Husqvarna SMR 510: Mijn beurt
5: Conclusie
Inhoudsopgave |
---|
Husqvarna SMR 510: Mijn beurt |
2: Gerald's beurt |
3: Alex' beurt |
4: Mijn beurt! |
5: Conclusie |
6: Technische gegevens |
De vering is iets andere koek dan we gewend zijn. Want zit je niet diep in de materie, hoe kun je dan in godsnaam weten wat goed is en wat niet? Moet het zacht zijn of hard? Te zacht en je krijgt er last van bij accelereren en remmen, te hard en je komt niet meer levend over het onverhard heen. Ziedaar het dilemma. De vering van een SM zal dus van goeden huize moeten komen wil het niet dramatisch verkeerd aflopen.
Kost dat nou?
Goed gereedschap mag wat kosten.En dat de europese fabrikanten daar iets meer van houden dan hun Japanse tegenhangers is ook niet meer dan redelijk logisch. Je ziet het imers ook terug in de uitslagen. Tijdens onze ‘straat-SM’-test in 2005 viel dat ook al op en zoveel is er in de tussentijd niet veranderd. Dus, wil je een SMR 510, dan zul je daar de lieve duit van € 10.399.- voor neer moeten leggen. Maar dan héb je ook wat. Echter, nog niet dat waar wij ons mee uitgeleefd hebben. Daar komen namelijk nog bij: € 525.- voor de cilinder, € 171.- voor de nokkenas en klepveren (de complete kit met kop komt op € 562.-) en –ga even zitten- nog € 1338.- voor de slipperclutch. Opgeteld komt dat op een som van € 12.433.- dankuwelzeerbeleefd. Zou je voor een ZX-6R kiezen, dan hou je nog geld voor een etentje over. Maarja, zeg nou zelf. Wat heb je nou liever?
En dat is te merken, ook voor leken. Niet zozeer aan wat je wél voelt, maar nog meer aan wat je niét voelt. Te allen tijde blijft de machine namelijk gewoon strak de lijn volgen die jij kiest. Bij aanremmen, met het volle gewicht op de voorzijde, duikt de motor uiteraard meer dan een supersport (logisch, de veerweg is ongeveer dubbel zo groot) maar zoals gezegd; tenzij je dat zelf wil blijft de achterzijde ook onder deze omstandigheden daar waar die hoort: áchter je. Uitaccelereren zelfde verhaal: geen dweilen, geen snelheidvretende wheelies (of althans niet overdreven), gewoon tractie en acceleratie. Bochten worden gewoon gerond, het is pas later in de paddock, dat je hoort dat sommige bochten nog best hobbelig zijn en de vering van sommige anderen daar niet tegen bestand is. Probeer in dat geval niet té verbaasd te reageren…
In de week dat de SMR voor de deur stond hebben we even onze voorbeeldfunctie –voor zover we ons daar al iets van aantrekken- naast ons neergelegd en geprobeerd de motor zo veel mogelijk te gebruiken op de manier waar deze voor gebouwd is. Maar niet alleen dat, uiteraard weten we nu ook dat het ondanks alle adviezen tóch mogelijk is een retourtje Barneveld op de tellers te zetten (mits je maar vaak genoeg tankt is er nog best een eind mee te komen), je er ook rustig mee kúnt rijden als je dat zou willen en je ook op winderige dagen nog wel over de Brienenoordbrug rijden kunt zonder daarbij gebruik te hoeven maken van meer dan één rijbaan. Het kan allemaal. Maar als het niet hoeft zijn we toch meer geneigd het niet te doen en te kiezen voor optie B: schijt aan alles, als het maar knallen kan. Een extra ritje richting binnenstad wordt dan ook met beide handen aangegrepen; een brief posten kan ook een dorp verderop. Tenminste…als er genoeg peut in zit. Maar het allerbest voelt de machine zich logischerwijs op de baan en dan is er maar weinig wat ‘m bijhoudt, zolang het nog een kenteken heeft. Niet zo gek dus dat je hiermee zomaar tweede kan worden in een rally. Omringd door flink zwaardere machines als Hypermoto’s en 990’s. Een beste prestatie. Maar als je het niet erg vindt, doe ik nog een rondje. Woehoe, ik ben Gérald Delepine! Of ik lijk er sterk op. Of misschien niet eens maar boeie, opzij! Ik wil er langs!