Touren in de Auvergne
Motormuseum
Het Massif Central is grotendeels ontstaan door vulkanisme. Die zijn inmiddels allemaal uitgedoofd en als ze dat nog niet waren, dan zouden ze nu wel doven, want als we de volgende ochtend buiten komen hangt er een grauwe regenwolk die het einde der tijden lijkt aan te kondigen. We worden verwacht bij het Parc "Vulcania" in Saint-Ours les Roches. Daar kun je "de mysteries van de aarde doorgronden en machtige vulkanen en de krachten van de natuur trotseren via rides, dynamische platforms, 5D films (5, ja), en hightech technologie. We staan in de pissende regen te wachten tot het open gaat en besluiten dat we genoeg natuurkrachten hebben getrotseerd. We keren om en blazen door Clermont Ferrand naar Rioms, waar ene meneer Baster een paar motoren heeft verzameld. Dat blijkt de understatement van de eeuw. Meneer Baster heeft ooit een paar motoren op de kop getikt en is daarna op hol geslagen. Inmiddels heeft hij er 450, variërend van Brough Superiors, Nimbus, AMC, Indian, Harley, Vagabond, Henderson, Cleveland, Munch, Puch, Chrome Rhone, J. Train, Monet & Goyon, Syphax, WSK, MZ, FN, Gillet, MV, Terrot, Motobecane, AJS, Peugeot, Dresch, Vincent, Matchless, Royal Enfield, Moto Guzzi en Laverda. En dan zal ik nog wel een stuk of wat merken vergeten zijn. De complete motorgeschiedenis trekt hier aan je voorbij. De meeste motoren verkeren in goede originele of in prachtig gerestaureerde staat en zijn rijdbaar. En dat niet alleen, ze staan ook nog prachtig geëtaleerd in een leuke boeren-country barn stijl. Het is duidelijk dat het heilige vuur hier nog niet gedoofd is. Ik zou er de hele dag wel kunnen rondkijken. Wat een verscheidenheid aan motoren en technieken. Vroeger leken motoren echt niet op elkaar...
Clermont Ferrand
Tegen het middaguur parkeren we de tweewielers in het centrum van Clermont-Ferrand. Het is een grote stad met 140.000 inwoners, waarvan 31.000 studenten. Een op de tien inwoners werkt bij Michelin. En het is de geboortestad van wijlen Lola Ferrari, een "dame" waar je moeilijk omheen kon. Of meer een aanklacht tegen excessen in de plastische chirurgie. Hoe dan ook, Clermont heeft een centrum en het is er best gezellig, al is het nu niet het meest pittoreske stadje dat ik ooit ben tegengekomen. Wel aardig is de Kathedraal Notre-Dame-de-l'assomption, die van zwarte lavasteen is gebouwd, waardoor je hem van verre boven de overwegend witte huizen af ziet steken. De bouw heeft lang geduurd, want ze zijn er in 1284 aan begonnen en waren er pas in de 19e eeuw mee klaar. Leuk om te bezoeken is verder de overdekte markt, waar etenswaar van allerlei soorten wordt verkocht. Maar de voornaamste trekpleister van de stad schijnt toch het "l'Aventure Michelin" te zijn, het museum dat de bandenfabrikant over de geschiedenis van de luchtband en het bedrijf Michelin zelf heeft opgericht.
Michelin
Michelin maakt ook motorbanden en dus laten we een bezoekje aan het l'Aventure Michelin" niet schieten. Het vertelt ons over de fabriek van André en Édouard Michelin, die in 1889 een bedrijf oprichtten en drie jaar later in de productie van luchtbanden gingen. Geen uitvinding van Dunlop, trouwens, m
aar van Robert William Thomson en door hem ook gepatenteerd, in Frankrijk in 1846 en in Amerika in 1847. Hij gaf er in 1847 demonstraties mee in Regents Park in Londen, maar omdat hij geen goede dunne rubbersoorten kon vinden deed hij er verder niets mee. Dat deed John Boyd Dunlop wel. Ook hij vroeg er patent voor aan, in 1888. Hij kreeg het, maar moest het weer inleveren omdat men erachter kwam dat Thomson het patent al had. Dus als Dunlop nog eens roept dat het de luchtband heeft uitgevonden, dan weet je dat het een leugen is. Dunlop nam ze echter wel in productie. Maar het waren lastige dingen. De rubberen lappen waren op de velg gelijmd en dat maakte het repareren van een lekke band lastig. In 1892 kregen André en Éduard een fietser op bezoek, die drie uur bezig was met plakken van een Dunlop band. De heren Michelin besloten dat het beter moest kunnen en ontwierpen een afneembare band die in 15 minuten te repareren was. En daar vroegen ze uiteraard patent op aan. Dat was het begin va een bandenimperium. Michelin maakte auto's, autobanden en nam deel aan betrouwbaarheidsritten om te bewijzen dat de banden heel bleven. Het museum laat het allemaal zien: de ontwikkeling van zwarte banden met carbon black in 1919, profiel ontwikkeling, treinen op luchtbanden en niet te vergeten de ontwikkeling van Michelin gidsen en wegenkaarten, waarvan de eerste in 1910 uitkwam. Michelin had overigens ook de eerste routeplanner, in 1908. Als je een reis wilde maken kon je een brief naar het Michelin kantoor in Parijs sturen. Dan kreeg je binnen acht dagen reisinfo en een routebeschrijving toegestuurd.