Zoeken

Test: Kawasaki Z900

Sugomi filosofie

29 januari 2017


Waarom Sierra Nevada? Zie je die weg in de diepte? Daarom

De agressieve Z styling is gebaseerd op wat Kawasaki de Sugomi filosofie noemt, elegant én agressief, als een tijger die z’n prooi besluipt . De laaggeplaatste koplamp is minder extreem als die van de Z1000, maar in silhouet is de Z900 onmiskenbaar te herkennen als een Kawasaki Z Naked Sport. Vooral bij de zwarte kleurstelling met groen-metallic frame loopt het water al snel uit je mond. Dat gifgroene frame is trouwens een van de grote vernieuwingen van de Z900: het trellis buizenframe is slechts 13,5 kilo in gewicht en ontworpen door middel van een in eigen huis ontwikkeld softwarepakket
Het neusje heeft overduidelijk Z1000 trekjes, maar dan minder extreem. Het display heeft -eindelijk- een versnellingsindicator en is goed afleesbaar, maar bij de volgende graag een TFT kleurenscherm

Zit maar weinig verschil tussen de designstudie en het eindresultaat

Het zitje is goed gevormd en met 795mm lekker laag, voor wie graag wat hoger zit is er een 25mm hoger alternatief in het accessoirepakket. De LED's van het achterlicht vormen mooi de letter Z
dat Kawasaki speciaal voor de Ninja H2 heeft gemaakt, maar daarover straks meer.

De Z900 oogt mooi strak afgewerkt, de LED’s in het achterlicht in vorm van een Z is een lichtend voorbeeld van het oog voor detail dat projectleider Hagio-San heeft gehad, enkel het LED-display met donkere achtergrond had – om de puntjes op de i te zetten – een mooi TFT kleurenscherm mogen zijn, dat heeft als grote voordeel dat in een overzicht meer informatie kan worden getoond, zonder dat het onoverzichtelijk wordt. De versnellingsindicator is centraal geplaatst, door middel van de knopjes op het display is te switchen tussen twee tripmeters en de totale kilometerstand enerzijds en verbruiksindicatoren, een klokje en restkilometers anderzijds. Een indicatie van de omgevingstemperatuur ontbreekt, maar dat had me in de ijskoude Sierra Nevada waarschijnlijk alleen maar meer gefrustreerd.

 

De tweede grote vernieuwing is het nieuwe viercilinder motorblok, dat is gebaseerd op het blok van de Z1000 en wat nu een cilinderinhoud van 948 cc heeft, via een boring x slag van 73,4 x 56 mm. De lichtgewicht zuigers zijn volgens Kawasaki via een uniek gietproces gevormd dat overtollig materiaal verwijderd en gaten creëert, teneinde een ideale dikte te verkrijgen – eenzelfde proces als bij de zuigers van de Ninja H2/H2R. Fantastisch mooie wegen, strak asfalt en amper verkeer. Hier zou je willen wonenOm overtollige trillingen te elimineren heeft Kawasaki een tweede balansas toegepast. Bij de versnellingsbak is de overbrengingsverhouding van de eerste vijf versnellingen wat ingekort, waardoor de motor in zesde versnelling nét iets rustiger loopt. Beetje een overdrive idee, maar dan zonder dat je het idee hebt met een overdrive aan het rijden te zijn. Indrukwekkend is ook de nieuwe slipper-assist koppeling, die nog maar slechts drie drukveren heeft en daardoor bizar licht aanvoelt; voor m’n gevoel is de koppeling nog lichter als die van de Z300. 

Hoe mooi en interessant al die technische vernieuwingen aan het blok ook mogen zijn (wat hierboven is genoemd is slechts het nieuwe blok in een notendop), uiteindelijk draait het om de performance en de manier waarop dat vermogen aan de weg wordt gezet. Bij de ontwikkeling lag het accent op het middengebied met een krachtig eindschot en om dat te realiseren werd onder andere de diameter van de kleppen op 29 mm voor de uitlaat en 24 mm voor de inlaat gezet evenals het gasklephuis waarvan de diameter op 36 mm werd gezet voor een ideale midrange respons. Kawasaki claimt een topvermogen van 125 pk bij 9.500 toeren en een koppel van 99 Nm bij 7.700 toeren per minuut, Kawa’s PR-man Martin Lambert stelde tijdens de presentatie zelfs dat de Z900 over de hele linie behoorlijk sterker is Jammer alleen dat het nu zo verraderlijk glad en fris isdan een niet nader genoemd concurrerend merk, wat in het alfabet tussen de S en de Z te vinden is.

In hoeverre die claim waar is of niet zal een toekomstige vergelijkingstest moeten uitwijzen, maar dat ‘ie sterk én sensationeel is staat buiten kijf, en dan druk ik me nog voorzichtig uit. De 948cc viercilinder heeft het karakter van een drietraps raket: onderin is ‘ie al lekker sterk maar nog niet intimiderend, vanaf 5.000 toeren pakt ie heerlijk op en wordt het inlaatgeluid al behoorlijk agressief, om bij 9.000 toeren te veranderen in de meest agressieve huil van een tijger op oorlogspad - het moment dat de naverbrander wordt aangezet en in twee en zelfs derde versnelling het voorwiel het luchtruim verkiest. Damn, wat een ongekend pretpakket. Nigel Kennedy meets Green Day, zoiets. Kippenvel, en behoorlijk verslavend ook. Wie zei er nog dat Euro4 killing voor het geluid was?