Zoeken

Test: Honda CB1000R vs Kawasaki Z1000R

Maxi-Naked klasse

15 oktober 2018

Met de komst van de CB1000R heeft Honda weer een nieuwe speler in de maxi-Naked klasse. Is dat een woord? Hoe dan ook, Honda wil weer meespelen. De CB1000R is dood, lang leve de CB1000R, zoiets. Nou was de oude alweer een paar jaar van het veld verdwenen, dus het mocht wel weer eens.  Dat Honda daarmee de hele CB-reeks zo ongeveer opnieuw uitvindt is mooi meegenomen, nu steken alleen de CB500 en Punt is: of je nou deze neemtCB650 nog een beetje af, maar verwacht daarvoor nog wel een facelift in de nabije toekomst. Hoe dan ook, nu gaat het om de dikke. En ze hebben hun best gedaan, zoals we al in het introductieverslag hebben kunnen lezen. In het kort: Honda is weer terug, ze spelen weer mee. En met een nieuwe motor komen ook verplichtingen, zoals ride by wire en de daar bijna verplicht bij horende tractiecontrole en de selecteerbare mappings. Honda heeft ze allemaal, maar heeft het daarnaast niet al te bont gemaakt. Dat kun je zien als een gemiste kans (terwijl ze deze functies dus nu in elk geval wel hebben), maar ook als een dapper besluit zich in te houden. Past ook wel bij de rest van de motor, nergens is het te gek of uitbundig. En dat heeft weer z’n weerslag op de prijs, dus echt slecht kun je het niet noemen. Maar bekijk je de specs nog wat verder, dan zie je dat ook het vermogen redelijk bescheiden is gebleven. Maar als pakket, als geheel, klopt het allemaal en past het mooi bij elkaar. 

Nog zo’n oudgediende is de Z1000, die in de vorm van de R- versie met wat Öhlins en Brembo een leuke verlenging van z’n levensduur heeft gekregen. Het is een beproefd recept wat Kawasaki al eerder heeft toegepast, destijds op de Z750. Maar niet zonder effect, de R is de beste vorm die de Z1000 ooit heeft gehad en daarbij is de motor nog steeds heel scherp geprijsd. Toch durven we al wel te gokken op de komst van een nieuwe. Al sinds z’n introductie waren we verbaasd door het ontbreken van tractiecontrole en hoewel de motor nog steeds een schoolvoorbeeld is dat je ook nog steeds prima zonder kunt, is de vraag ernaar niet afgenomen. En dan komen de overige digitale spiegeltjes en kraaltjes die we tegenwoordig zo leuk vinden er nog eens bij. Komt zeker goed, maar voor nu is de Z1000 nog steeds de ...Of deze, het is nog steeds precies hetzelfde mooie weermeest eerlijke, meest basic van de 1000cc nakeds. En we vinden het heerlijk. Niks zo lekker als gewoon sleutel omdraaien en gáán. En wil je het voorwiel de lucht in, dan kan dat ook gewoon, klaar. De Z1000 is ook het toonbeeld van on-intimidatie, want hoewel z’n uiterlijk anders doet vermoeden, eet de motor uit je hand. Wil je kunnen lezen en schrijven met een dikke motor, dan is dit je eerste keus. Maar goed, er zijn kapers op de kust, er is veel meer te kiezen en uiteindelijk kom je maar met één pot appelmoes thuis. 

Na de eerste ritten met de Honda was al snel duidelijk: die gaan we niet zomaar naast een Tuono of Super Duke zetten. Maar aan de andere kant van het aanbod, in de betaalbare hoek, is er nog de Kawa. En als wij dat ding zo roemen om z’n eenvoud en prijs, kan het nog wel eens interessant worden.

