Zoeken

Test: Ducati Diavel 1260 S

Conclusie

30 juli 2019

Zoals iedereen die een Diavel heeft gereden je echter zal vertellen is de Diavel nooit een fiets geweest waarmee alleen rechtdoor kon worden gestuurd – zoals de meeste powercruisers met uitgerekte geometrie en vetbrede achterband, die pas na lang aandringen ineens de bocht in willen vallen. En dat is niet vreemd, per slot van rekening is dit wel een Ducati en ondanks dat deze Diavel Fuck de Panigale V4, dit is echt zoveel leuker op straatde meest ongunstige geometrie heeft van alles wat in Bologna wordt geproduceerd, is ‘ie onvoorstelbaar lichtvoetig en gemakkelijk te sturen. Je zou verwachten in een krappe bocht je handen vol hebben aan de Diavel, maar dat is niet zo. Dit is geen fiets waarmee je moet worstelen om ‘m de bocht in de krijgen. Met name het insturen is geweldig – de Diavel leg je gemakkelijk op een oor en stuurt gedwee naar de apex toe, houdt mooi z’n lijn zowel op snelheid als wanneer het langzaam gaat, terwijl de goed afgestelde vering alle oneffenheden opslurpt. Deze onwaarschijnlijke combinatie van tegenpolen is wat de Diavel zo verleidelijk maakt. Dat was bij de eerste al zo en nu dankzij het nieuwe motorblok nog veel meer. 

Inderdaad, feit is dat deze nieuwe versie van Ducati’s onmiskenbaar meest unieke fiets (die tot op heden geen enkel ander merk heeft weten te kopiëren) zoveel gemakkelijker te rijden en daarmee uiteindelijk toegankelijker is, zonder daarbij performance te hebben opgeofferd, maakt dat het management het idee een Diavel 950 te moeten ontwikkelen – zoals succesvol met de Multistrada 950 is gedaan – kan schrappen. Dit is een motor met dezelfde vreemd-is-lekker houding, maar dan zonder de angst van de rijder niet goed genoeg voor de Diavel te zijn. De Diavel 1260 is een zeer vriendelijke duivelse fiets.

Niemand anders had dit kunnen doen en waarschijnlijk zal ook niemand anders het doen. Het is een echte Ducati…