Test BMW R NineT Scrambler
Twintig minuten
Inhoudsopgave |
---|
Test BMW R NineT Scrambler |
Overdosis Schlagermuziek |
Twintig minuten |
Conclusie |
Technische gegevens |
Nu zou het BMW de eer te na zijn om de motor zomaar met wat losliggend goedkoop spul af te monteren en dat is dan ook niet gebeurd. Wie heeft er nog ESA nodig als de basis al goed genoeg is? Om alles te laten kloppen heeft BMW niet zomaar een 19 inch voorwiel en een rondzwervende vork gepakt, maar dit op elkaar afgestemd, evenals de balhoofdhoek die dus net effe anders is. Tel deze zaken op en je krijgt… een prima werkend geheel. Zonder enige kennis van hoe de NineT Roadster rijdt (zoals ondergetekende) zou je zondermeer geloven dat dit precies is hoe het zou moeten. Ook in het nat houden we er (mede dankzij de prima bandjes) een leuk tempo op na, wil het een keer droog worden dan wordt het alleen maar nog leuker. Het grotere voorwiel heeft natuurlijk een bepaalde invloed op het stuurgedrag en de Scrambler is dan ook echt ontiegelijk stabiel, m
Spaken of gietwielen? Makkelijke keus voor velen, op een enkele eigenwijs na. Maar daar is precies de
keuzemogelijkheid voor. Stofhoezen check, kroonplaat check, aan details geen gebrek
Zo simpel kan het dus. Noppen zijn cool, wegbanden praktischaar niet onmogelijk de bocht om te krijgen. Die paar haarspeldbochten die we op ons pad (zucht…) vonden liepen we met kinderlijk gemak door. Maar dat is ook wel een beetje BMW eigen, sturen en stabiliteit. Zo kaal als de motor is, zo weinig hoef je ook mee te slepen en dat scheelt. Tel daar een prima zwaartepunt bij en je bent helemaal het heertje, het voorwiel weerhoudt het verder van onnodig geslinger. Mocht je echter in volle outfit met regenoverall op de snelweg een gooi naar de topsnelheid doen, dan merk je uiteindelijk wel iets van wat minder stabiliteit, maar dan vraag je er ook om. Heb ik gehoord.
Betekent dus ook dat de motor qua vering ook niet ver naast de absolute waarheid zit. Met een slecht afgestelde motor lukt je zoiets niet.. maar ook bij gewoon rijden doet de vering het wel prima tussen comfortabel en robuust in. Een paar verdwaalde putdeksels voel je wel heel goed, wat ‘m dus wel aan de stevige kant zou zetten, maar doordat het zadel niet al te dik is voel je ook wel net ietsje meer. Niet oncomfortabel dun, maar wel Scrambler-verantwoord. Ga je er eens voor zitten, zoals wij gedurende de twintig minuten dat we droge weg hadden –toevalligerwijs vielen die precies samen met de tweede fotoshoot, vandaar dat we ook foto’s hebben van een Scrambler zónder ijsbeer aan het stuur- dan valt de eerste stugheid op z’n plek en maakt plaats voor een onwijs vertrouwenwekkende wegligging. Ahaaa, dit ding moet je dus gewoon op z’n kneiter geven!
Balen we dat BMW heeft gekozen voor het ‘oude’ luchtgekoelde blok en niet het nieuwe waterorgel? In het geheel niet. Buiten het euro4-label is het blok ook net wat minder doorontwikkeld en in dit geval is dat best oké. Nu hebben we tenminste nog een klein beetje kantelmoment, wat de motor toch een beetje doet leven. Lekker. En er is ook niks mis met de tweecilinder he, hij kwam alleen wat puf tekort volgens sommigen. BMW onder andere. Maar op een motor als dit is 110 pk meer dan genoeg en het verloop van de afgifte maakt ‘m des te meer geschikt. Want ongeacht hoeveel toeren je draait, het is altijd goed. Dus terugkerend op die ontbrekende toerenteller, wie dacht er toen nog dat dat jammer was? En nu? Als je iets niet mist, is het wel een toerenteller. Vooral ook omdat waar vermogen het bijvoorbeeld niet zou redden, koppel het overneemt. Je kunt de versnellingen uitmelken als je zou willen, je z
ou ook een paar tikken omhoog kunnen schakelen en het op koppel doen. De twin trekt sowieso wel door en een beetje op de afzonderlijke arbeidsslagen een hoek uitaccelereren is eigenlijk best aangenaam. Toch heeft de motor een zesbak voor als je eens een gek idee krijgt. Schakelen gebeurt natuurlijk ook op z’n BMW’s, wat betekent: zo soepel dat een pak boter jaloers wordt.En dan nog iets: dit is zoals gezegd het ‘oude’ blok, wat ook betekent: géén slipperclutch. En dat betekent dan weer dat als je het gas dichtdraait, je het volledige effect van motorrem voor je kiezen, of in dit geval de achterste Metzeler, krijgt. En da’s gaaf, tot op zekere hoogte. Je kunt er een heleboel mee opvangen en zo de remmen ontzien totdat je medereizigers er gek van worden, klinkt bovendien ook nog eens leuk, je kunt in combinatie met het breed uitgesmeerde vermogen hele stukken in dezelfde versnelling afleggen met alleen je rechterpols, maar uiteindelijk kan het toch wat te gek worden. Zoveel motorrem is niet e
cht gezellig als de band het ineens toch iets te nat en glad vindt. Dan komen de betere supermotocoureurs soms toch even goed aan hun trekken. Ach, aan alles zit een grens natuurlijk. Gewoon niet meer in juli naar het Duits-Oostenrijkse grensgebied en je hebt nergens problemen mee. Soms kan het zo simpel zijn.Het ding heeft nogal wat lucht in z’n lijf dus. En da’s goed, want je voelt je de koning op het ding en dat wil je vieren. In eerste instantie kreeg ik een beetje de indruk dat dit welhaast de meest kale, meest basic boxer zou moeten zijn en dat stemde me tevreden; het deed me denken aan m’n pa toen hij nog een superdeluxe ‘streep-zes’ had. Met precies evenveel techno aan boord, dus dat schept een band. Vroeg me achter m’n beslagen bril (dat deed de analogie nog even stijgen) meteen af hoe zo’n Scrambler er uit zou zien met een glanzend zwarte tank met witte bies erover. Maar zo retro en basic als ‘ie dus oogt, zo vet komt de brommer de hoek uit en voordat je het weet zit je te poken alsof je in je eentje Indiana Jones in the Last Crusade achtervolgt. En dat vinden we leuk, jongens en meisjens. Dat vinden we heel leuk.