Test Yamaha MT-10
Giant leap...
Wat krijg je als je een superbike basis neemt, die korter, sterker, wendbaarder, comfortabeler én makkelijker maakt? Het is een recept om van te dromen, maar het zijn wel heel erg veel factoren om rekening mee te houden. Toch lijkt het er sterk op dat het ze gelukt is en dat is nog voordat we er een meter mee gereden hebben. Eenmaal onderweg weet je het snel zeker. Al voor de eerste rotonde klimt links en rechts een MT van de collega’s in de ketting, terwijl ze toch echt a
llemaal in standaardmodus met de tractiecontrole op stand 2 staan. Goed voelbaar is dat de motor weliswaar al erg snel netjes rijdbaar is, maar dat er boven de 6000 toeren pas echt chili in het eten gaat. De viercilinder verloochent z’n afkomst niet en is maar wat gretig om je te laten zien wat ie kan. Alleen is er nu dus onder die zesduizend wel iemand thuis. En het is ook helemaal niet erg daaronder te blijven. Het is een beetje de Jekyll en Hyde die er nu in zit, wil je gewoon en braaf rijden dan blijf je lekker onderin poekelen, wil je haar op je tanden dan draai je de kraan open. En dat dan in een paar stappen, want dan hebben we nog wat knopjes om mee te spelen.Wat er gebeurt is duidelijk te zien in het display, dat groot genoeg is om alle informatie goed leesbaar in beeld te brengen. Geen fancy TFT zoals de R1, maar wel een LCD die het net zo prima doet. Niks mis mee, misschien is het zelfs wel zo goed ook, het leidt in elk geval nu niet af. Hebben we de eerste kilometers in relatieve rust afgelegd, nadat we de bebouwde kom enigszins achter ons gelaten hebben kan het feest voor de volgende driehonderd-plus kilometers beginnen. Uiteraard zitten we al snel met knopjes te spelen, zodra we het aandurven. Die standaardmodus is al zo goed dat we eerlijk gezegd bijna de hele rit daarvan gebruik gemaakt hebben. Deze doet precies wat je ervan verwacht, maar is niet agressief, niet zenuwachtig en nog belangrijker: ook niet te soft. Bij andere motoren willen we nog wel eens klagen over een regenmodus die voor het mooie net te lijzig reageert, daarvan is totaal geen sprake met de MT. Schakel je naar A of zelfs het beestachtige B, dan is het pas echt feest. Keerzijde daarvan is alleen dat je dan e
Remmen hadden best iets feller mogen zijn. Wil ondanks tractie controle maar al te graag in de ketting klimmen
Uiteraard is de vering voor en achter geheel naar eigen geur en smaak af te stellenen heel vaste rechterpols moet hebben en op een onbekende weg is dat persoonlijk niet echt aangenaam, dus gaan we snel weer terug naar het prima doseerbare standaard. En jawel, alle foto’s in dit artikel zijn hiermee gemaakt, je mist dus echt niks.
De tractiecontrole is net ietsje anders, dat hebben we voor twee beelden toch maar even stiekem uitgezet. Niet dat het onmogelijk is om de MT verticaal te zetten, integendeel, dat hebben we al meermalen gezegd, het is meer een praktisch dingetje. Het systeem werkt overigens fantastisch, mocht het al eens in werking treden, iets wat onder de geldende weersomstandigheden al niet gebruikelijk is, dan verraadt slechts een lichte beweging in het rijwielgedeelte dat de motor weer terug in het gareel wordt gebracht; redding voordat je überhaupt doorhebt dat het nodig was. V
Vooruit, niet de meest fraaie armatuur, maar wel standaard cruise control. Op een Supernaked
Als standaard niet genoeg voor je is, biedt de accessoire catalogus uitkomsterticaal is bijna hetzelfde, de motor komt eenvoudig weer op z’n voorwiel terecht en rijdt verder alsof er niets aan de hand was. Maar stiekem krijg je vanzelf toch weer de neiging het systeem uit te zetten en je afstandsrecord nog eens aan te scherpen in een willekeurige versnelling.
De MT is groot en sterk en voelt ook zo. En Yamaha heeft er best goed aan gedaan het stuurgedrag hiermee overeen te laten komen. Het is dus niet de allerlichtst sturende motor, je moet er een gezonde hoeveelheid op werken, maar rond kom je toch wel. Dat wordt al beter als je eens een bekend stuk weg afrijdt en dus weet wat er komt, met wat anticiperen is de motor een stuk neutraler te sturen, wat scheelt. Maar onmogelijk is het zeker niet, ook op de krappere stukken weg die we passeerden konden we prima een gezond tempo aanhouden, wat we met een supersport waarschijnlijk niet zo eenvoudig hadden kunnen doen. Stilstaand en stapvoets manoeuvreren is dan wel weer een ander puntje, de MT heeft nog wel wat van de stuuruitslag van de R1 geërfd en even snel omkeren kost je dus een k
eertje extra steken. Zijn we niet gewend van een naked, maar dat is alles, er is mee te leven.Als we dan toch een paar puntjes van kritiek aan het bespreken zijn, mogen we ook de remmen niet overslaan. Verre van slecht, missen ze naar ons idee toch de frisse bite die bijvoorbeeld Brembo’s wel hebben en is de vertraging ook niet zo progressief als je zou willen als je bijvoorbeeld eens een inschattingsfoutje maakt en wat harder moet knijpen. Maar daar valt wat voor te zeggen: te agressief zit ook niet iedereen op te wachten en remmen doen ze heus wel. Ook het benzineverbruik willen we met een andere test nog eens dieper in duiken, tot tweemaal toe begon het lampje al te knipperen na ongeveer 160 kilometer en noteerde ik aan de pomp een verbruik van 1:11,8. Collega's deden het iets beter met 1:13 en een beetje, maar we willen dit niet direct als standaard aanhouden. We reden immers ook geen standaard tempo. Tenslotte wordt links en rechts door een collega nog een licht commentaar op de banden gegeven, maar dat is natuurlijk zo opgelost en persoonlijk vind ik het nog wel meevallen. Natuurlijk zijn er inmiddels nieuwere banden dan de S20’s waar we mee rijden die ook nog eens lichter sturen, maar echt kwalijk is het ook weer niet.
Geen ramp om hier je Pinksterweekend voor op te moeten offeren