Test BMW R NineT Scrambler
Overdosis Schlagermuziek
Inhoudsopgave |
---|
Test BMW R NineT Scrambler |
Overdosis Schlagermuziek |
Twintig minuten |
Conclusie |
Technische gegevens |
De smeulende resten van het eeuwfeest roken nog na als we opnieuw voet op deze bodem zetten. Met deze faciliteiten en op zo’n veelzijdige locatie kan dat niet anders dan prachtige beelden opleveren. Zie een post apocalyptische ruïne voor je, waar een eenzame ridder gekleed in lompen zijn S
Ruig, dus optie. Tellertje is standaard en heeft nog aardig wat te melden
Ja, zó istie wel oké ja. Kleurkeuze is voor dit jaar ook lekker klassiek: dit is 'm, andere keus is er niet
Een Akra ja. En dat als standaardmontage. Met een goede bruine brom. Commentaar?crambler doorheen laveert op zoek naar enigerlei materiaal wat hij kan verzamelen voor mogelijke ruilhandel of consumptie. Dat is het über(sorry)beeld van de Scrambler natuurlijk, dus zo zou het moeten zijn. Mis. De werkelijkheid is dat dit weliswaar een super locatie is als uitvalsbasis, maar niet alleen de Alpen fris en groen zijn als de dag dat ze ontdekt werden, de wegen van Duitse kwaliteit en de infrastructuur eenvoudigweg precies als je verwacht is anno 2016. Oh, en dat we de weergoden een tikje boos hebben gemaakt. Waarschijnlijk door een overdosis Schlagermuziek een week geleden, want zoveel water als er nu valt kan alleen maar uitgelegd worden als het wegspoelen van een reusachtige kater. Het is nat met een ster, het is zomer in 2016 in de Alpen. Maar de Scrambler is nog steeds de Scrambler, nog steeds een BMW en nog steeds gewoon gemaakt om mee te rijden.
Nou zijn de meeste scramblers (kleine letter) van andere merken speciale gevallen. Het hele idee heeft natuurlijk ook redelijk wat aan populariteit gewonnen de afgelopen tijd en nu wil dus ook iedereen een scrambler in het programma hebben. Vooral de europese merken doen er gretig aan mee, maar ook de Japanners komen eraan en zetten hun voorzichtige stappen. En altijd gaat ’t volgens hetzelfde principe, dus je kunt wel spreken van een aparte klasse. Nou allemaal prima natuurlijk, maar het maakt het wel wat minder overzichtelijk. Je hebt het nog wel over een soort van een nichemarkt natuurlijk. Hoeveel scramblers heb jij al op de weg gezien bijvoorbeeld? En ja, daar is per merk ook nog verschil in. Gooi daar dan ook nog per keer ene heel ander uitgengspunt bij en je hebt een super breed uiteenlopend segment. Dan kan het dus zomaar gebeuren dat een Ducati tienduizend euro kost en een R nine T vijftien, jawel, vijftienduizend euro. Voor een kale motor. En dat verschil moet dus érgens in zitten. Zet er een Guzzi V7 naast en het is nog gekker, gooi er een Triumph bij en je weet niet meer waar je kijken moet. En allemaal gaan ze er vandoor met de naam. Dat zet de zaken wel een beetje in perspectief.
