Zoeken

Test: Moto Martin Kawasaki 1230

Om oldskool te racen

31 juli 2020

Gooi je been over de Moto Martin en je ontdekt dat dit niet zozeer een racemotor is waar je op, maar meer een waar je in plaatsneemt. In feite nestel je in het pluche zadel met hoge achterkant, met de 24 liter aluminium tank om je borst op te leggen op de rechte stukken wanneer je plat achter de stroomlijn wegkruipt. De Moto Martin moet inderdaad een goede motor zijn voor Phillip Islands snelle open stukken vergeleken met z’n Naked Superbike rivalen. De zit is nogal krap voor iemand zoals ik die groter is dan Scott, dankzij de hoog gemonteerde voetsteunen die het hem mogelijk maakten om zich op de motor te verplaatsen, maar waar ik geen ruimte voor had. Het is een typische jaren ’70 Endurance racestijl op een Stuurt verbluffend goed voor een fiets met zo'n lange wielbasis als deze Moto Martin. Hoewel, dat klinkt als "je ruikt best lekker voor iemand die stikt", maar zo bedoel ik 't nietmotor die voor de langeduur waren gebouwd toen coureur nog niet naast de motor hingen, of om veel hellingshoek te gebruiken op de smalle en niet bepaald gripgrage banden van die tijd – het werd als enorm veel werk gezien als je in een 24-uurs race de achterband moest wisselen. Kijk eens naar foto’s van een ’70-jaren Endurance race en je ziet ze allemaal gecentreerd op hun monoplace zadels zitten als ze de motor van het ene op het andere oor leggen en zich concentreren op de flow in de wetenschap dat ‘om als eerste te finishten, je eerst zult moeten finishen.’ Het moderne Forgotten Era racing is echter het tegenovergesteld, ondanks dat is de Moto Martin opmerkelijk lichtvoetig, vanwege zowel de grote grondspeling – je hebt de rand van de band al lang bereikt voordat ook maar iets de grond heeft geraakt – alsmede het verbazingwekkende precieze en zoete sturen voor een motor met zo’n lange wielbasis. 

Dit stelt je in staat om ronde na ronde over hetzelfde stukje asfalt te sturen, daarbij zoveel hellingshoek gebruikend als je durft zonder te veel te vragen van de Dunlop voorband, of inderdaad de behoorlijk basic Marzocchi voorvork, waarvan ik zeker het vermoeden heb dat ze verantwoordelijk waren voor de chatter die ik begon te voelen in de snelle bochten van Broadford, eenmaal het tempo flink opgevoerd. “We hebben het inwendige gemodificeerd om de vork beter te laten werken, maar het is dezelfde vork als toen ‘ie uit Frankrijk kwam en ik ben het wel met je eens, hij is redelijk primitief”, zegt Scott. “Ik heb een andere voorpartij met de CBR600 voorvork die iedereen gebruikt, de 41 mm Showa met Öhlins kleppen inwendig, maar ik krijg die niet goed aan het werken – dat vraagt veel meer ontwikkeling.” Scott Webster heeft echter zijn decennialange Superbike ervaring gebruikt om de Öhlins monoshock achter goed af te stellen, zodat de meeste van Broadfords hobbels werden geëlimineerd,
Of ik 't een beetje rustig aan wil doen, vraagt 'ie

Om 'm vervolgens zelf helemaal uit te melken
maar vooral ook voor goede drive uit de laatste -verkante- bocht richting het rechte stuk, en daarna opnieuw bij het uitkomen van de rechterbocht bergopwaarts naar het bovenste rechte stuk. Eerlijk, ik kon de legendarische 1 op 1 link tussen mijn rechterhand en de achterband voelen, wat bij hedendaagse Superbike en Grand Prix racers als de Nirvana wordt gezien. Op een meer bescheiden niveau heeft Scott Websters Moto Martin Kawasaki dat ook, wat ten dele is toe te schrijven aan de geweldige afstelling van de achtershock. Tot mijn verrassing, en dat zonder linksysteem. We hebben ’t wel over Öhlins natuurlijk, dus dat heeft duidelijk een factor gespeeld – maar een ander essentieel punt is zeker ook de volledig lineaire manier waarop het vermogen vanaf 4.000 toeren per minuut wordt afgegeven. Trevor Birrell heeft fantastisch werk afgeleverd. 

Nu heb ik persoonlijk nogal wat racemijlen afgelegd met de Z1000 motor, vanaf 1979 toen ik mijn P&M Kawasaki in de Isle of Man TT reed en in de Britse Formula 1 series. Vooruit, dat was met minder vermogen, maar ’t was nog steeds een best aardige 1-liter motor die P&M’s Richard Peckett, wiens Kawasaki de fabrieks Honda Britain Team versloeg om in handen van John Cowie de 1978 British F1 titel te winnen, voor me had gebouwd. Ik heb echter ook de 1230cc P&M Kawa van mijn maat John Page gereden en ik herinner me dat hoewel ook die behoorlijk veel koppel had,
Achter een volledig instelbare Öhlins, voor een volledig niet-instelbare Marzocchi. Verschil moet er zijn...

Komt best wat herrie uit die aluminium eindpot. Doen ze in Australië gelukkig niet zo moeilijk over

144 pure paarden, zonder elektronische hulpjes. Dát waren nog eens tijden
die lang niet zo soepel was als de Moto Martin. Om te mate van motorrem wat in te perken – en daarmee de slipperclutch een handje te helpen – had Scott het stationaire toerental op 2.000 tpm gezet, maar de antihop koppeling is zo afgesteld dat er nog genoeg motorrem over is om het Brembo/J-disk pakket te helpen. De remmen doen wat je verwachten mag van een tweezuiger pakket, ze zijn oké maar daar is ook alles mee gezegd. 

Het is dus zaak om de versnellingsbak goed te gebruiken. Met terugschakelen om de motorrem te gebruiken om extra te vertragen en met opschakelen om op het koppel te surfen. Ik probeerde de naald van de Scitsu toerenteller – wat trouwens het enige instrument van deze Moto Martin is – niet boven de 9.000 tpm uit te laten komen, waardoor ik met opschakelen in het vette deel van het koppel in de 6.500-7.500 tpm zone bleef. De GPz1100 versnellingsbak had niet bepaald close ratio’s, maar dankzij dat breed uitgesmeerde koppel en vermogen dat vanaf 4.000 tpm soepel en controleerbaar wordt afgegeven maakt dat niets uit.

Het uitgesmeerde vermogen deed me experimenteren om het Broadford circuit met krappe bochten en al geheel in derde versnelling te doen, zonder ook maar een keer de koppeling te gebruiken, maar dat is nog geeneens het sterkste punt van dit motorblok. De carburatie is absoluut perfect afgesteld, vooral op deellast, met als resultaat dat hij bochtuit perfect oppakt, vooral in de langzame bochten in het binnenterrein. De Kawasaki gasrespons is niet alleen fris en fruitig, maar direct en responsief zonder gemeen te zijn, en zo compleet voorspelbaar dat je zo snel en hard als mogelijk het uiterste van de Dunlop achterband durft te vragen door ‘m die 144 paardenkrachten voor z’n kiezen te geven. Tien met en griffel, Steve!