Zoeken

Test: Yamaha NIKEN

Boel gedoe, maar het werkt. En hoe

4 juni 2018

Even technisch doen hoor. Je wilt het toch weten. Die hele voorkant is namelijk niet te missen en daar gaat het uiteindelijk om. Om dat voor elkaar te krijgen zal je een paar parallelbalken moeten hebben, die zorgen dat de vorkpoten links en rechts hetzelfde doen als je kantelt. Maar je moet ook kunnen sturen, dus daar is nog een extra inrichting voor nodig. Die dubbele poot is natuurlijk omdat je met één poot het wiel niet kunt sturen, bij de Tricity zitten deze poten aan de binnenkant, bij de NIKEN aan de buitenzijde. Gewoon krassen! Werkt wel het lekkerst als je gewoon blijft zitten... maar we sluiten niks uit. Volgende keer gaan we knee downDat ziet er forser uit, maar geeft ook meer ruimte aan de binnenkant, waardoor het allemaal ook nog steeds past als je echt flink aan het sturen gaat. Goed. Dan heb je waarschijnlijk ook ergens de naam Ackermann horen vallen; dat is de stuurinrichting. Deze meneer heeft namelijk ooit bedacht dat als je alles soepel wilt laten rollen, zonder wringen of extra wrijving door zijwaartse krachten, het buitenste wiel een andere hoek zal moeten maken dan het binnenste wiel. Logisch als je er over nadenkt, iets minder eenvoudig als je er een oplossing voor wilt verzinnen. Maar goed, elke auto heeft dat, elk voertuig met dubbele gestuurde wielen heeft dat, de NIKEN heeft dat dus ook. Daardoor wordt de extra wrijving geëlimineerd en kunnen beide wielen vrij rollen. En grip bieden. De stuurinrichting zorgt er dan weer voor dat je met het stuur de boel ook daadwerkelijk draaien kunt. En dat is dan weer een volgende ding: het stuur zit dus niet aan het balhoofd –want dat heeft ‘ie niet als zodanig’ maar aan een apart draaipunt. Dit maakte het voor Yamaha dan wel weer mogelijk om heel simpel de bestuurder een stuk naar achter te verkassen, om de gewichtsverdeling weer netjes terug te krijgen naar 50/50 voor/achter. Daardoor reageert de NIKEN dus uiteindelijk toch heel neutraal en vooral herkenbaar. Supercool voor aan de bar, maar voor onderweg is het genoeg om te weten dat het werkt. Overigens zijn de vorkpoten ook verschillend: de achterste is twee mm dikker dan de voorste en heeft het binnenwerk van een normale vorkpoot, de voorste is bijna alleen maar voor geleiding, maar helpt toch een minimaal beetje mee. Grote voordeel Het gekke is; op dit ding valt die kentekenplaat ophanging niet eens echt ophiervan is dat het geheel, de motorfiets dus, veel mooier afgeveerd wordt dan enig andere tweewieler. 

Anyway. Het is een boel gedoe, maar het wérkt. Zo goed dat je met je ogen dicht het verschil niet eens zou merken. Het is een boel gedoe geweest om alles in verhouding te krijgen, inclusief de spoorbreedte, die dus smaller is dan een MP3. Dat is ook meteen de reden dat de NIKEN geen blokkering heeft, als je dit op slot zou zetten staat ‘ie niet stevig genoeg. En dus ook niet als auto kan worden geregistreerd, daarvoor is ‘ie ook te smal.  Datzelfde gereken heeft ook gezorgd voor de 15 inch voorwielen: dat is het optimale compromis tussen stabiliteit en stuurvermogen. Reken maar uit: twee draaiende voorwielen, dat is twee keer de gyroscopische krachten die er bij komen kijken. Zou je de wielen even groot houden als normaal, krijg je ‘m dus gewoon de bocht niet om. Maar omdat de stuurinrichting ook net even anders werkt, zou nóg kleiner ook niet goed zijn, dan wapper je alle kanten op. Dus hebben we nu 15 inch. 


En dan nog wat anders: als we mogen kiezen tussen een alp mét een Niken of helemaal geen alp, is het ineens heel erg makkelijk

Natuurlijk moet je wennen. Wel twee hele meters. Bij opstappen moet je even de afmetingen op je in laten werken, maar dat gaat snel. Als je eenmaal rijdt, kijk je toch voor je uit en niet naar beneden. De forse neus is niet echt heel anders dan een andere toermotor met kuip, dus dat valt echt prima mee. Maar het helpt wel in het idee dat je ook echt met een toermotor aan het rijden bent en niet met een naked, daarvoor is ie fors genoeg. Voor je gevoel heeft Yamaha het ruitje echt superlaag gemaakt, maar het zijn eigenlijk stiekem gewoon de ‘schouders’ die hoger zitten.
Zo'n neusje kerken je wel. Boze blik means business. Dashboard is nog gewoon LCD, maar wel heel

goed afleesbaar. Sommige details doen nog wel aan de MT denken, maar bijna alles is nieuw

Het blok heeft wat meer roterende massa gekregen om mooier en soepeler te lopen

Forse spatborden aan de voorkant, toch kun je beter je laarzen even checken op waterdichtheid

