Zoeken

Test: Honda Monkey

Eerbetoon

16 augustus 2018

Tot in het kleinste detail is de nieuwe Monkey een eerbetoon aan het origineel. Het trapezium silhouet benadrukt z’n compacte afmetingen en geeft tegelijkertijd diepte en inhoud aan z’n voorkomen. De bolle 5,6 liter benzinetank, die is gespoten in dezelfde kleur als het frame, de achterbrug en de achtervering, is het kroonjuweel van de fiets
Alsof de tijd 50 jaar heeft stilgestaan. Behalve dan het display, dat is wel helemaal 2018

Net pindakaas, wie is er niet groot mee geworden?

Schattig, toch?
en is – om z’n afkomst nog eens extra te benadrukken – voorzien van het historische 3-D ‘Old Wing’ ontwerp Honda logo. De hoog gemonteerde verchroomd spatborden voor en achter, de ronde spiegels en het mini-Ape stuur zijn allen een eerbetoon aan het origineel. Een kickstarter had het überauthentieke plaatje compleet gemaakt, maar dat is dan ook meteen het enige wat je op deze moderne Monkey aan zou kunnen merken. 

We zeiden het al, onderhuids heeft de Monkey veel overeenkomsten met de MSX125. Te beginnen met het 125cc eencilinder motorblok met enkele bovenliggende nokkenas, dat z’n inhoud uit een boring x slag van 52,4 x 57x9 mm haalt en goed is voor een topvermogen van 9,8 pk bij 7.000 toeren en een maximum koppel van 11 Nm bij 5.250 toeren per minuut. Niet dat we denken dat het ook maar één Monkey liefhebber interesseert, maar we wilden het maar even gezegd hebben. Net als dat ‘ie PGM-F1 elektronische benzine injectie heeft – dat ooit z’n debuut maakte op de NR750 – en een enkele bovenliggende nokkenas Kijk, daar komt de aap al uit de mouwdie de enkele inlaat en uitlaatklep aanstuurt. Oh ja, en dat 'ie over een vierversnellingsbak beschikt, die trouwens erg trefzeker is, maar dat even terzijde. Honda laat trouwens in de persinformatie niet onvermeld dat de Monkey nu aan Euro4 voldoet, maar iemand die dat anders had verwacht? 

Op de snelweg vertaalde zich dat naar een topsnelheid van 117 km/u en met een beetje mazzel tik je de 120 ook nog wel aan, maar daarboven houdt het echt wel op. Ook dat zal de Monkey liefhebber niet boeien, daarvoor is ‘ie ook niet bedoeld. Het korte ritje over de snelweg leerde ons wel hoe groot de invloed van het slipstreameffect is; op provinciale wegen hield de Monkey het zo rond de 90 kilometer per uur wel voor gezien,maar dankzij de zuigende werking van het snelwegverkeer kon daar op de snelweg dus meer dan 25 km Sta mooi voor aap zo. Vincent ook met z'n ideeën, neem effe een Hawaï shirt en strohoed mee...snelheid bij op worden geteld. En dat zonder op de bumper van een voorganger te hoeven rijden. 

Voor de lol zal je dus niet op, maar weg van de snelweg moeten gaan. In de stad voelt de Monkey zich in z’n natuurlijk habitat, maar ook op het strand sla je geen slecht figuur. Moet je wel op het strand kunnen komen en niet de pech hebben dat hoge strandduinen de grens vormen tussen jou en het strand, hoewel je ook daar ongetwijfeld een oplossing voor vindt. En anders is er altijd wel iemand bereid om een helpende hand toe te steken, niemand die de charmes van de Monkey kan weerstaan. En dat is misschien nog wel het allerleukste aan de Monkey, hoezeer je je ook met het kekke fietsje misdraagt, niemand die daar aanstoot aan neemt. Niet als je over het voetpad naar het strand rijdt, niet als je ‘m midden in het looppad van de strandgangers parkeert en niet als je ‘m vervolgens op het achterwiel wegrijdt. 

Nu was vooral dat laatste knetterleuk om te doen, maar de pret is echter wel van korte duur. Na een keertje of drie de Monkey op het achterwiel te hebben gezet wordt de koppeling aardig warm en raakt daardoor zijn directe aangrijppunt kwijt. En krijg je het voorwiel steeds moeilijker in de lucht. Niet dat wij dat hebben geprobeerd, Al draagt een aap een gouden bril, eh... ring...we zouden niet durven, we hebben het ook maar van horen zeggen. 

Het tweede knetterleuke aan de Monkey is dat ‘ie alleen ABS op het voorwiel heeft. Bij Enduro’s en Offroads wordt dat tegenwoordig als ‘Offroad-ABS’ aan de man gebracht en betaal je daar extra voor, maar deze Monkey heeft dat dus ‘gewoon’ standaard. En dat betekent dat met speels gemak het achterwiel kan worden omgezet en het kleintje motor binnen no-time met de neus in tegengestelde richting staat. Alsof je een geoefend stuntrijder bent. Speelgoed dus met een hoofdletter S, ook wanneer dit niet aan het begin van de zin had gestaan. Het enige waar je in het begin aan zult moeten wennen is de kleine 12” wielmaat, die de Monkey veel wendbaarder maakt dan je van een ‘gewone’ motor verwacht. Veel wendbaarder nog dan elke ‘small wheel’ scooter, omdat ‘ie ook nog eens een extreem korte wielbasis van 1.155 mm heeft. De eerste rotonde Nieuwleusen uit was het enorm wennen, maar eenmaal gewend was het een sport om elke rotonde volgas te nemen. 

Wat ongetwijfeld tot de nodige frustratie zal hebben geleid bij de achter me rijdende Audi, waarvan ik sterk het idee had dat ‘ie rechtdoor eigenlijk best wel harder dan 85 km/u had willen gaan, maar rotonde na rotonde op afstand werd gereden en er daardoor telkens net niet in slaagde mij voorbij te gaan. Te grappig, al zeggen we het zelf, zeker als je vervolgens bij het verkeerslicht met een fraaie wheelie wegrijdt. 

De allergrootste lol heb je echter bij de benzinepomp. Honda claimt dat je met 1 liter Euro95 maar liefst 67 kilometer ver komt als je dat volgens de WMTC mode doet en onze gemeten waarde lag daar niet eens zo superver van vandaan. De eerste meting gaf een waarde van 1 op 38 aan, maar daarbij moet worden aangetekend dat ‘ie bij aflevering niet was afgetankt (er ontbrak meteen een blokje benzinevoorraad in het display), de tankbeurt daarna kwamen we uit op een verbruik van 1 op 61,2. Inclusief gek doen voor de foto’s. Uitgaande van de 5,6 liter tankinhoud kom je op een tank met de Monkey dus bijna 350 kilometer ver. Da’s van Antwerpen naar Parijs. Dát moesten we de volgende keer dan maar eens doen.