Test: Moto Morini Corsaro vs. KTM Superduke
4: Inderdaad, zo ja.
Inhoudsopgave |
---|
Test: Moto Morini Corsaro vs. KTM Superduke |
2: Mooi was die tijd |
3: En dat ging zo... |
4: Inderdaad, zo ja. |
5: Conclusie |
6: Technische gegevens |
We zeiden het al, bij KTM is bij deze tweede generatie Superduke veel aandacht besteed aan 'rijdbaarheid', en dat heeft duidelijk zijn vruchten afgeworpen. De Superduke stuurt fantastisch en voelt stabieler aan dan de Corsaro. Dat heeft alles te maken met de geometrie, die bij de Duke meer gewicht legt op het voorwiel, ondanks de lange achterbrug en flinke wielbasis van 1450 mm. Dat scheelt een centimeter met die van de Corsaro. Toch maakt de zithouding van de Corsaro dat voor je gevoel je óp de voorvork denkt te zitten.
Daarnaast is de vering van de Superduke beduidend beter uitgebalanceerd dan bij de Corsaro, die over een veel te slappe achterveer blijkt te beschikken. Nu was de Superduke in standaard setting ook verre van ideaal, maar het instelbereik van de WP vering blijkt groot genoeg om dat te corrigeren. Opmerkelijk is dat ondanks zijn relatief lange veerwegen (135mm voor, 160mm achter) de Superduke beduidend stabieler in het bochtenwerk aanvoelt dan de Corsaro die over 'normale' veerwegen (129mm voor, 130mm achter) beschikt. Iets wat vooral wordt veroorzaakt door de veel te slappe Sachs achtershock waarmee de Corsaro is uitgerust. Schroeven is daarbij zinloos: je kunt schroeven wat je wilt, harder dan ’t maximum haal je niet. Enige optie is om een andere schokbreker te monteren, maar dat is niet echt een simpele en goedkope oplossing.
Aan de voorkant hebben we bij zowel de Superduke als de Corsaro weinig reden tot klagen. De Morini is van een dikke 50mm Marzocchi upside down voorzien, waar bij de linkerpoot de compressie (ingaand) en bij de rechterpoot de rebound (uitgaand) demping kan worden gesteld. De KTM neemt genoegen met een 'slechts' 48mm dikke upside down van WP fabrikaat, die eveneens volledig instelbaar is en nóg meer vertrouwen inboezemt. Zowel de Corsaro als de Superduke willen maar al te graag met het voorwiel in de lucht, maar in tegenstelling tot de controleerbare KTM zou de Morini een stuurdemper niet misstaan, met name om de extreme wheelieneiging in goede banen te leiden. Ziet er leuk uit, telkens weer wheeliënd de bocht uit komen, maar dan moet je dat wél kunnen… Niet vreemd dat uiteindelijk de KTM, ondanks minder vermogen en een minder extreme vermogensafgifte (of moeten we juist zeggen: dankzij) de betere wheeliemachine is.
Dat daarmee niet is gezegd dat de Corsaro zomaar kan worden afgeserveerd heeft de Italiaan enkel en alleen aan zijn Bialbero CorsaCorta 1187cc grote en 140 Pk sterke krachtbron te danken. De KTM mag dan wel – zeker in vergelijk met de Corsaro - het toonbeeld van souplesse zijn, dat weegt niet op tegen die oerkrachten die loskomen zodra alle honderdveertig paarden van de Corsaro worden losgelaten. Ongeacht hoe hard en strak de Superduke de bocht door is gegaan, zodra 'bocht-uit' wordt bereikt en de Corsaro zijn oerkrachten kan tonen is het gat met de Duke snel weer gedicht. Dat de Superduke over een behoorlijk vergevingsgezind rijwielgedeelte beschikt blijkt ook uit de diverse rijstijlen die je er op na kunt houden: traditioneel, à la supermotard met je poot van de step of als een aap hangend ernaast, het maakt de Duke allemaal niets uit. In tegenstelling tot de Corsaro, die het uiterste van je concentratie vergt en je van de eerste tot de laatste meter zal blijven imponeren alsof hij wil zeggen: doe wat je wilt, maar één moment van onachtzaamheid en je bent de mijne.