Oh en natuurlijk willen wij na de testrit ook weten wat er zou gebeuren als je hier toch wat sportievere banden onder zou zetten, maar voor nu hebben we geen moment een beperking gevoeld. 

En die maximale hellingshoek dan? Die 45 graden die eigenlijk helemaal niet zo indrukwekkend lijkt? Tja... dat had Yamaha misschien iets minder fanatiek kunnen melden. Ze zijn namelijk zo slim geweest om eerst de grondspeling op te laten houden, op ongeveer 43 graden, als je voetsteunen de grond raken. Dat is op zich redelijk krap en stel dat je slijtboutjes verdwenen zijn, dan heb je geen marge meer... maar tot die tijd loopt de grondspeling heel natuurlijk ten einde en heb je er geen omkijken naar. Kom je uiteindelijk wél verder, dan houdt het natuurlijk wel op en kun je niet krapper. ...maar uiteindelijk zie je toch wel dat er een aardige hellingshoek gemaakt kan wordenMaar in de praktijk –op de openbare weg-  moet je daar goed je best voor doen. Het is een toermachine, geen circuitmotor. Grote verschil met de MP3 is wel dat het tot die 45 graden precies werkt als een normale motor. Het hele systeem werkt precies als voorgeschreven, van rechtop tot volledig op één oor. 

Oh ja, die MP3. Vergeet ‘m. Dat is een scooter, dit met heel grote afstand niet. Je zit er op als op een motor, je moet zes keer schakelen – maar krijgt wel een quickshifter – en het rijdt ook vele malen beter. Dat wisten we al van de Tricity, die ook makkelijk rondjes rijdt om een MP3. Of met één wiel over de stoep of wat je ook maar wil. Maar eerst een zijsprongetje.