Test: Aprilia Tuono V4 APRC
Straatvechter met vangnet
Inhoudsopgave |
---|
Test: Aprilia Tuono V4 APRC |
Straatvechter met vangnet |
Knallen dan maar weer? |
Conclusie |
Technische gegevens |
Met bovengemiddelde spanning melden we ons bij Piaggio Vespa, dat dit jaar het importeurschap van Aprilia van Moto Tricolore heeft overgenomen, waar de Tuono V4 ons in de stralende zon al staat op te wachten. Dat wij niet de enigen zijn met een bovengemiddelde interesse in Aprilia’s nieuwste naked blijkt uit het bomvolle schema van aanvragen, waardoor de fiets ons ‘slechts’ vier dagen ter beschikking kan worden gesteld. Langer kan écht niet, tenzij we nog een paar maanden willen wachten, maar dat willen we natuurlijk niet. Met een ‘geef ons de sleutel maar dan kunnen we gaan knallen’ willen we de kostbare tijd maximaal benutten, maar niet voordat we door de importeur uitgebreid zijn voorgelicht over de instelmogelijkheden van de Tuono V4 APRC. En dat zijn er, dankzij het uitgebreide APRC elektronicapakket, nogal wat. Ga er maar even voor zitten: in 8 standen instelbaar Traction Control, in 3 standen instelbaar Wheelie Control, een quickshifter, 3 verschillende motormappings en als dat allemaal nog niet genoeg is, is de Tuono V4 bovendien voorzien van een heus Launch Control, waarmee snelle stoplichtsprints tot 160 km/u zijn verzekerd. Precies, hetzelfde pakket dat Aprilia eind vorig jaar op de tweede generatie RSV4 Factory APRC introduceerde. Nu kunnen we ons voorstellen dat je, net als ons, je afvraagt of dit soort elektronica op een naakte sportfiets wel zinvol is, maar eenmaal vanuit Piaggio Vespa’s thuishonk in Breda de snelweg opgedraaid wordt meteen duidelijk dat dit hét sleutelwoord is tot succes.
Zei je rotzooi in de bocht? Niks van gemerkt...
Met de ervaring van mijn eigen 140 pk sterke Corsaro 1200 in het achterhoofd, die bij volgas acceleratie tot in derde versnelling alleen maar ongecontroleerd het voorwiel de lucht in wil lanceren, wordt de gaskraan met het Wheelie Control op standje 2 vol opengedraaid, maar in tegenstelling tot die Corsaro blijft het voorwiel van de Tuono V4 netjes boven het asfalt zweven en schiet de Aprilia met warpsnelheid naar voren, waarbij we worden verwend met een bak herrie aan in- en uitlaatgeluid die ons het idee geeft op een MotoGP racer te hebben plaatsgenomen. In één woord: fenomenaal.
Wel zo veilig, die betonblokken in de berm. Nu alleen nog rood-wit-blauw schilderen en de race kan beginnenNu is Aprilia niet de eerste fabrikant die Wheelie Control standaard op een motorfiets heeft toegepast, die eer ging twee jaar geleden naar BMW’s S1000RR. Echter, in tegenstelling tot het systeem van BMW, dat kortstondig de ontsteking onderbreekt en daardoor een nogal heftige aan/uit reactie tot gevolg heeft, heeft Aprilia ervoor gekozen om de mapping van de 167 pk sterke V4 aan te passen, waardoor er geen sprake is van een aan/uit maar puur en alleen een ietwat getemperde vermogensafgifte. Sterker, zonder het opvallend in het display aangebrachte rode controlelampje, dat gaat oplichten zodra het Traction Control of Wheelie Control wordt aangesproken, zou je geeneens in gaten hebben dat de ECU het vermogen wat aan het beteugelen is.
We zeiden het al, de Tuono V4 is – net als zijn voorganger, de Tuono 1000R, een afgeleide van Aprilia’s Superbike. Kuip eraf, breed stuur erop en klaar. Tenminste, op het eerste oog. Het neusje heeft overduidelijk de genen van de RSV4 meegekregen, maar dan met hogere koplampen die qua vormgeving veel van de Tuono 1000R weg lijken te hebben. De bij de RSV4 al niet al te forse kuip heeft plaatsgemaakt voor kleine zijpanelen, die de windstroom moeten geleiden en daarmee naast een aerodynamische bijdrage tevens voor windbescherming moeten zorgen. Hoewel bij een naked (sport)bike iets als windbescherming niet echt belangrijk is, is het goed vertoeven op de Tuono V4. Snelheden tot 160 km/u zijn geen enkel probleem, maar richting de 200 of daarboven wordt al snel een aanslag op je nekspieren gedaan. Vanaf het zadel kijk je uit op een fraai display dat zo van de RSV4 lijkt te zijn overgenomen, maar toch in detail anders is uitgevoerd. Het grootste verschil zit ‘m in het controlelampje van het APRC, dat bij de Tuono V4 een prominente plaats in het display heeft gekregen.
Ten opzichte van de RSV4 heeft de Tuono V4 een ietwat vriendelijkere vermogensafgifte meegekregen. Daar waar de RSV4 APRC wordt opgegeven voor een topvermogen van 180 pk bij 12.250 is dat bij de Tuono V4 APRC afgeroomd naar een nog steeds niet misselijk vermogen van 167,3 pk (mocht je die afvragen waarom die ‘komma-drie’, de motor wordt opgegeven voor 123 kW en reken dat maar om) dat bij een iets lager toerental van 11.500 toeren per minuut wordt afgegeven. Ook het koppel is met 111,5 Nm iets lager dan de 115 Nm van de RSV4, en wordt nu 500 toeren eerder bij 9.500 toeren per minuut afgegeven. Zondermeer indrukwekkende cijfers, zeker als je ’t vergelijkt met de oude Tuono 1000R, die 41 pk minder ter beschikking had en bovendien ook nog eens meer dan tien kilo zwaarder was. Om de Tuono V4 zijn ietwat vriendelijkere vermogensafgifte te geven is de fiets voorzien van een nieuw uitlaatsysteem, dat twee kilo lichter is geworden en dankzij z’n uitlaatklep nog steeds garant staat voor het betere porno motorgeluid, zijn de inlaatkelken met 20 mm verlengd voor meer kracht onderin, is de kleptiming aangepast en is het vliegwiel verzwaard om meer massatraagheid – en daarmee een soepelere vermogensafgifte en meer balans – te genereren. Ook heeft de close ratio versnellingsbak van de RSV4 plaats gemaakt voor een versnellingsbak waarbij de eerste drie versnellingen zijn ingekort.