Test: KTM 1090 Adventure
Going Underground
Er was eens, lang geleden in 1997, een motormerk dat z’n strepen in de offroadwereld al lang en breed verdiend had. Maar men wilde meer. Er moest uitgebreid worden en de straat lonkte. Voor de diehard fans een teken dat men ‘het’ kwijt was, voor het grote geld ging en haar ziel aan de commercie had verkocht. Klinkt als menig band die ooit als underground begon, doorbrak en besloot zich breder te profileren. Vinden de fans van het eerste uur ook nooit goed. Maar U2, Coldplay, Metallica en noem ze allemaal maar op, zouden nooit zo ver gekomen zijn als ze niet destijds hadden gekozen voor de weg die ze gekozen hebben. Zo ook voor KTM, want daar hebben we het over. Met die eerste Adventure, gebaseerd op de LC4 640 ééncilinder,brak het merk met de keiharde competitiefietsen waar ze zo bekend van geworden waren. Het ding was groot, zwaar en gemaakt voor ‘verre reizen’. Het idee van het hele Adventure segment. Maar de motor was ook een echte KTM en dus niet voor beginners. Vandaar dat men later, wel een poosje later, besloot het aanbod uit te breiden. Na alle keiharde oer-Adventures werd het wel een keer tijd om te denken aan de lage instap, een makkelijker model voor diegene die niet die jarenlange ervaring had om de motor aan te kunnen. En dat werd uiteindelijk, na een lange omweg, de 1050 Adventure. Een kleintje voor naast z’n grote broer, een liever, maar eenvoudiger model dat niet zo hard zou bijten als je ‘m een keer tegen de haren instrijkt.
En dat werd gewaardeerd, zo zou blijken. Met een slim beperkt vermogen en een heel ander motorkarakter een stuk minder intimiderend dan z’n grote broers, maar daarmee tegelijkertijd makkelijker rijdbaar en zelfs helemaal niet zo’n gek idee voor alledaags gebruik. Met slim beperkt werd bedoeld: de onderste helft van het toerenbereik deed nauwelijks onder voor de zwaardere motoren en bouwde gewoon heel natuurlijk af in de hogere regionen. In de praktijk blijkt dat daar heel goed mee te rijden is, terwijl het piekvermogen niet of nauwelijks echt ontbreekt. En al helemaal niet als je ‘m vergelijkt met z’n concurrenten uit dezelfde prijsklasse.
Vorige keer dat ik hier was had ik honderd pk minder...
Goed, die 1050 dus. En net als z’n grote broer is het voor 2017 tijd om ‘m op een kleine opfrisbeurt te trakteren. Vinden we leuk, dat soort zorg voor je spullen. Het verhaal bij KTM is dan ook helder: grote baas Pierer ziet – voor de openbare weg – geen toekomst voor superbikes en wil daar dus ook niet meer alle ontwikkeling in steken. In plaats daarvan worden die De bekende LC8 twin, maar niet steeds dezelfde. KTM houdt van detailfondsen gestoken in bruikbare technologie, waarvan we dus in de vorm van de Super Duke R, Super Duke GT, Super Adventure en alles daaromheen de vruchten plukken. En daar hoort de 1090 dus óók bij. Zoals we al vertelden is de 1090 niet alleen maar een budget versie, maar een deel van het complete gamma. Anders zet je niet de 1090 R aan het andere uiterste van de line-up. Maar goed, dat ding dus, maar dan met gietwielen en gericht op de weg, staat aan de wegkant van het spectrum en daar gaat het nu over.
Niet dat je er absoluut niet meer mee offroad zou kunnen, dat zou niet passen bij het idee. Dus geen toermotoren op hoge poten, geen straatbanden en 17 inch wielen, maar wel een motor die ’t prima doet op de weg en toch als het moet gewoon een gravelpad afblaft, gewoon omdat ’t kan. Oftewel, dat 19 inch voorwiel is er niet voor niets.