Zoeken

Test Ducati Monster 1100 S

2: Wederopstanding

12 juni 2009
Inhoudsopgave
Test Ducati Monster 1100 S
2: Wederopstanding
3: Eyecandy
4: Blaffen
5: Technische gegevens

5121.jpg

Nadat een jaar geleden het doek viel voor de oude vertrouwde Monster met de introductie van de kleine 696 was al snel duidelijk: de oude is verleden tijd. Dat Ducati eerst de 696 het levenslicht liet zien was slechts om het publiek warm te maken voor de opvolger van het beest waar het ooit allemaal mee begon, de M900. Met de M1100 staat de nieuwe incarnatie nu voor ons, en hoe! Het oplaten van het 696-proefballonnetje gaf het publiek, wat zo vertrouwd en gewend was aan het oude ontwerp dat dit minstens een cultuurschok teweegbracht. ‘Even wennen’ kreeg een nieuwe definitie en het kan niet anders dan dat veel fans nachtenlang slecht geslapen hebben. Maar zoals elk goed ontwerp kost het absoluut gewenningstijd. In die tijd kan een nieuw uiterlijk wortel schieten en ontkiemen en tegen de tijd dat je er weer mee geconfronteerd wordt zit het al diep geïntegreerd in je systeem en zou je haast de tijd niet meer heugen dat de motor er niét zo uitzag.

5062.jpgOp het moment dat de 1100 cc tellende versie op de markt kwam was die markt er dan ook klaar voor.  Geen soft gedoe, gewoon de dikke twin waar we al die jaren op zaten te wachten, in een nieuw flitsend jasje. Van op tot teen herzien en dit is het resultaat. Klaar, over, uit. Klagen doe je maar ergens anders. Nou hebben we een jaar geleden de kleine 696 al in test gehad en waren positief verrast. Zowel uiterlijk als qua rijgedrag was de motor zéker goed aangepakt, alleen de insteek was voor sommigen nogal wennen. De motor is namelijk zó gemakkelijk te rijden en heeft zo’n schattig blokje dat het totaalpakket nogal… lief overkomt. En het laatste wat je wil met een motor die deze naam draagt is dat iemand ‘m lief en schattig noemt. Sterker nog, dat was nou juist de reden dat al enige jaren werd geroepen om een upgrade van de Monster. In de loop der tijd is de motor op zoveel vlakken bijgeschaafd en aangepakt dat óf het hele ding niet meer klopte (S4RS), óf – en dit veel meer - de motor meer en meer als ‘wijvenmotor’ werd bestempeld. Dan is het natuurlijk niet echt tof om te leren dat de nieuwe minstens zo eenvoudig te rijden is. Een slipperclutch klinkt wel racy natuurlijk, maar Ducati volgt juist hier de unieke filosofie dat dit het rijden moet vergemakkelijken en waar anderen het toepassen op hun meest hardcore machines voert Ducati juist de instapmodellen uit met een anti-hop koppeling. Eentje die zo licht staat afgesteld dat de filosofie weliswaar bewaarheid wordt maar je uiteindelijk zit met een motor die verstoken is van elk greintje motorrem en dus een flink stuk beleving wegneemt. Beetje jammer op zijn minst.

5168.jpg

Aan de andere kant was ook toen al bijzonder weinig op de motor aan te merken was. Misschien de afmetingen nog, maar dat is dan ook alles. Afwerking subliem, design heel doordacht en weliswaar is het een klein en licht machientje, de balans is daarbij wel erg netjes uitgewerkt en je hebt dus ook op geen enkel vlak het idee dat er iets uit de toon valt. Vering is oke, remmen zijn oke, stuurgedrag is oke, allemaal afgestemd op de kleine bengel die het blijkt te zijn.

Maar dan deze. De Grote Broer waar het onderbewust toch nog altijd om gaat. Zeg ‘Monster’ en je hebt het over grote kloten. Zo was de bedoeling van Miguel Galuzzi toen hij de eerste pennestreken aan papier toevertrouwde. Een dikke luchtgekoelde twin in een minimaal frame. En al is het nu inmiddels niet meer het aangepaste superbikeframe wat het in het begin wel was, het basisprincipe blijft gelijk. Het rijwielgedeelte tegenwoordig bestaat uit een op maat gesneden combinatie van gietstukken en een vakwerkdeel. Grote voordeel is dat het dit keer alle jaren aan ervaring en opmerkingen samenvoegt in een pakket wat strikt voor de naakte machine bedoeld is. Geen concessies dus maar toegespitst op de eisen van de rijder, berekend op de vermogensafgifte van het blok en gefinetuned voor het beoogde gebruik.

4969.jpg