Zoeken

Test: Yamaha Tracer 900 GT

Rank en lichtvoetig

29 augustus 2019

De Tracer 900 GT is een echte volwaardige, toermachine. Toch ziet hij er tamelijk rank en lichtvoetig uit. Dat komt onder meer doordat het kuipwerk van deze, op de Tracer 900 gebaseerde sport-tourmachine is opgebouwd uit over elkaar liggende panelen, die weer zijn voorzien van profielen en openingen die voorkomen dat het een massieve klomp plastic wordt. Het uiterlijk werd vorig jaar overigens al aangepast. Bij die update kreeg de Tracer eveneens een langere achterbrug, en beter zadel, een smaller stuur en een breder windscherm, dat met één hand in hoogte te verstellen is. Daarnaast kreeg hij betere passagiersvoetsteunen en betere duohandgrepen. Toch is het design nog altijd herkenbaar als telg van de ruige "The dark side of Japan"-designrichting, waarin de dubbele koplampen met LED dagrijverlichting zorgt voor een lekker agressieve en sportieve uitstraling. Je betaalt er € 14.299 voor. Dat is precies € 2000 meer dan voor de “small tour”-uitvoering. Daarvoor krijg je echter behoorlijk veel meer dan een setje 22-liter citykoffers. Tour met een vleugje sportief, dat is mij wel op 't lijf geschrevenDe GT heeft onder meer hoogwaardige, volledig instelbare voor-en achtervering – met handversteller voor de achterveerpoot -, cruisecontrole, een in één richting werkende quickshifter, standaard handvatverwarming en een full-color TFT-dashboard, dat een berg informatie geeft, waaronder de omgevingstemperatuur, de ingeschakelde versnelling, een dubbele tripstand en de diverse verbruikscijfers. Ook de motormodus en de tractiecontrole worden via het dashboard in een van de drie beschikbare standen (elk) ingesteld. Het dashboard staat standaard ingesteld op witte achtergrond met zwarte letters en dat is prettig, want dat kun je in alle weersomstandigheden fantastisch goed aflezen. 

Aan de rol

Het is even geleden dat ik een lange tour heb gemaakt en met een lekker zonnetje in het vooruitzicht struik vol goede moed mijn reisbagage op de Tracer te knopen. Letterlijk, want hoewel dit een grand-tour motor is, heeft hij niet de grote tourkoffers van de FJR, maar de kleinere city-koffers. Fraaie, compacte koffers, die zijn voorzien van een nette geïntegreerde bevestiging. Geen lelijk traliewerk aan je kont dus. Het slotsysteem, dat met de contactsleutel werkt, is gemakkelijk en goed te bedienen. Een minpuntje is dat het klittenband van de spanriempjes in de koffers gemakkelijk loslaat, net als het klemmetje waarmee je de riemen op lengte stelt. Ze komen nogal eens tussen de koffer en het deksel en de bagage houden ze niet vast. In druk verkeer is het een groot voordeel dat de koffers smal zijn, dan kun je gemakkelijk mee door de file. Maar – geen voordeel zonder nadeel –
Leuk zo'n ruit, maar je wordt wel gek van de turbulentie. TFT display is fraai en overzichtelijk, het werd anders ook wel tijd...

Dat blijft dan weer jammer, die oer-lelijke knoppen aan het stuur. Kijk eens hoe de rest het allemaal doet

Kleine koffers is handig in de file, maar je komt wel snel ruimte te kort. Handkappen heb je niet nodig in Zuid-Frankrijk
daardoor past er weer net geen helm in. Een topkoffer zou daarvoor ook handig zijn geweest. Die heeft hij niet, wel handige handgrepen om een roltas op vast te knopen, dus met die oplossing steven ik op de Route du Soleil af. Dat gaat lekker. De Tracer heeft geen enkele moeite met de bagage, stuurt lekker neutraal over de klaverbladen en is in elk geval tot ruim boven de toegestane maxima lekker stabiel. Daar ga ik niet al te ver boven, want - behalve dat de Franse justitie de guillotine klaar heeft staan voor snelheidsovertreders - is het afleggen van afstanden een kwestie van weinig tijd verliezen. En tanken kost tijd. 

Laag verbruik

Het verbruik laag houden en ver komen op elke tank is het devies. Dat doet de Tracer best goed, het verbruik is ongeveer één op 19 en dat betekent dat je in theorie 342 km op een tank zou kunnen halen. Dat moet je echter wel durven, want de brandstofmeter blijft een tijdje bovenin staan om dan met een rotgang naar het laatste blokje te kelderen, waardoor je last krijgt van de bij de elektrische vervoermiddelen zo bekende “reichweitenangst” of “range anxiety”. En dus stop je toch maar bij een sapzuil, om tot de ontdekking te komen dat er maar net 12 l in je tank gaat. Je had dus nog 6 x 19 km door kunnen rijden. Dat wil zeggen: als je hem hebt volgetankt met euro 95 of superbenzine. Dat kun je in Frankrijk echter niet overal meer krijgen. Volgens de sticker op de tank kan de motor tegen E10. Nogmaals, Tour met een vleugje SportiefDus toen ik onderweg de keuze had tussen diesel of E10, leek me dat laatste de meest verstandige keuze. Maar zoals bij alle motoren waarbij ik dat geprobeerd heb, loop je dan tegen een stijging van het brandstofverbruik op van ongeveer 15%. Bio ethanol mag dan “renewable” zijn, maar of het goed is als je er zoveel van moet renewen weet ik niet…

Actieve zithouding

Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik het ook niet zo erg vond om iets vaker af te stappen. Yamaha had deze Tracer voorzien van het nog betere comfort-zadel, dat ook elektrisch te verwarmen was. Niet dat dat nodig was bij 20 °C, maar toch. Het zit in eerste instantie prinsheerlijk. Het zadel heeft een stugge basis met een soepele polstering, waardoor je zit als in een pluchen fauteuil. Op de lange duur merk ik dat de zithouding bij mijn beenlengte dusdanig is, dat je niet op je zitvlees zit, maar op het stuk aan de voorkant van je zitbotten. En dan te bedenken dat ik vandaag ook gewoon op kantoor had kunnen zittenDat vind ik persoonlijk op de lange duur wat minder comfortabel, voor mensen met een ander postuur zal het wellicht anders uitpakken. Kwestie van uitproberen dus. Verder is de zitpositie perfect. De benen hebben meer dan genoeg ruimte en zitten niet al te ver geplooid. Het stuur staat op hoge risers op de diep in de kuip verborgen kroonplaat. Daar zit ook het contactslot, waar je wat moeilijk bij kunt komen. Pluspunt is dan weer dat het stuur zelf goed binnen handbereik zit, met een prettige hoek voor de polsen. De houding is dusdanig dat je heel licht voorover zit, maar niet op je polsten leunt. Dat is prettig. De windbescherming van de bredere ruit is ook goed, al doe je er wel verstandig aan om oordoppen met een goede dB-waarde in je gehoorgang te proppen, want het geluidsniveau is zowel in de lage als de hoge ruitstand aan de hoge kant. Yamaha heeft echter ook een hogere ruit in het accessoirepakket, misschien dat het daarmee beter gaat.