Test: KTM RC 125
Groeien als kool
Inhoudsopgave |
---|
Test: KTM RC 125 |
Groeien als kool |
Jong van hart |
Conclusie |
Technische gegevens |
Het gaat goed met KTM. Het merk dat zich pas begin deze eeuw op de productie van straatmotoren ging toeleggen is het afgelopen decennium gegroeid als verse kool. Waar de markt sinds het uitbreken van de kredietcrisis alleen maar krimp heeft gekend (2010-2013: -20%), stonden de Oostenrijkse cijfers vanaf 2011 in de plus, dankzij de lancering van de 125 Duke, niet veel later gevolgd door de 200 en 390 Duke. Het lichte Duke segment bleek een schot in de roos, alleen al de laatste 12 maanden zijn er wereldwijd 30.000 units van het ‘kleintje’ Duke verkocht. In 2011, het jaar dat de 125 Duke werd gelanceerd, was het in Europa de best verkochte motorfiets in het segment tot 125cc. In juni van dit jaar werd door KTM de beste maand in de geschiedenis van het merk genoteerd, wat ook in Mattighofen goed is te zien: om alle personeel te huisvesten is recent wederom flink uitgebreid. Waren er 10 jaar geleden slechts 30 man werkzaam op de afdeling R&D, anno 2014 is dat aantal tot 320 medewerkers gegroeid. In totaal zijn wereldwijd 1.849 mensen werkzaam bij het inmiddels Europa's grootste motormerk, dat tegenwoordig meer dan 100.000 motoren per jaar produceert.
Na de succesvolle introductie van de ‘kleintje Duke’ familie werd vorig jaar op de EICMA in Milaan de supersport variant gepresenteerd, die net als het ‘kleintje Duke’ uit drie modellen bestaat die bij het Indiase zusterbedrijf Bajaj worden geproduceerd: de RC 125, RC 200 en RC 390. De RC 125 en RC 390 zijn voornamelijk voor de Europese markt bedoeld, voor het A1 respectievelijk A2 motorrijbewijs, terwijl voor de RC 200 de focus vooral op Indiase en Aziatische markt ligt, waar de 200 ontzettend populair is. Met de lancering van de RC 125 heeft KTM zich ten doel gesteld het succes van de 125 Duke in het supersport segment te evenaren. Om dat te realiseren heeft KTM flink uitgepakt: tijdens de presentatie werd nog eens extra benadrukt dat voor de ontwikkeling van de RC-familie eenzelfde budget ter beschikking stond als voor premium modellen als de 1290 Super Duke.
Premium kwaliteit
Als we in Linz oog in oog met de RC 125 staan is de motor goed af te zien dat hij uit onderdelen van hoge kwaliteit moest worden opgebouwd. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Honda’s CBR oogt de RC als een écht volwassen fiets. Ook erop zittend voelt de RC 125 volwaardig aan, alsof je op een 600cc bent gestapt. H
et flink uitgebreide compleet digitale display, waarvan de toerenteller trouwens belachelijk slecht afleesbaar is, de armatuur op het stuur waarvan de icoontjes zijn verlicht (neem daar eens een voorbeeld aan Mr. Blore) en de zithoogte van 820 mm geven de RC 125 dat volwassen gevoel.KTM had zich ten doel gesteld om met de RC familie te laten zien dat iets ouds als de motor nog steeds sexy kan zijn en uiteraard moest de motor uit duizenden te herkennen zijn. In dat laatste is KTM zeer zeker geslaagd, maar van het Kiska designteam hadden we ook niets anders verwacht. Modern kan de styling ook worden genoemd, maar geslaagd is een kwestie van persoonlijke smaak. Vooral het neusje dat als een GS-snavel is gebekt was tijdens de presentatie – en ver daarbuiten – het onderwerp van gesprek. Je vindt het óf helemaal geweldig, óf helemaal niks, en dat siert KTM dan weer. Volgens Sebastian Sekira, hoofd van KTM Street Development, is de snavelbek het gevolg van drie factoren: d
De snavel is voer voor discussie, de spiegels geven een goed beeld naar achteren, als je ze krijgt versteld. Bij 'onze' RC was in de rechterspiegel haast geen beweging in de hoogteinstelling te krijgen. Het display is overzichtelijk, maar de toerenteller is amper af te lezen
Prachtig voorbeeld van functioneel design. Bij het kontje zijn aan de onderkant uitspraringen aangebracht die dienst doen als handgrepen, terwijl de bovenkant in rubber is uitgevoerd om als duozit te fungeren, waardoor de RC een éénzitter-look heefte keuze voor twee naast elkaar geplaatste projectielampen stond op voorhand al vast, de positie van de LED-dagrijverlichting was grotendeels al door de wetgeving bepaald en tot slot moest de vorm van de stroomlijn ook functioneel zijn. Zo moet de -brede- vorm van de stroomlijn voor verminderde turbulentie hebben gezorgd.
Dat over de RC 125 ontzettend goed is nagedacht, is de motor op meerdere vlakken goed af te zien. Zo zijn geen clipons maar stuurpennen toegepast waardoor op materiaal – en dus gewicht – is bespaard. Bovendien: hoe minder onderdelen, hoe goedkoper de fiets. Het ontwerp van het zitje spant helemaal de kroon: zou je niet beter weten dan ben je er heilig van overtuigd dat de RC 125 een eenzitter is, enkel de stepjes voor de duopassagier verraden dat het hier toch echt om een tweezitter gaat. Pas als het kontje wordt aangeraakt voelen we dat de bovenkant van zacht rubber is gemaakt. Zoals gezegd is ook het display volwassen uitgevoerd: naast standaard informatie als snelheid en toerental, een dubbele tripmeter en een klokje is een waslijst aan informatie op te vragen, zoals de cijfers over het verbruik, (gemiddeld) gereden snelheid nog resterende kilometers totdat de 10 liter tank leeg is. Shell zal met de RC 125 waarschijnlijk niet zo gelukkig zijn: ondanks dat tijdens de presentatie grotendeels volgas werd geracet, excuus… gereden, kwam het verbruik volgens het display niet boven de 3,1 liter op 100 km uit, ofwel 1 op 32.