Zoeken

Reizen: per Caponord naar Rome

Alle wegen leiden naar Rome

11 augustus 2014
Inhoudsopgave
Reizen: per Caponord naar Rome
Alle wegen leiden naar Rome
Arena
Scheef en krom

Italie per Caponord
Boven de Schluchsee hangt die donderdagochtend een flinke wolk, prachtig te zien vanaf het balkon van ons hotel

Woensdag 2 juli rond 10 uur vertrekken we. Tanks vol, vrouw en vriendin dag gekust en maar snel Nederland uit. Via de A2 door Limburg, via Luik langs Bastogne en Luxemburg van Saarbrücken naar Straatsburg, daaronder langs Colmar naar Freiburg en vervolgens binnendoor naar de Schluchsee. Einde eerste dag nadert na 650 kilometer. Van Freiburg binnendoor naar Hinterzarten en Titisee en uiteindelijk na wat vervelende opstoppingen SItalie per CaponordGeen travelpack op de Caponord, maar de roltas op de duozit is ook geen enkel probleemchluchsee, waar we hotelletje Mutzel treffen. Gematigd vriendelijk. Ze vragen 100 euro voor een tweepersoons kamer. En ze hebben er een heuse parkeergarage. ’s Avonds eten we heerlijk in de buurt, maar de grote potten bier zijn eigenlijk beter. En de gemoedelijke en alleenwonende Wirtin zegt, dat we voor acht tientjes ook bij haar hadden kunnen slapen. We nemen het graag aan.

We nemen ons voor dat we vanaf nu geen snelweg meer doen. Al voelt de Aprilia zich er heel wel thuis. Ik moet bekennen dat ik superbenieuwd was naar de kwaliteiten van de herrezen Caponord, die tot dan in elk geval een flinke tik te snel blijkt voor de Honda. De dikke Italiaanse V-twin maakt ongeveer de helft van de toeren van de bescheiden Japanse viercilinder. De tank kan een liter of 20 aan, maar zover hebben we het nooit laten komen. Want de digitale blokjes die de benzinevoorraad aangeven zijn na 300 kilometer allemaal verdwenen. Terwijl het reservelampje dan nog niet eens brandt. De 90° V-Twin met zijn korte slag brengt het tot rond 1:17. Zuinig, zeker als je beseft, dat de Caponord van de vorige editie aanzienlijk meer energie verstookte, maar dat hadden we tijdens onze vorige kennismaking al ontdekt. Voordeel van elektronica. Behalve (instelbare en uitschakelbare) tractiecontrole en abs beschikt deze avontuurlijke Aprilia ook over een programma, dat hem hebbelijker maakt in de regen (vermogen gaat dan terug naar 100 pk en het blijkt onmiskenbare voordelen te hebben bij het rijden in de stad). In de stand S wordt het gas tamelijk assertief, het prettigst is de instelling T. De stompe uitlaat is, net als de vuurrode schokdemper midden onder het frame en de driedelige koplamp een heus stijlkenmerk om er geen mItalië per CaponordEen van de vele tankstops, hoewel dat ditmaal niet aan de Aprilia lag...isverstand over te laten bestaan dat dit technisch bouwwerkje uit Italië komt. Het geluid is trouwens fantastisch: in het hogere toerengebied (max. 12.000) is het een genot naar de vrot-vrot salvo’s te luisteren, met name in een van de talloze tunnels die we onderweg doorklieven.

De volgende dag kijken we verbaasd naar de wolken die beneden ons boven de Schluchsee (nou ja, -seetje) hangen. We vertrekken op tijd om langs de watervallen van Schaffhausen in de buurt en de fraaie Bodensee onder Reutte door richting Bolzano te rijden. Een aaneenschakeling van honderden prachtige bochten en adembenemende vergezichten. Mijn zoon kraait het uit van plezier. ‘Ik wist niet dat er zoveel bochten bestonden’, roept hij in m’n helm, waar ik juist voor de vakantie een Sena SMH5 communicatiesetje in geschroefd heb. Het werkt fantastisch. Tot een metertje of 750 afstand tussen de motoren kun je prima met elkaar praten, wat verder uit elkaar begint het ding een tikje te kraken. Gekocht via een Duitse site; 190 euro voor een duoset. We zetten het ding aan en uit en mijn zoon luistert via Bluetooth en zijn gsm zelfs naar muziek. Minuscule techniek, maar verbazingwekkend goed. Die kwalificatie geldt ook voor de TomTom Rider, die ik op het motorstuur heb geschroefd. De Aprilia beschikt zelfs over een verborgen kabeltje met originele TomTom stekker. Dus geen zorgen over de stroomvoorziening. ‘Vermijd snelwegen’ en ‘Voorkeur kronkelwegen’ heb ik ingetikt. HItalië per CaponordDe TomTom Rider bewijst fantastische diensten op de motoret ding zal de hele reis geen steek laten vallen. Aanvankelijk hadden we een gevecht over de waypoints die het apparaat maar niet wil vergeten, maar als je dat eenmaal door hebt zijn de aanwijzingen voortreffelijk. Hij kan ook praten met het communicatiesysteem in je helm en ook via Bluetooth met je telefoon, mocht je daar zin in hebben.

