Test Ducati Hypermotard 939 en SP
Zeiknat
Inhoudsopgave |
---|
Test Ducati Hypermotard 939 en SP |
Ducati-klassiekertje |
Zeiknat |
Conclusie |
Technische gegevens |
Het gekke is… dat is nou net wat je ook op een zeiknat circuit kunt merken. Sterker nog, dat is een van de dingen die nog het meest in het oog sprongen. Na bekomen te zijn van de eerste schok van de zithoogte van de SP, een Saturnusraket is er niks bij, volgt direct de tweede drempel: hiermee moeten rijden op een nat circuit, zónder gezichtsverlies. Fijn hoor, heel fijn. Kan me nog herinneren een half jaar geleden in Assen een leuke discussie te hebben gehad met een Engelsman. “J
e moet echt een keer met regenbanden rijden als je dat nog nooit gedaan hebt, je weet serieus niet wat je meemaakt.” Mijn belofte daar snel werk van te maken hield toen nog geen rekening met de kans dat ik dat voor het eerst op een gloednieuwe Hyper SP zou doen… in het bijzijn van collega’s, Ducati officials en mogelijk nog erger: fotografen. Welnu, er is sowieso geen weg terug, dus we maken er maar wat van. De reden dat ik dit aanhaal is dat ik het wel zo logisch vind af te tasten wat de banden aankunnen op een recht stuk. Direct de eerste bocht proberen de grondspeling te testen is toch minder briljant. Rechtuit is er op z’n minst nog ABS en tractiecontrole, dus kan het sowieso moeilijk echt fout gaan. Dat doen we dan maar niet, maar gas geven moet geen probleem zijn.En wat heet… na de eerste paar rondes op eieren achter een voorrijder die al lang weet wat er kan (ergo: stipje aan de horizon) gaat steeds het gas er wat eerder en dikker op en wat ik ook probeer, de tractiecontrole doet helemaal geen reet. Omdat het niet hoeft, omdat het wiel gewoon plakt als pindakaas aan een gehemelte. En als dat rechtuit zo is, is dat in de bocht ook zo. Maar wat ik vooral merk is de enorme puist power die de motor tentoonspreidt. Of het nou precies 18 procent is boeit me geen reet, het is in elk geval veel meer dan ik me kan herinneren van de 821, bijna tot het niveau dat je je afvraagt niet stiekem toch op een oude luchtgekoelde tweeklepper te rijden. Indrukwekkend. En erg aanlokkelijk, want met zo’n koppelkromme wil je heus wel graag spelen. Precies midden in het toerengebied en speels genoeg om nu opnieuw wél het voorwiel zonder tussenkomst van een koppelingshendel m
Veel hetzelfde, veel anders. Toch is wel duidelijk wat wat is... toch?
bedoel... gouden vorkpoten krijg je niet zómaar. Daar moet je wel wat voor doen. Of betalen.ooi vloeiend wolkwaarts te sturen. En dán komen nog de bochten, die ronde na ronde ook met meer en meer vertrouwen genomen worden, totdat er daadwerkelijk van een soort van serieus tempo gesproken kan worden. Ik beeld me zelfs in dat het heel goed gaat als ik, nadat ik ben ingehaald door Ducati’s eigen testrijder, toch zeker anderhalve ronde een soort van in z’n kielzog kan blijven steken. Hij zal wel aan het toeren zijn geweest, maar dat hoef je er niet elke keer bij te zeggen.
Sowieso is het wel een idee om de SP nog eens mee te nemen, want onder deze omstandigheden is een reële impressie natuurlijk ver van datgene wat we op het moment meemaken. Als de banden meer indruk maken dan de dreunende desmo (Spaans circuit oftewel full race compleet open Termignonisysteem.. en wij maar klagen) dan krijgt die motor niet voldoende aandacht. En die heeft nog wel zoveel meer te bieden: voortaan treffen we Öhlins voor en achter, wat wel oké is maar hoe oké het echt is… geen idee. En dan uiteraard nog het gewichtsverschil (niks van gemerkt) en een heel klein verschillende wielbasis (ook geen flauw idee), onder nog een paar kleine detailverschillen. Daar zit dus maar één ding op.
Mooi toeristisch plaatje... hoeft allemaal niet hard.. je kunt ook toeren op een Hyper... en dat soort teksten
De laatste keer dat ik onderweg op de motor werd geconfronteerd met een hagelbui zat ik op een peperdure Yamaha R1M en reed ik op de Mountain op het Isle of Man. Het verslag daarover is ook terug te lezen en het had weinig gescheeld of dat was geëindigd in het duurste telefoongesprek ever. Zo’n situatie die je niet graag nog eens meemaakt. Blijkbaar dacht Ducati daar anders over en heeft kosten noch moeite gespaard ook nu, tijdens ons bergritje met de standaard Hyper, opnieuw een mooie bui te regelen. Het gevolg laat zich raden: voor iemand d
ie sowieso een grafhekel heeft aan nattigheid en motorrijden, nog meer aan regenrijden met sportbanden zoals de Rosso Corsa’s waar de Hyper mee bedeeld is en nog wel het meest aan zo’n actie met slechts een doorweekte raceoverall en inmiddels compleet gevoelloze vernikkelde vingers is dat een uitdaging. Vergeef me dus ook nu niet de limiet te hebben opgezocht van de machine, niet de mooiste hellingshoeken op de foto te hebben en slecht met een laf ‘geen ongelukken’ terug te keren.Toch is ook dit ritje zo slecht nog niet. We hebben namelijk wel uitgebreid het verschil tussen de rijmodi kunnen uitproberen, op spaarzame droge momenten een beetje kunnen proeven aan de remkracht en vering en opnieuw het nieuwe motorkarakter kunnen aftasten. Om met dat laatste te beginnen: dat zit wel snor. Het aangedikte gebied is echt bruikbaar en maakt het rijden met de Hyper echt leuk. En het laat je doen alsof je toch redelijk vlot aan het rijden bent door bocht uit gewoon een flinke puist gas te geven. Nu vindt de tractiecontrole van tijd tot tijd wél reden voor een knipperend lampje op het dashboard, maar het wérkt dus. Ook de vering werkt en wat nog mooier is: het lijkt beter afgestemd op de remkracht van de voorste Brembo’s. Stak de 821 Hyper Jacques Cousteau nog naar de kroon met z’n duikkunsten, voor zover we het hebben kunnen proberen lijkt dat nu een stuk beter voor elkaar. Enige punt van kritiek van de collega’s was over de injectie, die niet altijd even goed om leek te kunnen gaan met rijdersinput en omstandigheden. Een tikje zenuwachtige gasrespons en wat gerommel bij constante snelheid was het gevolg. En hoewel ik daar zelf niet eens storend veel van gemerkt heb, dat kon ook liggen aan het overdadig gebruik van koppelingsslip bij het eerste wegrijden of uitaccelereren. Hebben we toch mooi opnieuw een excuus de Hyper aan een tweede, droge test te onderwerpen. Alsof we dat nodig hadden.