Dus hier zijn we dan. Zonder nonsens, gewoon twee eerlijke motoren om eerlijk mee te motorrijden. Zo Hollands als appelmoes. En we zijn met z’n tweeën, dus kunnen we ook met twee motoren op pad gaan. Deze motoren trekken ook een heel ander publiek, de gewone, no nonsense motorrijder, de Hollander. Gas geven en vooruit komen, dat werk. Dan werkt ook zo’n matte kleur wel, zelfs matzwart is prima. En dat is nou net de insteek van Honda. Oké, het hele ‘Neo sports café’ klinkt leuk, staat ook leuk in de folders en de bladen, maar eigenlijk gaat het gewoon om een motorfiets. Geen gelul, gewoon rijden. En dat gevoel hebben ze aardig te pakken. Simpele lijnen, wielen, tank, stuur, blok, ronde koplamp en klaar. Daag, geen gezeur.
Oef, dat mag een 'verschil van aanpak' heten! Honda gaat voor een soort retro, Kawa blijft nog bij 

de scherpe lijnen. Dat komt ook terug in het display, maar Honda heeft dan weer wel een modernere

insteek. Mag ook wel natuurlijk, de tijd staat niet stil.  Dat zie je overal, dus ook aan de knopjes

...terwijl zo'n achterlichtje dan weer typisch een designkwestie is

Oké, stel jij bent duopassagier. Waar word je dan het meest blij van?
Nou is dat net niet helemaal iets waar je nog mee weg komt, dus heeft Honda dat netjes geïntegreerd in een modern jasje met LED verlichting en een strak gesneden dashboardindeling. Daarin staat ook netjes aangegeven wat je hebt ingesteld en met een paar eenvoudige knoppen kun je alles naar wens aanpassen. Meer heb je eigenlijk niet eens nodig. Goed, we willen wel graag TFT en andere slingers, maar Honda laat ons even subtiel zien dat dat nog steeds helemaal niet nodig is. Baksteen-in-je-smoel subtiel.  Kawasaki wist dat natuurlijk al lang. Hun display met oplichtende LEDs in de toerentellerbalk blijft toch apart. Typisch Kawa trouwens, ze zijn nooit echt gevoelig geweest voor de mainstream. Kennen we die oude ZX-10R nog, met z’n dubbele uitlaat in het kontje? Misschien kon niemand het uiterlijk waarderen, maar het display, met dat zwevende LCD gedeelte over de toerenteller heen, staat me nog levendig in het geheugen gegrift. En neem nou de H2, dat is ook weer een compleet ander verhaal. Maar goed, die LEDs, dat heeft niemand. En apart is koel. 

Qua uiterlijk kunnen we kort zijn. Kijk naar de foto’s, de Z1000 heeft een design waar je bang van wordt. Waar Honda (anno 2018) kiest voor klassieke lijnen met een moderne twist, valt er bij Kawa (sinds 2013) helemaal niks klassieks te bekennen. Bijten moet ‘t, blijkbaar. Een paar jaar later werd dat bevestigd met het hele ‘Sugomi’ verhaal. Sowieso houdt Kawa wel van agressief, een Ninja is er immers niet om op de kittens te passen. Maar genoeg daarover. Iets met een boek en de kaft, want eenmaal plaatsgenomen weten we dat de Z1000 letterlijk uit je hand eet. Daarom pakte ik ‘m in En hoewel het lijkt alsof je er totaal anders op zit, is dat gewoon een kwestie van houding en 'zin hebben in'. Je eet toch ook niet elke dag patat..de periode dat de motor bij mij stond zo graag voor ‘nog effe een rondje’. Meer dan andere motoren de laatste tijd. En zelfs als dat niet zo is, het is de eenvoud van het ding die het ‘m doet. Echt. Opstappen en wegrijden en weten dat je niet alleen een waanzinnig mooi lopend blok hebt, maar er ook geen enkele behoefte bij hebt daar ook maar iets aan te willen doen, is gewoon iets wat je nauwelijks nog meemaakt. Het vermogen kan dan niet eens zo heftig zijn, het is meer dan genoeg. Kom, 140 pk… dat moet ook echt gewoon zat zijn. Het is dat anderen daar zo dik overheen gaan, dat we denken dat dát de maatstaf is. Maar daar rij je niet zo vanzelfsprekend mee weg. Dat komt niet alleen door het topvermogen en het wel of niet hebben van tractiecontrole en mappings, maar wel door de poeslieve mapping van de injectie van de Z1000. Alsof je met carburateurs rijdt.