Relax, je kijkt er overheen... zadel is goed genoeg voor een vakantie. Nu over die koffers....
De spiegels zitten wel lager dan je gewend bent, maar ook dat is ook in no time geen punt meer. En voor het totaalaanzicht zitten ze ook wel oké. Dat je wat verder naar achteren zit, is ook wel te zien maar net zomin een punt. Zodra je de motor van de zijstandaard tilt, weet je hoeveel gewicht je ongeveer moet verwerken en eenmaal voorzichtig van de parking af gereden, heb je het moeilijkste deel al gehad. Zelfs met vluchtheuvels, stoepranden of bermen hebben we geen enkel issue gehad, zo ben je gewend aan de plaats van de voorwielen. Alleen ziet het er in de spiegel echt heel raar uit…dat heeft de NIKEN dan weer wel gemeen met de MP3. Door dat uiterlijk lijkt het ook alsof de hellingshoek op de foto’s tegenvalt, terwijl dat vanuit het zadel duidelijk niet zo is. 

Dus, voel je het nou wel of niet? Nou… beide. En dat is ook meteen het mooie. Een gewenningsperiode kun je het niet eens noemen, met je ogen dicht zou je het verschil niet eens voelen en je stuurt net zo natuurlijk als elke andere motor. Maar tegelijkertijd krijg je zo’n onwijs vast gevoel van de voorzijde, zo’n onverzettelijkheid, dat je er veel meer mee durft. Let op, ik zeg niet ‘kunt’, ik zeg ‘durft’. En daardoor kun je het dus uiteindelijk ook…  zelden heb ik een motor gereden waarbij ik zo overtuigd hard een snelle bocht instuurde en dan liefst ook nog de stepjes liet schuren. Maar dat is nog niet eens z’n allersterkste punt, dat komt pas als het wegdek minder strak wordt. Op het moment dat wel van het asfalt van de Grossclockner het laatste stukje kasseien opdraaien, valt alles op z’n plaats. Zo’n comfort, maar tegelijk zo’n steady gevoel, maakt het net af. Opgepast, coming through!Je rijdt op het bovenste stukje van de wereld, met daarbij horende kou en dus genoemde keien en je draait de laatste hairpins door alsof je net aan de Stelvio begonnen bent met een supermoto. Wat het linker wiel niet redt, vangt het rechter wiel op. En dus worden ook putdeksels, overstekende stroompjes smeltwater of door vracht- en landbouwverkeer op de weg gereden moddersporen uiteindelijk totaal geen issue meer. Je zou zelfs je binnenste wiel door de berm kunnen jagen en dus volledig op het buitenste vertrouwen, er gebeurt nauwelijks iets. Ja natuurlijk vóel je het wel, je krijgt nog altijd feedback, maar veel invloed op je rijlijn heeft het niet. Wil je echt verschil merken, dan komt dat waarschijnlijk eerder uit de achterkant. Door het toegenomen vertrouwen in de voorzijde, durf je ook meer en eerder gas te geven. Ook onder hellingshoek in een krappe bocht. Dan zal het achterwiel uiteindelijk toch eens een stapje opzij zetten. Heb je de tractie controle aan staan, dan is er niks aan de hand.
Zet je het uit, dan hoeft het nog steeds niet erg te zijn, maar komt het weer ouderwets op je rechterpols aan. Maar daar is ook marge, je zult niet zomaar meteen driften als Casey Stoner (al kan het natuurlijk wel).

Natuurlijk was ik blij dat we de bui niet op onze kop kregen toen we de smalle weg richting lunch in reden. Deze weg was speciaal in de route gevoegd om te laten merken hoe het met slecht wegdek zou gaan, maar ook met een NIKEN word je nat en ellendig als het hoost en dat is gewoon niet prettig. En de weg was op zich al ruig genoeg om het punt duidelijk te maken. Zo hebben we dus ook meegemaakt wat er gebeurt als twee wielen tegelijkertijd een obstakel raken zoals een afwateringsgeul of wildrooster. Of als de grip toch ten einde loopt op bijvoorbeeld grind. De conclusie is: op een tweewieler had je het niet anders gedaan en waarschijnlijk eerder opgegeven. Je gaat geen kneedown oefenen op los grind, het is dan ook logisch dat dat ook met een NIKEN nie ken.


De Niken in z'n habitat, met ideaal weer: Nat...

Wat dan weer wél echt scheelt is het dubbele contactvlak van de banden. Je zult niet zomaar harder remmen met de NIKEN, je hebt dezelfde remmen en evenveel schijven als een gewone motor, maar als het op grip aankomt scheelt het natuurlijk wél. Op vage ondergrond heeft een NIKEN dus meer bite dan een tweewieler en zelfs áls het ABS er bij komt, wordt dat per wiel afzonderlijk toegepast. Het andere wiel remt dus gewoon door… en dat is echt winst. 

En krijg je van die twee voorwielen dan geen natte voeten? Jawel, natuurlijk wel. Maar als het regent word je nat. Als je natte voeten krijgt, heb je waterdichte laarzen nodig. Daar verandert verder weinig aan.