Zoeken

Dubbeltest: Triumph Street Twin en Street Scrambler

Licht en precies

7 december 2018

Dankzij het sterke koppel zijn vijf versnellingen in de bak afdoende – ik betrapte mezelf erop dat ik geen enkele keer nog wilde opschakelen. Wat schakelen betreft is het wel verstandig om dat te allen tijde met koppeling te doen, net als bij z’n voorganger, soepel opschakelen zonder koppeling is een lastige. Zou 'm nu wel weer eens tegenover een Street Rod willen zetten. Kijken wie er nu wintNu is dat niet echt een minpunt, de koppeling is zo licht en precies dat je daar echt geen hinder van ondervindt. De herziene mapping van de benzine-injectie heeft de ietwat scherpe initiële gasrespons in tweede versnelling waar ik drie jaar geleden over klaagde opgelost. 

Kunnen kiezen uit twee rijmodi – Road en Rain – is op een 2019 fiets een welkome veiligheidsfeature die in de ochtend nuttig bleek te zijn, toen de vroege zon nog geen kans had gehad om het natte asfalt na 24 uur onafgebroken regen op te drogen. In beide modi is het maximale vermogen beschikbaar, maar dan met andere gasrespons en mappings, inclusief ABS en tractie controle. Op het kletsnatte en gladde Portugese asfalt voelde ik de hulpjes van de Rain modus netjes hun werk doen. Switchen tussen de twee modi gaat eenvoudig door de Mode knop op de linkse armatuur in te drukken, waarna je direct het verschil tussen de
Instapper, back to basic, low budget, verzin het maar en het is duidelijk

NIET van toepassing als je naar de afwerking kijkt. Da's overduidelijk premium

Zadel is 10 mm dikker voor extra comfort. 
twee modi voelt. Buiten dat je het verschil duidelijk voelt zul je wel verdomd goed moeten kijken in het display voordat je hebt afgelezen in welke modus je zit – je zou haast een leesbril moeten gebruiken. Triumph, maak deze aanduidingen a.u.b. groter. Daar staat tegenover dat de controlelampjes nu wel helder zijn, en daardoor ook zichtbaar in zonlicht.

De handling van de Street Twin geeft vertrouwen, dankzij z’n relatief korte geometrie en wielbasis van slechts 1.415 mm. De motor is met speels gemak van het ene op het andere oor te leggen, mede ook dankzij de hefboomwerking van het stuur, terwijl het lage zwaartepunt helpt bij het absorberen van hobbels op hellingshoek. Het beste is echter dat de Street Twin nu echt goed tot stilstand komt – en niet door een tweede schijf te monteren, maar de 2-zuiger Nissin remklauw in te wisselen voor een 4-zuiger Brembo exemplaar met aanzienlijk meer bite, zonder té bijterig te zijn. Vanaf hoge snelheid tot stilstand remmen hou je met deze Italiaanse rem zelfs marge over, waar het met de Japanse rem van z’n voorganger in een panieksituatie maar krapjes aan was. Een tweede schijf had niet alleen de motor duurder gemaakt, Ik kan me vergissen, maar deze weg zijn we volgens mij vaker geweest. Iets met een Bonneville of zo?maar was ook de stuureigenschappen vanwege het toegenomen gyroscopische effect niet ten goede gekomen. Daarnaast levert rap terugschakelen ook nog wat extra motorrem op, waarbij té enthousiast terugschakelen wordt ondervangen door de slip-assist. 

De grootste dynamische verbetering van de 2016 Street Twin ten opzichte van de oude Bonneville T100 was in veel opzichten de vering, waar Triumph’s chassis goeroe David Lopez geweldig werk had geleverd door in samenwerking met KYB technici een motor met stereovering te maken, waarbij de voor en achter niet instelbare vering qua niveau gelijk was aan een motor met duurdere instelbare monoshock. Dat heeft Triumph voor 2019 vast weten te houden en is zelfs beter dankzij de hogere kwaliteit 41mm cartridge voorvork, de achterkant is gelijk gebleven. Hoewel nog steeds niet instelbaar is de vork nu beter op z’n taken berust, wat nog eens werd bevestigd door de vele putdeksels in de straten van Cascais waar de demping perfect kon worden getest. Meer nog dan voorheen was ik onder de indruk van de manier waarop oneffenheden worden geabsorbeerd.