Zoeken

Test: MV Agusta Dragster RR

Onpraktisch in het kwadraat

6 augustus 2019

“We hebben een primeur voor jullie,” begint Jan Ykema, algemeen directeur van Moto Mondo, MV’s distributeur voor de Benelux, het telefoongesprek. “MV heeft dit jaar geen persintroductie van de Dragster RR gedaan voor een zeer beperkt groepje internationale pers, maar gekozen voor een andere strategie. Lang verhaal kort, we hebben ‘m nu hier staan en willen jullie de kans bieden om als allereerste in Nederland met de Dragster RR te rijden.” Nu hebben wij wel een zwak voor MV, dat kleine Italiaanse merk aan het Zeg nou zelf, dat kontje... dat is toch he-le-maal te wauw? Van die MV dan hèmeer van Varese dat telkens weer van de ene onstuimige zee naar de andere lijkt te dobberen, maar in de inmiddels meer dan 20 jaar sinds het merk uit haar as herrees wél elke storm heeft overleefd. Dat kleine merk waar passie en liefde voor motoren de boventoon voeren boven financieel winstbejag, met als resultaat motoren die zeker niet de meest praktische zijn, maar wel motoren waar je elke keer weer vrolijk van wordt wanneer je er in je garage langsloopt.

De Dragster RR is hier het toonvoorbeeld van. Het design is zó waanzinnig extreem en zó perfect tot in het detail, dat je ‘m niet meer in je garage maar in je woonkamer parkeert. Om er ook ’s avonds vanaf de bank uren van te kunnen genieten. Of vanaf een krukje dichtbij, want werkelijk elk detail is een lust voor het oog. Neem bijvoorbeeld de aan de achterbrug gemonteerde kentekenplaathouder, waar ook de knipperlichten zijn ondergebracht. Het rechter knipperlicht zit precies in de stroming van hete uitlaatgassen van het bijzonder fraaie uitlaatsysteem (zie je wel, een uitlaat hoeft echt niet lelijk te zijn) en dus zijn daar heel subtiel fraaie hitteschilden voorzien. Of de tankdop, waar prachtig het logo van MV in is verwerkt, de koplampunit met in een boog gevormde LED dagrijverlichting, om nog maar te zwijgen van het kontje dat porno in het kwadraat is. Van het ‘haaienbek’ achterlicht loopt het water me uit de mond. Voetsteunen voor de duopassagier zouden voor een verstoring van de lijnen van het korte kontje hebben gezorgd en dus hebben ze daar bij MV een fantastische oplossing voor bedacht: scharnierbare voetsteunen die je onder het kontje wegklikt. Volgens mij zat er wat extra's in die cake van zojuist. Voelt een beetje spacy nuEn het mooie is, het zit ook nog eens geeneens zo verkeerd, zo weet Pien te vertellen als ze tijdens de fotoshoot even achterop gaat zitten. En dan nog die spaakwielen, daar loopt het water je echt van uit de mond. Een crime om schoon te maken, maar ze zijn oh zo vet.

Het compromisloze ‘vorm boven functie’ design heeft echter ook een keerzijde. De vering is weliswaar zowel voor als achter volledig instelbaar, maar de stelschroeven zijn amper te bereiken. Voor gaat nog enigszins, maar achter zul je eerst de duovoetsteun moeten verwijderen voordat je bij de stelschroef komt. De aan het uiteinde van het heerlijk brede, stuur dat uit twee losse ‘clip-up’ delen bestaat waarvan de stand ten opzichte van de kroonplaat kan worden aangepast (over oog voor detail gesproken) heeft MV spiegels gemonteerd die naar binnen kunnen worden geklapt (en waarvan de ophangbeugel tevens als protector voor het rem- en koppelingshendel dient),
Over oog voor detail gesproken, zelfs de stuurhelften zijn instelbaar. Display siert 'm niet en de controlelampjes zijn amper zichtbaar

Menuknop geeft weinig gevoel met handschoenen aan, maar het geheel ziet er wél strak uit

Nogmaals, dat kontje. En wat te denken van dat achterwiel, dat is toch té kwijl?

Geloof het of niet, maar je kunt nog best zitten achterop. Duovoetsteun is prachtig weggewerkt

Om uren naar te kijken. En te kwijlen
die weliswaar los van trillingen een goed zicht naar achteren bieden, maar de motor wel onhandig breed maken wanneer je tussen de file door wilt rijden. In tegenstelling tot Ducati’s eerste Hypermotard waarvan MV dit design heeft overgenomen hebben de spiegels van de Dragster RR geen vast uitklappunt, waardoor je dus telkens weer wanneer je de spiegels uitklapt deze opnieuw moeten afstellen.

En dan is er nog het display. Het kleine LCD-display past qua vorm perfect in het design, maar blinkt niet uit in afleesbaarheid. Dat wil zeggen, de zichtbaarheid van de controlelampjes, waardoor het je meer dan eens zal overkomen dat je rijdt met het knipperlicht nog aan. In het display zelfs is de snelheidsmeter prominent in beeld en zijn ook de tripmeterstanden en de gekozen rijmodus goed afleesbaar, maar daar houdt het wel zo’n beetje mee op. De blokjes toerenteller geeft een goed beeld van hoe het toerental oploopt, maar je hebt geen flauw idee hoeveel toeren de motor werkelijk maakt. Tenzij je de schaalverdeling in je hoofd hebt geprent.

Om het menu te bedienen maakt MV gebruik van zachte rubberknopjes op het stuur, waardoor de armatuur een strakke vormgeving heeft en je alleen de bekende knopjes voor groot licht, knipperlichten en claxon in beeld hebt. Qua design veel mooier dan een armatuur met een overkill aan schakelaars, maar die rubberschakelaars hebben ook minder gevoel waardoor bediening met dikke handschoenen te wensen over kan laten. Kan, want waar we in het verleden met menig MV ruzie hebben gehad met de rubberknopjes Weet niet wat ze in Italië hebben gedaan, maar wat een lekker ding is dit geworden zeghebben we daar bij deze Dragster RR wonderwel geen enkel probleem mee.

Nu zijn de zojuist genoemde issues niet nieuw, die waren bij de vorige Dragster RR ook al een feit en kunnen weliswaar irritant zijn, maar we denken niet dat iemand die in de markt voor een Dragster RR is er ook maar een minuut van wakker ligt. Zoals gezegd, de motor is zó waanzinnig vet mooi dat alle minpunten ‘m vergeven zijn. Het enige wat de Dragster RR echt opbrak waren z’n stuureigenschappen en niet bepaald gebruiksvriendelijke vermogensafgifte. Het blok was zo vreselijk agressief dat je wel liet om de kraan vol tegen de stuit te draaien (laat staan houden) en sturen… nee, dat was zeker niet z’n sterkste punt. We schreven het al destijds, hoe wonderbaarlijk het was dat MV erin was geslaagd om met slechts minimale aanpassingen de Brutale RR waarvan de Dragster RR is afgeleid om te toveren van een heerlijke stuurfiets tot een draak om mee te sturen. Alsof MV een 10 centimeter langere achterbrug had gemonteerd, dat idee.