Test KTM 1290 Super Duke GT
Bijzonder Kwiek Toeren
Inhoudsopgave |
---|
Test KTM 1290 Super Duke GT |
Super Duke R DNA |
Bijzonder Kwiek Toeren |
Een groot stuurfeest |
Conclusie |
Technische gegevens |
Dus… kunnen we nog steeds spreken van een Superduke met wat extra’s of is dit toch een totaal andere machine? “Dat heeft zo’n jongen toch niet nodig” zou je denken en het gaat er om hoeveel van de oude Superduke er nog over is gebleven. Tegelijkertijd zijn er elektronisch zoveel dingen bijgekomen waarvan we –van de Super Adventure- al weten dat het perfect werkt, dat het er op lijkt dat de GT eenvoudigweg naar een nog hoger niveau is getild. K
Led 'bochtverlichting' en knipperlichten voor, langer subframe en meer ruimte achter
De enkelzijdige ophanging is gebleven. De duo krijgt meer comfort
Als je de details bekijkt is het echt nog steeds de oude bekende Superduke. KTM doet niet aan concessiesTM noemt het een sporttoermachine en gezien onze ervaring met de R willen we ze daar gelijk in geven, maar een sportsetting die Jeremy McWilliams goedkeurt, een quickshifter en Brembo M50’s zijn wij nog niet op een sporttoer tegengekomen. En oh ja, ook niet op een Superbike, het is alweer enige jaren geleden dat KTM de RC8 z’n laatste update gaf en die kwam niet zo ver. Sterker nog, de GT heeft meer vermogen aan boord…
Aan de andere kant zijn we van KTM ook niet gewend water bij de wijn te doen en dus vertrouwen we erop dat het met de GT ook helemaal goed gaat komen. Voor ons ligt een route van ongeveer driehonderd kilometer over Mallorca’s beste stuurwegen om daar achter te komen. Driehonderd kilometer op KTM tempo bovendien. Dat wordt bijzonder kwiek toeren. Zou je het niet weten, dan zou je zo geloven dat de motor evenveel weegt als de Superduke R. Met lege koffers is er niets wat wijst op extra gewicht, terwijl de tank toch nagenoeg vol zit en dat is dus wel een paar kilo bovenop de naked, plus de toevoeging aan voor- en achterzijde. De zit is super, het bredere stuur ligt heerlijk in de hand en qua rijcomfort durf ik al snel aan te nemen dat het inderdaad een kilometervreter is. al snel kan ik mijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen en begin met de verschillende settings te spelen, waarbij de overeenkomst met de Super Adventure overduidelijk is. in eerste instantie twijfel ik nog over het nut van l
osse bediening van blokkarakter en vering, maar dat went snel en bovendien kun je zo eenvoudig je eigen combinatie maken. Hou je wel van een strak afgeveerde motor maar is de weg nat of zoals wel vaker voorkomt, ’s ochtends nog wat vochtig in de meer overschaduwde bochten, dan zet je alleen het motorvermogen op ‘Wet’ en laat de rest staan. Wil je juist het volle vermogen maar ben je een beetje lief voor je meisje, of ligt er tweehonderd kilometer snelweg voor je, dan zet je alleen de vering ins Street of Comfort en laat de motor gewoon op Sport staan. En bovendien, het is allemaal (met een beetje oefening) daadwerkelijk onderweg instelbaar. Zelfs op de krappe en bizar bochtige wegen waar we af en toe over rijden is het met een paar goed getimede drukken op de knop mogelijk tussen verschillende settings te switchen.De route die we volgen leidt grotendeels langs de kust en geeft ons de kans om alles grondig uit te proberen. Van lange doordraaiers tot korte knijpers, alles komt aan bod en we krijgen dan ook een overvloed aan kansen om alle functies uit te proberen. Dat begint al direct goed als we na een korte eerste stuk snelweg de heuvels in duiken en we nog met het ontbijt dwars in de maag flink aan de bak moeten. Gas? Check. Remmen? Dubbel check. Vering? Ook check. Was er verder nog iets? Oh ja, sturen en zitten. Check en check, de Superduke draait als op een postzegel en blijft z’n lijn perfect houden. Niet invallen, niet wijdlopen en vooral geen moment het idee dat we met een GrootToerist aan het vegen zijn. Dit is meer het gebied van een lichte naked of adventure, maar daar rijden we nu toevallig niet mee en de route is onverbiddelijk.
