Test: Al het Mash nieuws tegelijk
Kwestie van perspectief
Inhoudsopgave |
---|
Test: Al het Mash nieuws tegelijk |
Kwestie van perspectief |
Echt anders |
Klapstuk |
Conclusie |
Technische gegevens |
Mash, dat waren toch die goedkope Chinese motoren? Licht en goedkoop, dat Mash? Het zoveelste merk dat het probeert te maken in een land waar we traditioneel nog altijd zwichten voor ‘een zware’, want dat is ‘de ware’, dat Mash? Moet wel zeggen, het zag er leuk uit op de beurs, maar wie heeft er nu spontaan zin in er eentje te kopen? Lees dan vooral eerst even door…
Om te beginnen is het merk minstens zo Frans als het Chinees is, of eigenlijk zelfs nog meer. Kwestie van perspectief. En dat is misschien wel het grootste verschil tussen dit en andere merken uit de prijspakker van de Oriënt. Aanstichter van het geheel is namelijk Fréderic Fourgeaud, ondernemer en honderd procent Fransman. Om eerlijk te zijn is er tijdens de presentatie welgeteld geen enkele Chinees te vinden, wat maar weer aangeeft hoe Frans het merk eigenlijk is. Enkel de productie vindt plaats in het Oosten, de rest komt hier vandaan. Net als met je smartphone dus eigenlijk. Of je televisie, laptop, halve BMW, Tesla, spijkerbroek of noem maar op.
Fourgeaud had een idee en als hoge pief bij oliefabriekant Ipone ook de middelen om een nieuwe onderneming te starten. Dus dan vorm je een bedrijf, in dit geval Sima genaamd en laat dat motoren maken met de naam Mash. Zo zit ‘t. Pas daarna zijn de oosterburen ingeschakeld. Oftewel, de reden dat Mash zo scherp geprijsd kan zijn is omdat de motoren worden gebouwd in China, maar voor de rest zijn ze volledig Frans. En om nog maar een ongestelde vraag te beantwoorden: Mash is wel van plan uit te breiden, maar zal zich blijven richten op lichte en relatief eenvoudige motoren. Geen bizarre vermogens, dat is weer goed voor de levensduur, geen super hi tech (maar we hebben wel injectie en ABS); ook de styling blijft ‘neo-retro’, bij alle modellen. Of misschien niet bij de Adventure, maar dat is een uitzondering, wordt ons op het hart gedrukt. Gelukkig voor ons hebben we die ook al eens gereden, dus hoeven we daar nu geen aandacht aan te besteden.
We zijn hier om het volledige gamma aan de tand te voelen, inclusief een nieuw model: de TT40. Dat is een van de zwaardere motoren, aangedreven door dezelfde luchtgekoelde 400cc ééncilinder die nog een aantal andere modellen aandrijft. Als variatie heeft de TT een heuse stroomlijn gekregen, andere zitpositie, nieuw zadel inclusief seatcover en nog enkele unieke features waar we straks op terugkomen. “Hier”, dat is het pittoreske dorpje Zicavo in de heuvels van Corsica, opnieuw zo Frans als wat. Of Corsicaans om precies te zijn, maar dat is nog steeds gewoon ‘van Frankrijk’. En zo komt het dus dat de directeur hier al jaren zijn vakanties viert en hij de medewerkers van het hotel ziet als zijn familie. Dáárom dus hier, weer heerlijk op z’n Frans dus. En dat de wegen hier in de buurt zich supergoed lenen voor motoren van dit kaliber is een gelukkige bijkomstigheid. Bovendien: zo komen wij ook nog eens ergens.
Enfin, de motoren. Officieel gaat het hier over een gamma-presentatie en inderdaad staat elk model paraat voor een rondje over de slingerende wegen van het Corsicaanse binnenland, maar er is ook nieuws: de Five Hundred en als klapper de TT40, een retroracer om je vingers bij af te likken. Maar voordat we dat doen gaan we nog even snel langs alle modellen, want er is ook algemeen nieuws: Elk van de motoren is vanaf komend jaar Euro4 geschikt en dat is ergens nog best bijzonder, want bij andere merken gaan de luchtgekoelde modellen links en rechts uit het gamma omdat ze onder Euro4 niet meer aan de eisen kunnen voldoen. Nou is een voordeel wel dat we het zelfs met de allerzwaarste motoren nog steeds over de lichte klasse hebben, wat het ze toch nog net wat makkelijker maakt de eisen te halen. Evenzogoed staan ze er dus wel gewoon lekker bij en k
laar voor de komende jaren. Met nette injectie en ABS voor alles boven de 125cc en een gecombineerd remsysteem voor de allerkleinsten is er dan ook weinig meer te eisen.Het oog voor detail reikt eigenlijk ook nog best ver. Dat maakt de modellen dan ook zo verschillend, er van uitgaand dat er nog maar drie verschillende motorblokken zijn en alles in dezelfde hoek zit valt het nog best op. Van een kleurtje voor de een, via een andere tank, ander zadel of upside down danwel conventionele voorvork gaan we ook door naar bijvoorbeeld wel of geen schijfrem in het achterwiel. En daarbij zijn de kosten niet het leidende argument geweest. Neem een Black Seven, toch ‘maar’ een 125je, die heeft wel gewoon een schijfrem voor en achter, terwijl de nieuwe Five Hundred een heuse trommelrem in het achterwiel heeft. Maar daarnaast ook ABS voor het voorwiel. De reden: het staat zo cool. Simpel, helder. Nog een voorbeeld? De schijven van de Two Fifty wijken af van die van de rest, doordat ze geen gaatjes hebben. Dat is nou dus oog voor detail.