Zoeken

Test BMW R1200RS

Tussen de files door

25 mei 2015

In navolging van de R1200GS en GS Adventure, R1200RT en eerder dit jaar gepresenteerde R1200R is deze R1200RS het vijfde model dat wordt aangedreven door de twee jaar geleden geïntroduceerde nieuwe watergekoelde, excuus… precisiegekoelde Boxer-twin, die net als bij die eerdere modellen een maximum vermogen van 125 pk bij 7.750 toeren en een maximum koppel van 125 Nm bij 6.500 toeren per minuut heeft. Volgens BMW zijn er motorisch wel enkele aanpassingen gedaan, waardoor het koppel onderin moet zijn vergroot – BMW speekt zelf van minimaal 100 Nm aan koppel over de hele range, maar daar is tijdens het rijden niets van te merken. Een R1200GS voelt over de hele linie sterker aan (de nieuwe GS krijg je zelfs in derde versnelling probleemloos op het achterwiel), terwijl ook de van ‘oude’ oliegekoelde Boxer-t
Een geslaagde combinatie van klassieke klokken met digitale informatie. De koplamp is ook mooi klassiek.

win voorziene R NineT beduidend frisser aanvoelt. Het rijklaargewicht van 236 kilo breekt de RS in dit opzicht op: twintig kilo eraf en het was ongetwijfeld een heel ander verhaal geweest. Ook hadden de stappen tussen de drie rijmodi Rain, Road en Dynamic best groter mogen zijn, de Rain modus voelt verhoudingsgewijs nog steeds best fel, terwijl in Dynamic de gasreactie – en daarmee de vermogensopbouw – juist feller had mogen zijn.

 

Dat de R1200RS grotere stappen zet dan ‘ie voor je gevoel aan het doen is, is onder andere het gevolg van de gekozen layout van het display, waar in de grote wijzerplaat niet, zoals je zou verwachten, het toerental, maar de snelheid wordt weergegeven. Voor de sportieve beleving was grote analoge toerenteller, zoals bij de S1000RR, veel beter en natuurlijker geweest, dan zie je in een oogopslag dat de naald richting het rode gebied aan het vliegen is. Nu lijkt het allemaal bedeesd, tot je goed op de teller kijkt en ontdekt dat je al veel harder rijdt dan je had gedacht. Daarnaast bouwt de motor vanaf 2.000 zijn vermogen tot aan de begrenzer mooi lineair op – wat voor de rijdbaarheid an sich een dikke plus is, maar voor die sportieve beleving was een lekker eindschot wenselijk geweest.

 

De maagdelijke kilometerstand van nét geen negenhonderd kilometer maakt dat de aandrijving verre van soepel gaat: eenmaal de vaart er goed in doet de schakel-assistent wat ‘ie moet doen, maar vooral bij de combinatie lagen toeren / snelheid  en deellast gaat vooral het opschakelen alles behalve soepel, wat deels op conto van de stroeve cardanaandrijving kan worden geschreven. Terugschakelen zonder koppeling gaat daarentegen over het algemeen best goed, hoewel ook we ook daar soms – ondanks de tractiecontrole – op een blokkerend achterwiel werden getrakteerd. Voor levensbehoud van de versnellingsbak raden we aan alleen van de quickshifter gebruik te maken in situaties dat je normaal gesproken ook zonder koppeling schakelen zou. Daarbij stoort het geeneens om gewoon met koppeling te rijden, deze laat zich erg licht bedienen, waardoor een tripje dwars door de tegenwoordig groene binnenstad van Utrecht met al haar auto- en motoronvriendelijke verkeerslichten niet met een zware linker pols wordt afgestraft.

 

Zo onwillig als de versnellingsbak en cardanaandrijving in het lage tempo van de file en in het stadse verkeer blijkt te zijn, zo lekker is fiets als eenmaal weg van de snelweg lekker binnendoor kan worden gestuurd. Op papier mogen we met een fiets van bijna tweehonderdveertig kilo rijklaar en een wielbasis van 1.530 mm onderweg zijn, maar de RS voelt vooral op het korte werk veel lichtvoetiger dan dat. De motor kan probleemloos van het ene op het andere oor worden omgegooid, volgt de ingezette lijn nauwlettend op en geeft je alle vertrouwen om de volgende keer nóg harder door die ene bocht te gaan. Het grote vertrouwen dat de RS je bij het insturen en op hellingshoek geeft is ongetwijfeld het gevolg van de keuze die BMW heeft gemaakt de telelever voorwielophanging na ruim 20 jaar trouwe dienst weer in te ruilen voor een ‘conventionele’ 45 mm upside down voorvork, die op het sportieve vlaggenschip S1000RR gebaseerd is. Het verschil in demping tussen Road en Dynamic is aan de voorkant goed te voelen, in Dynamic voelt de vork stijver aan, maar dat kan van de achtershock niet worden gezegd; ook in Road voelt deze te hard aan, waardoor het nemen van bijvoorbeeld drempels een ware aanslag op je rug is. Ook is het jammer dat er maar uit twee opties te kiezen valt. De Brembo remmen met integraal ABS zijn goed op hun taken berust, maar voor de sportieve ambities die de RS heeft had de initiële bite best heftiger mogen zijn.