Genieten

Het weer is geweldig. We rijden juist boven de grens met Zwitserland. Mooi land, maar ik heb er een hekel aan. Uitvreters vind ik het daar. Ze houden zich overal verre van, behalve als het geld oplevert. Afijn. We mijden het land dus, maar genieten wel van de panorama’s, als we vanaf de imposante bovenkant van de Bodensee genietend naar Lindau knorren. Daar begint het betere werk. Langs Egg en Au via de Hochtannbergpas naar Warth en Lech en via de pasjes Flexen en Arlberg naar Landeck, langs mooie plaatsjes als Prutz en Serfaus. Via de Finstermünzpas rijden we pal langs de Zwitsers grens naar Nauders de fraaie Resiapas over. Ook mijn zoon geniet. Hij houdt aardig bij, terwijl zijn eerste motorervaring dateert van nog geen jaar geleden. Als de Aprilia tokkelend in 2 een haarspeld neemt, hoor ik de hooggetoerde Honda pal achter me. Zoon heeft lol. Ik ook. Schitterend weer, fantastische pieken en dalen, weinig verkeer. We buigen linksaf richting Merano om maar weer eens te tanken. Want wat kan er in moderne motorfietsen weinig benzine. De Aprilia is met een liter of 19,5 hartstikke vol. En dat is nog niet eens weinig. Je komt er, als je het gastechnisch niet te gek maakt, gemakkelijk 300 kilometer ver, maar zodra de digitale streepjescode die de tankinhoud aanduidt onder de twee zakt word je er toch nerveus van. AItalië per CaponordBij het Zuid Tiroolse Merano, omgeven door hoge bergen, is veel wijnbouwls ik vraag waar ik kan betalen, rent een prachtige donkerharige Italiaanse schone naar de kassa en roept met hartveroverend accent: ‘A me piacono i soldi’, I like the money!” Ze adviseert in de omgeving van Caldaro te zoeken naar een slaapplekje. ‘Meraviglioso”, zegt ze aanminnig, ‘wonderschoon.’ Ik kan haar aandoenlijke advies onmogelijk niet geloven. Als we weg rijden zwaait ze nog bevallig vanachter haar kassa.


Richting Bolzano nemen we de afslag Appiano en vandaar karren we naar het riante meertje van Caldaro. Zuid-Tirol heet het hier, Alto Adige. Lieflijk, groen en uitnodigend. Italiaans en Duits/Oostenrijks, deze regio. Met een ingewikkelde geschiedenis, speelbal van de wereldoorlogen. Maar tsjonge, wat is het er mooi. We belanden –uiteindelijk, want bij alle Zimmer Frei bordjes zeggen ze bits geen plaats te hebben als je maar één nacht wilt blijven- in pension Remichhof, een oud wijngoed en eigendom van de blijkbaar machtige familie Maran daar. Want ze zijn ook eigenaar van een reusachtig restaurant aan het meertje van Caldaro, hetgeen ze Gretl am See noemen. De vriendelijke Rosmarie Maran wijst ons de keuken, waar we het gekoelde bier kunnen halen. Wel zelf even noteren wat je neemt. Remichhof is ruim, een kamer kost 50 euro p.p. en de sfeer is rustiek en gezellig. Caldaro ligt vlak tegen de Dolomieten aan, iets zuidwestelijk van Bolzano. Ook de rode wijn bij Gretl am See is uitstekend. Het schijnt ook het warmste meertje van de Alpen te zijn, omringd door druivenranken. Het ontbijt op vrijdagmorgen blijkt echt van Oostenrijk. Want in Italië hebben ze veel lekkers. Maar het ontbijt valt er meestal tegen. Punt voor Zuid-Tirol.

Italië per Caponord
In het stroomgebied van de Adige bij de Resiapas ligt een fraai meer