Test Aprilia Tuono V4 1100
Symfonie
Inhoudsopgave |
---|
Test Aprilia Tuono V4 1100 |
Aangepast |
Hobbels en knopjes |
Symfonie |
Conclusie |
Technische gegevens |
Tenzij je het maar met moeite aan de straat kwijt kunt dus. Het ding loopt over van het potentieel, zoveel is al heel snel merkbaar. Maar bij het krappe werk waar we voornamelijk overheen sturen komt het maar zelden voor dat we de motor ook echt de volle mep kunnen geven. Jammer, maar het geeft ons een goed excuus het zo snel mogelijk nog eens dunnetjes over te doen. Tussendoor vallen enkele andere eigenschappen dan weer wel goed op: de motor zit prima en rijdt lichtvoetig als een CB500. Nauwelijks te geloven dat we toch met een dikke 1100cc op pad zijn en dat terwijl we diezelfde morgen nog met de RSV4 aan het rijden waren. Opnieuw valt de bedienbaarheid op, de beheersbaarheid waarmee het vermogen er in komt. En dan nog iets, want het dikkere middengebied is ook echt dikker. En flink ook. Het is dat alle elektronica overeenkomstig goed werkt en dus alle mogelijke spannende momenten zijdezacht in de kiem smoren dat het lijkt alsof het allemaal wel mee valt, maar zelfs dan is de Tuono ‘leuker’, meer aanwezig in de meer aardse toerenregionen dan de RSV. Komt die past bovenin echt los – en met een dik kanon bovendien- , op de Tuono begint het feest gewoon veel vroeger. Een beetje Beach party versus Happy hour, zogezegd. En gelukkig hoeft het een het ander niet uit te sluiten, een beetje feestganger weet moeiteloos over te stappen. Je hoeft dus ook niet noodzakelijk te wachten tot de toerenbegrenzer er een eind aan maakt voordat je overschakelt en dat is goed nieuws, want met de quickshifter erbij doe je haast niets liever. Gewoon veel te vaak schakelen dan noodzakelijk, gewoon omdat het kan. Kicken toch.
Het gehobbel en gewiebel op de pokdalige en gladde wegen daar gelaten, is de motor ook bijzonder lichtvoetig. Daarmee is het uiteindelijk toch niet zo’n grote straf als vooraf gedacht om hier te rijden, qua sturen kan de motor het makkelijk aan. Alleen de frustratie blijft er, want hoe zou de machine opleven als je ‘m wel eens echt flink aan z’n jas zou kunnen trekken? We willen het weten en liever vandaag dan morgen. Denk dat de Tuono wel eens compacter en wendbaarder zou zijn dan z’n grootste concurrent, die op zijn beurt dan weer wat ruimer zal zijn. Maar dan heeft Aprilia stiekem nog één andere troef: de continue V4-symfonie die je er bij krijgt. En die hóór je, gegarandeerd.
Verschil tussen de RR en Factory? Geen sticker Öhlins op de vering