Test: Honda Varadero Iseran
Geflickte Strassen
Inhoudsopgave |
---|
Test: Honda Varadero Iseran |
Ruimtelijk |
Geflickte Strassen |
Conclusie |
Technische gegevens |
Ondanks dat de Varadero bij haar eerste update in 2003 aanzienlijk kortere veerwegen(voor 155, achter 145 mm) en hardere demping heeft gekregen om de wegligging te verbeteren, blijft deze nog steeds een punt van zorg voor mensen die de potentie van de twin vol willen benutten. De vering spreekt wat streng aan, waardoor je een wat “stuiterig” gevoel krijgt bij bijvoorbeeld langzaam rijden over klinkers. Rij je harder, dan slaagt diezelfde vering er juist weer niet in de rust in het rijwielgedeelte te bewaren en komt er beweging in de motor. Op de snelweg is dit nog niet zo’n groot probleem. De twin haalde met twee personen en bagage ongeveer 195 echte km/u en dat is langer vol te houden, niet slecht voor een dergelijke motor. Vanaf ongeveer 140 km/u kruipt er echter toch een lichte onrust in de motor. De Varadero krijgt last van bijvoorbeeld hobbels of wervelingen van auto’s die voor je rijden en begint wat te wiegen. In bochten wordt dit erger en kun je het volle vermogen van de twin niet gebruiken.
Bij de combinatie van belading en slechte wegen gaat die onrust over in een heftiger wiegende motor met een “pompende achterkant”. Op dat moment ben je echter al wel sneller onderweg over de “Geflickte Strassen” in het Sauerland dan strikt genomen goed voor je is. Het hoge gewicht en zwaartepunt in combinatie met veerwegen die toch langer zijn dan een straatfiets vergen dan hun tol. Het wordt allemaal nog wat erger als de achterdemper door al dat dempen warm wordt. Gebruik je de Varadero waarvoor hij bedoeld is, namelijk relaxed en vlot reizen zonder te jakkeren, dan zul je weinig last hebben van vermeende tekortkomingen in de wegligging. Waarschijnlijk doe je de Varadero ook het meest recht als je hem schaart onder de toermotoren en niet onder de allroads. De zithouding doet daar ook sterk aan denken met een voor een allroad relatief smal stuur en een enigszins passieve zithouding.
Comfort
Een benzinetank in een keer leegrijden is geen probleem met de Honda. Naast de al eerder genoemde ruimte en de bagagemogelijkheden krijgt de windbescherming krijgt een ruime voldoende. Er is wel sprake van wervelingen omdat de ruit vrij ver van je af staat, maar de bescherming is zelfs voor zo’n lange motorrijder als ik erg goed. De beide koplampen geven een zee van licht, waardoor je ook in het donker ontspannen rijdt. De twin levert 94 pk, niet echt veel naar de huidige maatstaven. Die pk’s worden echter geleverd in een toerentalgebied waarbij bij bijvoorbeeld een 600 cc viercilinder niemand thuis geeft. Je kunt dus lekker schakellui rijden. Dat hoeft echter niet, want de twin heeft geen problemen met hoge toerentallen. Zoek je die op, dan produceert de twin een turbineachtige raas, ondersteund door de typische fluittoon van een Japanse watergekoelde twin. De fraaie donkerbruine dreun bij gasdicht mocht ik graag forceren, vooral in een tunneltje.
Zoals gezegd maakt handvatverwarming deel uit van het “l”Iseran” pakket. Dat kwam goed uit, want in de Eifel dreigde het te gaan sneeuwen bij een temperatuur van amper 3 graden boven nul. De warmteafgifte van de handvatverwarming is voldoende en is goed te regelen,
Boven: ziet er ook zonder topkoffer strak uit.
Onder: overzichtelijk display met meer dan voldoende informatie, maar wel gedateerd. Handvatverwarming is een welkome aanvulling, alleen jammer dat 't bij lage toeren wordt uitgeschakeld. Montage op de linker stuurhelft was ook handiger geweest.
alleen is het jammer dat hij wordt uitgeschakeld (zeer) lage toerentallen. De dynamo van de twin levert dan blijkbaar te weinig vermogen om de handvatverwarming te kunnen voeden. Lastig, want dat betekent toch nog koude vingers als je regelmatig voor stoplichten moet wachten of wat file moet rijden.
Kieren en spleten
De vakwerkhuizen in het Sauerland en de Eifel zijn vaak op zeer grondige wijze gerenoveerd. Velen zien er uit als nieuw. Soms is het net alsof je door een tekenfilm rijdt. Hier en daar heeft men mijns inziens overdreven, waardoor het authentieke gevoel een beetje is verdwenen, zoals in Monschau. Alles superstrak in de verf, geen kiertje te zien. De Varadero daarentegen laat op dit vlak wel steken vallen. Opvallende lasnaden op het frame en flinke kieren tussen de plastic onderdelen maken een rommelige en gehaaste indruk. Veel van die plastic onderdelen tonen zonder schroom de punten waarop ze uit de gietmal zijn gebroken, wat me doet denken aan mijn Matchbox bouwpakketten uit de jaren zeventig. Honda toch. Ook zijn er veel leidingen te zien, waar vooral het gecombineerde remsysteem debet aan is. De bedieningsknoppen op het stuur verdienen een upgrade, die ogen gedateerd. Vreemd is dat de stickers op de tank wel heel netjes met blanke lak zijn overgespoten, maar dat men voor de stickers op de kuip die moeite niet heeft genomen. Die tweeslachtigheid zie je ook bij de koffers. De topkoffer is van goede Givi-kwaliteit met een mooi passende rubbermat erin, maar de zijkoffers voelen dunnetjes aan en vertoonden al snel gebruikskrassen.