Da's weer eens wat anders dan een bagagerol.
Het wordt eigenlijk pas echt leuk als je de motor wat meer durft te vertrouwen. Later in de ankers, eerder op het gas. Vooral dat laatste is iets waar je goed mee kunt spelen, steeds vroeger in de bocht, nog dik onder hellingshoek, kun je gewoon vol het gas er op gooien en alle 144 nVering
Alleen het beste is goed genoeg voor de GT en dus is de semiactieve vering van de Super Adventure overgenomen en aangepast voor de nieuwe toermotor. Dat moest wel, want de GT heeft kortere veerwegen en moet dus sneller reageren. Door dit systeem kun je nu onderweg het karakter van de vering aanpassen voor meer comfort of juist meer grip. En er is een groot verschil met elektronisch instelbare vering, die zet je op een bepaalde stand en daar blijft het bij: het reageert volgens een bepaalde vooringestelde waarde. Het actieve deel houdt in dat er gereageerd wordt binnen een bepaald spectrum van demping, waarbinnen naar gelang de omstandigheden continu meer en minder wordt gereageerd op wat er onderweg onder de wielen gebeurt. Dit wordt ingegeven door de wens van de rijder dis hetzij comfortabel wil rijden, hetzij sportief. In comfort en street modus reageert het systeem als een soort ‘Skyhook’, de motor wordt zo stabiel mogelijk gehouden en de wielen gaan daaronder op en neer volgens wat wegdek, remmen en accelereren doen. Daarbij wordt er ook een electronische antiduik toegepast, alles om je zo strak mogelijk over de weg te laten zweven. In sportmodus werkt het systeem meer volgens een ‘Groundhook’ principe, wat er juist voor zorgt dat de wiélen onder alle omstandigheden aan de grond vastgeplakt blijven voor optimale grip en drive en beweegt de motor daarboven dus veel meer. Bovendien heb je dan geen antiduik en is de feedback die je krijgt veel natuurlijker. Deze setting komt volgens de heren engineers het dichtst in de buurt van de setting die testrijder Jeremy McWilliams op zijn Superduke R gebruikt.ewtonmeters op het achterste rubber loslaten. En als je dat eenmaal durft word je beloond met een drive waarvan je niet dacht dat het mogelijk was. Wat nou, een beest? Alhoewel, eigenlijk wel dus. Maar dan wel eentje die uit je hand eet. Het is elektronica ten overvloede, maar wel als hulpmiddel, niet als beperking.
Eigenlijk wordt het nog interessanter als het wegdek wat slechter wordt. We hebben al geleerd dat de elektronica prima werkt, maar dat wordt nog eens extra onderstreept als de grip van het wegdek afneemt. Het tempo blijft namelijk wat het is en het enige wat we merken is dat het lampje van de tractiecontrole wat vaker oplicht. De GT betaalt het vertrouwen wat je ‘m geeft met gelijke munt uit. Je moet er wel vertrouwen in steken, maar dat krijg je als gevolg direct terug. Ook het verschil tussen de diverse modi is goed te merken. In Sport is de motor echt levendig en scherp, in Street nog steeds potent maar iets liever, in Wet wordt het vermogen weliswaar teruggeschroefd maar krijg je nog steeds zo veel mogelijk als de situatie het toelaat. En aangezien het droog is, laat dat nog best veel toe. Voor de volledigheid proberen we dit echter wel uit op een krap en stoffig paadje van het kaliber ‘zou jij hier met een 1300cc dikke tweecilinder toermotor gezien willen worden?’ maar ook dit deert de GT maar bar weinig.
Verdorie, alwéér een berg. Kunnen ze nou echt geen rechte weg aanleggen of willen ze gewoon niet?