Test: 1914 Henderson Four
Groot succes
Ondanks z’n hoge prijs was de Henderson Four van meet af aan een groot succes. De gebroeders bleven de motor continue doorontwikkelen. In 1913 werd de cilinderinhoud naar 1.068 cc vergroot, nog steeds met zijkleppen voor in- en uitlaat, drie hoofdlagers met sproeismering en een wegklapbare handslinger om de motor te starten. Tandwielen voor de timing waren gemakkelijk van de voorkant te bereiken en de ontsteking kwam van Bosch magneto. Het 1914 Model C Four was de eerste Henderson met meerdere versnellingen, 1918 Henderson Model Gin vorm van een tweeversnellingsbak die in de naaf van het achterwiel was verwerkt. Prijzen liepen nu uiteen van $295 voor de standaardversie en $335 voor het tweeversnellingsmodel. In 1917 werden significante verbeteringen aangebracht aan het Model G. De olie zat nu in het carter, net als in een auto – of, inderdaad, de inmiddels al ter ziele Pierce Four – met een geforceerde olietoevoer met oliepomp die het inferieure spray systeem dat tot dan toe was gebruikt. Een drieversnellingsbak verving het vorige tweeversnellingsmodel en was nu achter het motorblok gemonteerd, en bediend door een zware koppeling. Goede verkopen van de Henderson Four zorgde voor voldoende middelen om door te ontwikkelen, maar zonder een range aan kleinere een- en tweecilinders voor grotere verkoopaantallen had Bill Henderson nooit voldoende R&D middelen om te financieren wat hij wilde bereiken. Want ondanks z’n recordbrekende successen was het bedrijf in de financiële problemen geraakt, veroorzaakt door stijgende loon-
Claxon, verlichting en een heuse snelheidsmeter. Luxe te over bij de Henderson Four
De 1.064 viercilinder levert 9 pk bij 3.200 toeren per minuut
Starten doe je met de zwengel, die in het frame zit geklikt
Wel zo handig om te weten welke voor olie en welke voor benzine is. Het zadel is verrassend comfortabel
en materiaalkosten gekoppeld aan onregelmatige levering van materialen en onderdelen als gevolg van de eerste wereldoorlog.
En dus verkochten de Henderson broeders hun bedrijf aan Excelsior eigenaar Ignaz Schwinn die de productie naar zijn Chicago fietsfabriek verplaatste, waar hij al sinds 1907 steeds geavanceerdere een- en tweecilinder motorfietsen produceerde. Schwinn was op dat moment zelf al een viercilinder motor aan het ontwikkelen, maar kwam tot de conclusie dat de Henderson Company kopen een simpelere en goedkopere manier om dat te bereiken was, waarmee Excelsior de eerste van de Big Three (met Indian en Harley-Davidson) was die een prestigieuze viercilinder motor had.
Schwinn was echter een moeilijke man om voor te werken, waardoor na slechts een paar jaar de gedesillusioneerde gebroeders Henderson besloten hun gelijknamige bedrijf te verlaten. Tom ging naar Europa, maar met concurrentiebedingingen in de Amerikaanse zakelijke wereld in die tijd nog niet op het niveau van vandaag de dag startte Bill Henderson in een nieuwe fabriek in Philadelphia voor de productie van een compleet ander viercilinder ontwerp, dat hij saai de Ace doopte. Deze was erg succesvol, de legendarische Cannonball Baker gebruikte een Ace Four voor zijn kust-naar-kust record in minder dan 7 dagen in 1922 – ironisch genoeg in directe competitie met een Henderson, Vergeleken met de Pierce voelt dit al als een échte motorgereden door Wells Bennett. Kort daarna, op 11 december dat jaar, kwam Bill Henderson om het leven toen hij door een auto werd geraakt terwijl hij een nieuwe Ace Four aan het testen was.
Het Henderson Model K werd door Excelsior in 1920 geïntroduceerd en was voorzien van een zijklepsmotor met meer vermogen, die ook nog eens betrouwbaarder was. Het was de eerste motor waarbij volle druksmering werd toegepast, evenals de eerste motor die een optionele achteruitversnelling aanbood voor gebruik in zijspannen. Andere geavanceerde features waren elektrische verlichting en een compleet gesloten ketting. In 1922 Excelsior introduceerde de verder verbeterde 79 ci Henderson De Luxe, die profiteerde van minder gewicht, een opnieuw ontworpen krukas, een koelere cilinderkop, een verbeterd inlaatsysteem, krachtigere remmen en een beter uitlaatsysteem. De zwaardere Politie versie werd het eerst aan de Chicago Police getoond en De Henderson is ontzettend smal gebouwdhaalde 98 mijl per uur, maar later bij de San Diego Police werd een snelheid van 100 mijl per uur gehaald.
Harley-Davidson was Henderson’s belangrijkste rivaal voor wat politiemotoren betreft en daagde ze meteen uit voor een race over 12 heats in Dundee Road, Chicago in april 1922. Harley’s V-Twin won de eerste race, maar verloor daarna de andere elf, waarbij met de Henderson Four meermaals hogere snelheden dan 100 mijl per uur werden gehaald. Niet alleen was het nieuwe model snel en prestigieus – Henry Ford had er een, evenals de toekomstige Indian president E. Paul DuPont - hij was ook nog eens betrouwbaar. Henderson rijder Wells Bennett haalde een gemiddelde snelheid van 65,10 mph over 1.562,54 mijl op de Tacoma Speedway op 30-31 mei 1922, een nieuw 24-uurs record dat daarna pas in 193 zou worden gebroken, en zelfs dan alleen door Peugeot met een team van vier rijders. Het solorecord was ongeslagen tot 1937, toen Fred Ham’s Harley-Davidson een gemiddelde snelheid van 76 mijl per uur haalde.
In 1929 lanceerde Henderson de KJ Streamline, die van verbeterde koeling was voorzien en terugkeerden naar de inlaat boven uitlaat klepconstructie. De Streamline was snel – in staat tot ruim 100 mph – en was geavanceerd voor z’n tijd, met dingen als een verlichte snelheidsmeter die in de benzinetank was geplaatst. De motor werd van 1929 tot 1931 geproduceerd, waarna de harde effecten van de depressie in combinatie met de noodzaak om middelen te besteden aan zijn noodlijdende fietsen business Ignaz Schwinn – inmiddels een 70’er – deden besluiten de stekker eruit te trekken. Tijdens een meeting in maart 1931 met z’n kernmanagement kondigde hij het sluiten van Excelsior en Henderson motorproductie aan met het beruchte statement “Jongens, vandaag stoppen we.” En ze stopten inderdaad, gewoon zo.
Iedereen wilde op een Henderson gezien worden, zelfs Henry Ford. Let trouwens op de plek voor de duo-passagier