Introductie: Honda VFR1200
Zeszuiger…
Inhoudsopgave |
---|
Introductie: Honda VFR1200 |
Ma-Tsuya |
Verzette kruktappen |
Zeszuiger… |
Conclusie |
Technische gegevens |
De nieuwe krachtbron van de Honda VFR1200F is opgehangen tussen de liggers van een aluminium twin-spar frame, dat is opgebouwd uit gegoten profieldelen. Daarin scharniert een zeer lange, enkelzijdige swingarm, die wordt afgeveerd via een Pro-Link linksysteem en een monoschokdemper. Zowel de uitgaande demping als de veervoorspanning van deze monoschokdemper zijn instelbaar. Voor dat laatste heeft de demper een handstelknop met hydraulische afstandsbediening. Aan de voorzijde is een 43 mm Upside-Down voorvork gemonteerd, die onder een vrij sportieve hoek van 25,5° staat. Ook van de voorvork kunnen de veervoorspanning en de uitgaande demping naar believen versteld worden. Onderaan de voorvorkpoten bevinden zich enorme zeszuigerremtangen met radiale bevestiging. Deze tangen remmen de zwevend gelagerde 320mm-remschijven in het voorwiel af. In het achterwiel bevindt zich een enkele schijfrem met tweezuigerremtang. Het achterrempedaal stuurt niet alleen deze remtang aan, maar bedient via een “single” CBS gecombineerd remsysteem ook de voorrem in zekere mate. Een conventioneel ABS systeem houdt dat alles binnen veilige grenzen. En dat is maar goed ook, want we hebben het gas er goed op staan in de Spaanse bergen!
Wendbaar
Opvallend is hoe gemakkelijk de Honda zich in dit bochtenparadijs van de ene naar de andere bocht laat omgooien. En dat terwijl het met 267 kg rijklaar toch niet bepaald een stadsbrommertje is! Maar Honda is altijd al sterk geweest in goed sturende motorfietsen. Dat merk je ook weer aan deze VFR. Hij is niet alleen wendbaar, maar blijft ook reuze stabiel en zeker aanvoelen in al deze doorlopende bochten. Hij laat zich vlug en gemakkelijk elke bocht inrollen en volgt zonder morren de koers die je hebt uitgezet. Geen onderstuur, geen overstuur. Ook als de bocht knijpt laat de VFR zich gewillig nog wat meer op één oor vleien. En ga je er langs hangen dan gaat het nog eenvoudiger. Door het slanke profiel heb je daar ook alle ruimte voor. Desalniettemin leidt die wendbaarheid niet tot instabiliteit. Het aluminium Twin-Spar frame is de rust zelve, mede dankzij de tamelijk straf afgestelde veerelementen. De upside-down voorvork heeft tamelijk veel uitgaande demping, achter voelt de vering iets soepeler. Dat zorgt voor veel rijcomfort, al merk ik soms dat hij op slecht wegdek wel iets opwipt. Hij zou iets meer uitgaande demping kunnen gebruiken, maar dan praat ik over nuances, niet over grote stappen. Want wat mij betreft is de wegligging heel netjes, de motor blijft rustig en daardoor heel beheersbaar. Hij geeft enorm veel vertrouwen, iets waar de Dunlop Roadsmart banden ook hun steentje aan bijdragen, natuurlijk. Maar als ik eerlijk ben moet ik zeggen dat ik lang niet meer met zoveel vertrouwen op een motor heb gezeten!
Dat vertrouwen wordt nog vergroot door de perfecte doseerbaarheid van de gigantische stoppers van deze VFR. Vaak kun je het met twee vingers af, temeer daar het verstelbereik van de in zes standen verstelbare hendel uitstekend is. Vaak is de krapste stand voor mij nog te wijd, maar deze is perfect. En als je flink doorknijpt gebeurt er echt wat! En wederom heel doseerbaar. En bang hoef je niet te zijn om er flink in te knijpen, want het ABS zorgt dat je nooit een wiel kunt blokkeren. In dat kader had de achterrem van mij wel iets feller mogen presteren…
Prachtige techniek
Over felle prestaties heb je geen gebrek als je de gashendel van het “throttle by wire” injectiesysteem open trekt, zeker als je die geweldenaar flink toeren laat draaien. Die ochtend, toen ik achter een auto naar de weg aansukkelde, vond ik dat er een gat tussen de eerste en de tweede versnelling zat. Bij 40 km/uur zit je onder de 3.000 tpm in de twee en dan gebeurt er niet veel, in de een juist te veel. Maar eenmaal op de openbare weg valt alles meer op zijn plaats. Dan kun je in de een loeihard optrekken en pakt de V4 na het overschakelen – dat de bak overigens perfect doet – heel mooi op. Wat een kanon is dat! Hij trekt al vloeiend vanaf 2.000 tpm, al is hij dan als gezegd voor het gevoel nog een tikje tam. Wil je vlot rijden, dan moet je hem boven de 4.000 tpm houden. Dan begint hij er echt aan te sleuren en dan schiet je als een katapult richting horizon, vergezeld van een rauwe V-4 brul uit de verchroomde orgelpijp. Geweldig. Op deze wegen kun je er gigantisch mee knallen, zonder dat je trouwens het gevoel hebt dat je enorm hard gaat. Want de VFR mag dan 173 pk hebben, hij is wel heel goed te doseren en verrast je nooit! Hij pakt in elke bocht heel netjes op. Als je in een bocht het punt zoekt waarop de motor begint te trekken, komt de kracht er met een klein, beheersbaar schokje in. Heel netjes…
Comfortabel
Een andere reden dat je op de VFR nauwelijks door hebt hoe hard je rijdt is dat de bescherming, die de kuip biedt, van grote klasse is. De gelaagde kuip zorgt bovendien dat de warme lucht van het koelsysteem van je benen worden weggeleid, zodat je bij lagere snelheden niet op je motor zit te koken. Bij hogere snelheden zit je rustig en goed uit de wind. Je zit sportief naar voren gebogen, zodat de ruit het grootste deel van je torso beschermt. Met je helm zit je net op het turbulentiegebied, maar omdat de ruit is voorzien van een anti-vacuüm sleuf is die turbulentie minimaal. Dat maakt het rijden op de VFR heel comfortabel. Daarbij helpt het dat de beenruimte riant is en dat het zadel lekker breed is. Dit zadel is via een vacuümtechniek vervaardigd. Dat maakt mooie vormen mogelijk. En al ziet het zadel er een beetje dun uit, toch is het zitcomfort uitstekend. Want de VFR1200F mag dan sportief zijn, hij is toch ook bedoeld om lange, snelle tochten mogelijk te maken. En na 360 km Spaanse bochten kan ik stellen dat de VFR1200F daar in uitblinkt!