Zoeken

Test: Kawasaki Ninja 650

Day After

11 juli 2018

Het grote voordeel van zo’n ‘Day After’ is dat we nu wél gewoon gas kunnen geven en dat dus ook van harte doen. En dan nog zal het verbruik niet eens zo extreem zijn. Dat is de aard van de motor, maar ook het voordeel van heuvellandschap… dat betaalt zich vanzelf terug.
Het verschil tussen de standaardversie en de 'touring' uitvoering in beeld gebracht: Tomtom.

softcases en valprotectie. Echt veel te wensen blijft er zo niet over
En dan nog: we hebben vandaag een veel kortere route, vertrekken wél met een volle tank en… zouden eventueel eindeloos vaak kunnen stoppen voor benzine. Oftewel, zodra de wegsituatie het een beetje toelaat, kunnen we ongegeneerd gas geven. En daar ligt dan ook een beetje ’t sterke punt van dit motortje.

Als ik het vergelijk met m’n laatste ontmoeting met de Kawa, zijn deze wegen ‘m op het lijf geschreven. De CBR had het liefst nog wat meer openheid en vloeiende wegen gehad (al was die ook heel erg in z’n nopjes geweest), maar de Ninja doet nu precies waar ‘ ie goed in is. Kappen en draaien, ‘braap’ tussen twee bochtjes en snel weer door. Links, rechts, chicane, een verdwaalde haarspeldbocht, en alles kinderlijk eenvoudig. Het tempo ligt dan ook weer niet op standje tandvlees, maar is gemodereerd vlot. En juist dat maakt het nog beter. Dit kan ‘ie aan, hierbij zit je zelf ook nog lekker en redelijk relaxed, alles is oké. Veel realistischer dan ‘vanaf die snelheid komt de vering wat tekort’
Een doorsnee weekendje weg in beeld: motorrijden en ontspannen. Of was het juist andersom?

Kan me niet herinneren dat ik dit ooit eerder voor mijn werk gedaan heb
of ‘je kunt wel merken dat de remmen op een budget zitten’, we zitten nu ver binnen alle marges en dat werkt gewoon. En om nou te zeggen dat we ons vervelen…. Neuh. Verre van dat.

Inmiddels hebben we wel zin in een bak koffie. Het is warm en dus dorstig weer, dus moeten we ook de inwendige mens zeker niet vergeten. In het pittoreske Barvaux pikken we er ook maar meteen een broodje bij, we zijn er immers toch. 

Of nou… het is eigenlijk geen toeval. Vlakbij begint namelijk ons echte avontuur. Of liever gezegd, datgene wat we niet dagelijks doen. Hier hebben we, geheel in ‘weekendje-weg-stijl’, een middagje buitensport geboekt. Allereerst meten we onze sportieve prestaties met een potje boogschieten. Ja, bóógschieten. Met zo’n boog. En pijlen. En ik kan nu zeggen: dat is nog knap ingewikkeld. Al is soms het resultaat echt om in te lijsten, zie daarna dan ook nog maar eens die pijl weer uit je doel te trekken. Hoe dan ook, met de nodige instructie, een heleboel flauwe grappen, een klein beetje veiligheidspraat (gek genoeg mag je wel in je teenslippers schieten, dat zijn we niet gewend) Urenlang vol te houden zokomen we toch een heel eind en na een korte maar scherpe competitie kunnen we alsnog een winnaar uitroepen. Dat is niet ondergetekende, maar mijn talenten liggen dan weer ergens anders. 

Alhoewel het te betwijfelen valt of je daar kanoën bij kunt zetten. Niet dat het mis ging, daarvoor stond sowieso het waterpeil van de Ourthe te laag en was de stroming te rustig. Maar als de laatst gestarte in z’n ééntje een ruime voorsprong weet op te bouwen ten opzichte van de twee andere dubbel bemande boten, geeft het je wel te denken. Hoe dan ook is het een fijne oefening voor de schouderspieren.  Zoals altijd is er een truc en zoals altijd is het hilariteit ten top als voorste en achterste man niet op elkaar ingewerkt zijn, maar voor de echte dijenkletsers is het waarschijnlijk te heet of zijn we met te weinig. Volgende keer beter en dan nemen we er een biertje bij, net zoals een van de teams uiteindelijk Ho, stop! Terrasje!ook maar besloot onderweg. Zonder competitie komen al snel andere prioriteiten bovendrijven en dat lijkt sterk op hoe het ooit was met het uitje van school… de overeenkomsten zijn schokkend. Eenmaal in Hamoir staat de bus alweer klaar om ons én de kano’s weer terug naar de start te brengen. Elf kilometer over de weg, ongeveer even ver over water. Maar een wereld van verschil… zo rustig dobberend ziet de wereld er ook heel anders uit. Blijkbaar is dit nog het best te omschrijven als steekvliegperspectief, want de krengen zijn er in groten getale en ik heb er nóg last van.