Zoeken

Verslag: Glemseck 101 2018

Mooie specials en bijhorende zaken

11 september 2018

Ik ben niet voor het eerst dus ik weet hoe het werkt, maar voor een nieuwe bezoeker is het misschien handig. In de online omschrijving staat ‘Ben je met de auto, dan word je begeleid naar de parkeerplaats buiten het terrein. Ben je met de motor en wil je snel weer weg kunnen, kies dan ook die parkeerplaats. Wil je echt onderdompelen in het evenement, Sprinters overal... de klasse heet dan ook niet zomaar 'Sultans of Sprint'. Wel redelijk zelfverklarenddan ben je van harte welkom om door te rijden en een plaatsje op het terrein te vinden’. Interessant, want je zou toch denken dat het een enórm evenement is… dus hoe gaan ze dat in goede banen leiden? Het antwoord op die vraag krijg je vanzelf. 

Het blijkt heel eenvoudig: er was geen woord gelogen. Als ik eerst de borden ‘weg afgezet voor evenement’ en vervolgens ‘parkeerplaats auto’s links’ passeer, word ik door vriendelijke medewerkers gewoon doorgelaten. Wat daarna volgt tart direct de verbeelding: over een volle kilometer (of meer, geen idee eigenlijk) passeer ik stand na stand met alleen maar mooiere specials en bijbehorende zaken. En ik ben vróeg, dus het moet nog veel drukker worden. Als ik bij een splitsing aankom vind ik het wel goed en parkeer de motor, bij rechts een enorm podium, links een stand van Indian en TW Steel en voor me een paar motoren die ik nog ken van enkele foto’s. De officiële afvaardiging van Honda en Hee, een Belg! Hermanus, om goed te zijn. Gespoten door Moto PeintureKawasaki ben ik dan al voorbij. Mooi plekkie voor m’n honderd procent standaardfiets en m’n Nederlandse kenteken. Direct voel ik me een hele vent, want ik heb geparkeerd bij Glemseck. Hoe simpel kan het zijn?  Later wordt me uitgelegd hoe dat kan: er is wel een limiet en voorgaande twee edities is er uiteindelijk een bezoekersstop ingesteld door de politie, eenvoudig omdat het vol was. Maar het parkeerbeleid is onderdeel van die berekening en bovendien ben ik vroeg. Kan ik mee leven. ’t Motortje staat prima… tijd om eens rond te kijken. 

Alsof het internet tot leven komt. Alsof elk magazine dat je het afgelopen jaar hebt gelezen, op je troon, bij de tandarts, in de salon, hier z’n inhoud naartoe heeft gestuurd. En allemaal liefst zo casual mogelijk neergezet. Je kunt er omheen lopen, je kunt ze aanraken, ze worden graag gestart en gedemonstreerd, je kunt ze nog het makkelijkst over het hoofd zien zelfs, omdat je aandacht volledig gegrepen is door een totaal ander exemplaar. Alles, maar dan ook echt alles staat hier, op de meest bescheiden wijze. Soms is er een tentje, soms niet eens. De een heeft een paar pallets meegenomen voor de ‘speciale’ exemplaren, de rest staat op straat of gewoon in het gras. En het is waanzinnig. Maar goed, dat kunnen de foto’s beter vertellen. Aan het eind van het terrein is de plek waar het uiteindelijk om gaat: de dragstrip. Gewoon de weg, met een tribune aan de ene zijkant, een parc fermé aan de kopse kant en een pak strobalen aan weerszijden, meer is het niet. Maar met die simpele middelen is het wel dé strip.
Het verschil zit 'm vaak in de details. Geen gebrek daaraan hier.....

Op welke motor zou deze sticker zitten, denk je? Hints genoeg...

Veerweg? Wat heb je daar nou aan!? Flatslides op een Guzzi vinden we gewoon een goed idee
Dit is Glemseck. En als eenmaal het programma begint, heel rustig na het middaguur, is het verder de hele middag actie. Wil je kabaal? Moet je hier eens komen kijken. De echte kanonnen kijken niet op een decibelletje meer of minder en daar profiteert het publiek van. Wie kan er ook klagen uiteindelijk... het hele terrein ligt in een dal, de dichtstbijzijnde bebouwing ligt aan de ándere kant van de heuvel. 

Door het omgooien van het programma krijgen we nagenoeg direct de echte klappers, hoewel het verschil al lastig te zien is. Maar wil je sterren spotten, dan moet je ook hier zijn. Honda heeft Mick Doohan ingevlogen om een aangepaste en opgepepte CB1000R te rijden, Kawasaki zet daar een Z900RS met een paar (flinke) interne verbeteringen tegenover, gereden door Caro Fitus. De kleur is speciaal voor dit evenement, maar is zo goed geslaagd (en correct, de Z1 die er bij hoort staat er naast) dat we die hopelijk snel terugzien in de catalogus. Vorig jaar waren het Kevin Schwantz voor Suzuki en Freddie Spencer voor Honda. We zien Roland Sands, die een Indian FTR probeert de baas te blijven. Vechten met de beer, maar het lukt redelijk. Na twee keer kijken blijkt de aardige man naast me, met z’n Red Bull helm, Chris Pfeiffer te zijn. Ja ja, sta je daar zomaar ineens naast Caro Fitus. Wie? Zoek maar eens op, Mick...Heeft voor de gelegenheid een Harley laten bouwen met véél te veel vermogen. Moet in tweede versnelling starten om te veel wielspin te voorkomen. Maar is wel zo aardig om na z’n race nog een heel klein showtje te geven. De helft van de deelnemers zijn de bouwers zelf, die iedere hun eigen bekendheid geniet. Zo trapt Wrenchmonkee Per Nielsen z’n H2 persoonlijk aan. De andere helft zijn bekenden in de scene en ervaren rot, ook al zien ze er nog zo lief en sexy uit in hun strak gesneden outfits. De regels zijn simpel: kom je voor het eerst (die dag) aan de start, dan krijg je eerst een proefrun en daarna race je voor ’t echie. Dat gaat zo door totdat iedereen is geweest en daarna begint de knock-out: elke winnaar mag blijven en rijdt tegen een andere winnaar, totdat er nog maar twee overblijven. De nummers drie en vier strijden ook tegen elkaar om de derde plaats en zo vult het programma zich vanzelf met steeds spectaculairder wordende races. En ja, soms komt het zo voor dat je na twee sprints alweer mag omkleden, wereldkampioen of niet, maar ook dat hoort er gewoon bij.