De achterliggende gedachte is echter veelal gelijk: een no nonsense motor die niet heeft wat je niet absoluut nodig hebt. Dus dat is zo min mogelijk high tech en ook zo min mogelijk attributen. Wat je kunt missen, zit er niet op. Dan willen we nog een hoge uitlaat, dat schijnt er bij te horen, een beetje ‘naturel’ in de vorm van ongelakt metaal of natuurlijk bruin leer, misschien wat dik profiel en dan heb je het wel gehad. Wat tegenwoordig scrambler genoemd wordt was vroeger gewoon ‘zo kaal as ’t maar ken’. Dat heeft BMW ook goed in de oren geknoopt en d
at is dan ook de reden dat de R NineT Scrambler (nu met hoofdletter), ook al is het een afgeleide van de R Nine T Roadster (ook een benaming die we tot nu toe nauwelijks hebben gebruikt… er was simpelweg maar één NineT), toch een paar duizend euro minder kost. Je krijgt eenvoudigweg minder motor.Maar ho, voordat je daardoor meteen denkt dat de Scrambler minder goed is, denk nog een keer. Er is namelijk best veel wat op je motor zit wat je eh… nou eigenlijk inderdaad niet nodig hebt. En daarbij heeft BMW de deur nog wel op een kier laten staan. Want wat is het tweede kenmerk van een Scrambler? Dat je ‘m kunt customizen totdat je zwart voor de ogen ziet. En dat is natuurlijk kaasie voor de Duitsers, die het customizen of upgraden zo’n beetje hebben uitgevonden, een kale BMW koopt bijna niemand, er zit altijd wel een pakketje verstopt tegen een 'schappelijke meerprijs'. Komt bij dat je heel (heel héél) veel kunt lenen van de Roadster, maar dat is natuurlijk nog niet genoeg. Dat moet meer. En dus heeft BMW nog even een paar leuke onderdelen en accessoires extra uitgevonden voor op de Scrambler. Of niet. E
n natuurlijk zitten daar de spaakwielen bij, een ander stuur of een toerenteller, maar ook een tank met lasrups als je er net eentje zou hebben zónder. Solozitjes, bagagerekjes, toch maar die lowrider uitlaat (dan schiet je wel je doel voorbij natuurlijk, maar het kán) en zoals het heet veel, veel meer.Daar over gesproken: standaard is de Scrambler dus niet voorzien van enorm uitgebreid dashboard zoals de Roadster, maar slechts een klein rond tellertje dat je toont hoe hard je rijdt. In een lcd display kun je nog trip, totaalkilometers, de gebruikelijke verklikkerlampjes en de stand van de handvatverwarming zien, maar dat is het wel zo’n beetje. Karig? Ja, maar ruim voldoende. Ja misschien hadden we nog wel een versnellingsindicator willen zien, maar wij zijn dan ook verwend. We zijn al druk aan het afkicken en het gaat nog steeds goed, leuk dat je het vraagt. Qua uitrusting is er nog meer verdwenen. Onze testexemplaren waren wel voorzien van handvatverwarming, m
Duidelijk! Het tweepersoons zitje (boven) is ook voorzien van extra subframe
voor ondersteuning. En daar zitten meteen de voetsteunen aan vastaar dat is een luxe. We hebben geen boordcomputer, geen bandenspanningsmeter, geen ESA, geen powermodes, geen quickshifter. Een GPS is wel mogelijk en die communiceert weldegelijk met de motor over kilometers en wat daar bij hoort, maar is dus ook optie. ABS is er wel, tractiecontrole is optioneel, datgene wat je met het display kunt is dan weer wel bedienbaar op het stuur, that’s it. Omdat dat de bedoeling is.
Ook niet standaard maar wel mooi, is het solozitje. Normaal krijg je plek voor twee, wat ’t kontje net effe anders maakt, maar wij mogen plaatsnemen op een zadel wat ‘m nog net effe meer scramblet, zo gezegd. Aan de andere kant is dat ook meteen alles waar we mee verwend worden, de spaakwielen blijven in de kast, de noppenbanden ook. Wij doen het met de vijfspaaks gietwielen (negentien inch aan de voorzijde!) en ondanks wat de collega’s daarvan vinden, vind ik ze zelf eigenlijk wel gaaf. Die uitlaat is dus wel standaard, de kleur ook, het spatbord, maar ook de voorvering- inclusief rubber stofhoezen- en de rest. Welke rest? Er is amper nog iets over. Ja, het blok. Dat is dus de vernieuwde versie van het bekende 1170cc boxerblok wat nu ook euro-4 compatibel is. En dat is dus moeilijk te geloven als je ‘m hoort werken. De boxer is namelijk allesbehalve stil. Vinden we vet, dat wel, maar joh, dat dit goedgekeurd is? in’t blok is niks te horen trouwens, het is puur de ‘prop prop prop’ uit de uitlaat. Overigens is dat qua opbouw precies hetzelfde als de standaardpijp op de Roadster, alleen groeit ‘ie anders. Een subtiel Akra logo doet ’t goed op de demper. Anyway, er komt een leuke en zeer kliergevoelige sound uit de pijp en als je ’t ons vraagt is elke uitlaat waarbij je PRAP als rijder gewoon onwillekeurig PRAP aan het gas draait PRAP ongeacht waar je rijdt of wie het PRAP kan horen, helemaal geslaagd. Houwen dat ding.
Terwijl ik dit typ zit ik thuis, opnieuw weg te drijven... maar nu van 't zweet