Test: Triumph Bonneville T120 Black
Zondagsrijders
Inhoudsopgave |
---|
Test: Triumph Bonneville T120 Black |
Rijke geschiedenis |
De legende herboren |
Zondagsrijders |
Conclusie |
Technische gegevens |
Met een temperatuur die in de ochtend de tien graden amper ontstijgt en een helderblauwe hemel die continue door donkere regenwolken wordt verstoord staan de Bonneville’s mooi in een rij opgesteld voor ons klaar. De Bonneville T120 is in vier klassieke kleurstellingen leverbaar, maar Triumph heeft voor de presentatie gekozen voor de T120 Black uitvoering, waarbij alle op de standaard versie verchroomde onderdelen nu matzwart zijn uitgevoerd. D
e T120 Black is op zich weer in twee kleuren leverbaar: Jet Black en Matt Graphite, waarbij die tweede een mat grijs gespoten tank en spatborden heeft. Beide kleuren hebben een fraai bruinkleurig zadel, waar dat bij de standaard T120 gewoon zwart is.Dankzij een innovatief gepatenteerd decompressiesysteem komt de twin met een druk op de knop tot leven, maar waar de Britten tijdens de presentatie een mooi geluid hadden beloofd klinkt de 1.200cc paralleltwin in mijn ogen toch erg bescheiden. De zit op de Bonneville is prima voor elkaar, de hoogte is met 785mm gelijk aan de T100, maar bij de T120 heeft het zadel nu wel een dikkere foam, waardoor het comfort er aanzienlijk op vooruit moet zijn gegaan. De afstand van het zadel naar de voetsteunen is erg ontspannen, maar daardoor schrapen de voetsteunen bij een sportief tempo wel snel over het asfalt. Ook de afstand naar het stuur is relatief kort, waardoor het met de Bonneville relaxt tokkelen is. D
e Assist koppeling heeft een vederlichte bediening, wat in het drukke zondagse verkeer in de omgeving van Cascais en Sintra zeker geen overbodige luxe is, terwijl het koppelsterke motorblok erg schakellui te rijden is. Ook de standaard in twee standen instelbare handvatverwarming, die erg subtiel naast de linker handvat is aangebracht, stel ik erg op prijs; de lage stand blijkt al afdoende om mijn handen ondanks zomerhandschoenen lekker warm te houden.Trouwens, over knopjes gesproken: de nieuwe armaturen zijn ergonomisch goed doordacht. De rechts aangebrachte keuzeschakelaar voor de rijmodi werkt erg eenvoudig: indrukken, modus selecteren, vervolgens koppeling inknijpen en gas dicht en de T120 schakelt meteen over naar de andere modus. Links is de menuknop ondergebracht, waarmee door het digitale menu kan worden gescrold en bij stilstand de tractiecontrole kan worden uitgeschakeld. D
Hoezo oog voor detail: oldschool bougiedoppen en injectie in de vorm van een carburateur
De nieuwe 1.200cc paralleltwin is op koppel getuned, en dat voel je
De remmen zijn Britisch Polite, het zadel zit comfortabel.e dubbele ronde klokken zijn bijzonder fraai vormgegeven, in het donker licht de achtergrond mooi op en uit de twee kleine digitale displays is een waslijst aan informatie af te lezen: rechts de tankinhoud, rijmodus setting en restkilometers, links de versnellingsindicator, dubbele tripmeter, verbruiksmeters (gemiddeld en actueel) en het klokje.
In de Road modus is het koppel van de T120 erg indrukwekkend, en dan druk ik me nog bescheiden uit. Vanaf 1.500 toeren pakt de paralleltwin erg mooi op, waardoor het deel van de route door dorpjes en steden in derde en vierde versnelling worden afgelegd. De versnellingsbak schakelt licht en direct, wat ook zonder koppeling prima te doen is. Bij lage toeren is zelfs terugschakelen zonder koppeling geen enkel probleem. Als op de fraaie, maar deels wel natte slingerwegen het tempo iets wordt opgevoerd – maar veelal nog steeds binnen het maximaal toelaatbare blijft, geheel Tot 3.500 toeren, iets voorbij het punt dat de paralleltwin z’n maximale koppel afgeeft, heeft het blok eigenlijk maar één minpunt: het loopt té perfect. Boven de 3.500 toeren wordt dat echter helemaal gecompenseerd als het motorblok heerlijk begint te trillen. T
riumph’s technische goeroe Steward Wood legt uit dat het geen trillingen uit onbalans zijn, maar de verbrandingsklappen die je voelt.Waar het motorblok uitblinkt in souplesse en ongekende kracht onderin, had de vering wat comfortabeler mogen zijn. De vele straten met grove kinderkoppen gaan nog net, maar bij putdeksels, hobbels en kuilen die hier in Portugal heel gebruikelijk zijn worden de klappen hard aan het stuur doorgegeven. Het natte en koude asfalt komt de motor ook niet ten goede, maar dat komt ten dele ook doordat je automatisch voorzichtiger stuurt. Switchen naar Rain modus blijkt onder deze omstandigheden en hele verbetering. Het koppel is voelbaar afgeroomd en is daardoor minder gevoelig op het gas, waardoor de Bonneville veel relaxter te rijden is. Bij snelheden tot pak ‘m beet 40-40 km/u geniet deze modus duidelijk mijn voorkeur, daarboven is op natte wegen de Road modus prima te doen. Voelt de Bonneville bij het langzame tempo nog ietwat onzeker aan, dat gevoel verdwijnt als sneeuw voor de zon als tijdens de fotoshoot op een behoorlijk lang stuk bochtige weg het tempo kan worden opgevoerd. De Bonneville voelt heerlijk in balans, neemt mooi de gekozen lijn en is zo nodig nog van richting te veranderen. Ook de remmen zijn prima voor elkaar, ze geven een goede feedback vertragen zoals je zou verwachten.