Test Triumph Tiger 800 XCx en XRx
Eigen logica
Inhoudsopgave |
---|
Test Triumph Tiger 800 XCx en XRx |
Bomen en Bos |
Eigen logica |
Conclusie |
Technische gegevens |
Tot zover de fysieke verschillen. Veel ander verschil is er niet tussen de twee onderling, des te meer tussen de nieuwe en de oude. Natuurlijk zien we de toevoeging van ABS en Traction control, beide uit te schakelen via het menu. En ook dat is een nieuwe feature, de luxere x-versies hebben meerdere mappings en settings in de boordcomputer zitten. Er is alleen een kleine maar. N
et als we bij de Tiger Explorer al opmerkten, kiest Triumph voor zijn eigen logica en daarom zit bijvoorbeeld de cruisecontrolbediening rechts. Wel is deze, eenmaal ingeschakeld, simpel te plussen en te minnen dus als je per ongeluk toch aan je gas zat terwijl je het inschakelde is dat zo weer verholpen. Maar het gaat door. De selectie tussen de mappings zit namelijk op het dashboard. Niks mis mee natuurlijk, maar het wordt pas opvallend als je weet dat de instelling van de menu’s (alles is aan te passen) op het stuur zit. Zit vast een logica in, maar dat is niet de onze. Toch werkt het wel: per map kun je kiezen uit gasrespons, stand van het ABS en de tractiecontrole en je hebt keus uit drie mappen: Road, Offroad en Rider. Dus stel dat je de standaardmappen niet wilt veranderen, kun je desgewenst in de Ridermap een heel eigen samenstelling maken. Als dat al nodig zou zijn, want met de andere twee mappen kom je héél ver. Eigenlijk is voor normaal gebruik de Road map zelfs voldoende, maar dan zou je nog zitten met ABS en Tractiecontrole. Dat is al te ondervangen door de Offroadmap te kiezen, deze laat al veel meer toe. Ook is de gasrespons een stuk milder. Zou je voorkeur hier tussen liggen (bijvoorbeeld alles uit in combinatie met een scherpe gasreactie voor de daredevils en stuntliefhebbers) is er de Ridermode of zoals gezegd de optie een van de andere twee aan te passen. Zouden wij niet zomaar doen, het mooie daarvan is dat ze namelijk prima kloppen.Dus kun je ze ook missen, zou je denken…. En eh… dat klopt. Grotendeels. Voor een werkpaard als de Tiger waar je normaal gesproken voornamelijk kilometers op zet zonder gedoe kun je heel prima gewoon starten, rijden, klaar. Maar soms wil je meer of is het gewoon leuk te weten dat het kán. En dan hebben we het over de offroadmodus. Deze heeft niet alleen het ABS op enkel het voorwiel staan (en dat nog heel ruim zodat het niet bij elke zandkorrel direct in paniek schiet), maar ook de tractiecontrole staat een aardige mate van slip toe. E
n dat is leuk… heel leuk. Als volkomen antiheld voor alle ondergrond die niet volledig vast ligt is het een openbaring met totale controle volgas weg te kunnen sprinten en daarbij een meterslange streep achter te laten. En in de volgende versnelling nog eens, in de volgende nog eens en in de volgende.. enfin. Met dik 110 kilometer per uur in vier volgas nog een sterk spinnend achterwiel hebben is wat mij betreft een openbaring. En kunnen we wel zeggen, vet kicken. En op zo’n moment ben je blij dat het allemaal werkt en goéd. Om nog maar eens bij te dragen aan de hele welles-nietesdiscussie aangaande de noodzaak hiervan: als het je in staat stelt zoals nu zoveel lol te beleven op de motor is het een zeer welkome toevoeging.Nog steeds heb je met de goedkoopste XR-zonder-X een dijk van een motor en nog steeds heb je niet meer nódig, maar leuk is het weldegelijk. En ‘meer’. Voor het blok hoef je niet te kiezen, maar manman wat een traktatie is dat. Was het oude blok al als pindakaas, daar gaat het nieuwe nog eens dunnetjes overheen. Piekvermogen is exact hetzelfde, koppel ook, de rest.. niet zo zeer. Door de nodige inwendige veranderingen (en het toepassen van ride by wire, maar dat begreep je vast wel) is het blok nog even een puist zuiniger geworden ook. Kadootje van Triumph, je voelt het niet, er wordt gewoon minder gebruikt oftewel: je kunt verder komen op een tank. Theoretisch dik 300 kilometer, maar de laatste twee blokjes van de benzinemeter zijn reserve en op het moment dat het lampje aangaat heb je zo’n 230-250 kilometer gereden. I
Die driecilinder is in alle gevallen hetzelfde. Wat je ook kiest, dat is dik in orde. Cruisecontrol rechts blijft bijzonder, maar er is aan te wennen
Niet standaard dus, die schijnwerpers. Wel kek. Remmen zijn toereikend, maar niet supern het geheel nog steeds geen slechte score. Nog veel blijer worden we van de versnellingsbak. Was deze bij de vorige versie al verre van slecht, het kón beter. En hoe: met de maagdelijke kilometerstand waarmee wij de motoren ter test meekregen had elke vorm van nukkigheid of tegenzin prima acceptabel geweest, maar in de praktijk schakelden beide (!) machines als het meest toepasselijke spreekwoord. Wat een genot…
Tot slot nog even dit: de remmen, u ziet het op de foto al, zijn niet van het kaliber Monobloc, voering uit je ondergoed of zet de wereld stil. Je zult jezelf dan ook niet snel in een centrifugecyclus remmen en we waren eigenlijk geneigd ze ‘niet indrukwekkend’ te noemen, maar ze doen het weldegelijk en zetten je ook heus wel op tijd stil. Maar het zijn gewone, niet al te grote, axiale vierzuigerremmetjes bediend door een gewone pomp. Weet je dat je daar genoeg aan hebt dan is er niks aan de hand. Was je van plan de bumpstop van je voorvering uit te testen, dan zul je moeten knijpen. En het ABS uitzetten, maar dat terzijde.